Wellicht ten overvloede zij vermeld, dat de geschet ste organisatie-vorm niet altijd de meest wenselijke zal behoeven te zijn. Bij onze grootste steden zal een zelfstandige Dienst voor de Monumentenzorg voor delen kunnen bieden; vooropgesteld, dat voortdu rend een intensief overleg plaats vindt met de Dienst voor de Stadsontwikkeling en met Openbare Werken. Kleine gemeenten zullen niet in de gele genheid zijn een eigen monumenten-bureau te on derhouden. Veelvuldig overleg met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg is dan geboden. Niet on waarschijnlijk zal in de toekomst een regionaal bu reau voor de Monumentenzorg voor de kleinere ge meenten de oplossing blijken te zijn. De rekening opmakende over 10 jaren monumen tenzorg in de gemeente Haarlem, mag gezegd wor den, dat goed en somtijds baanbrekend werk is ver richt, dank zij de belangstelling, die het gemeente bestuur is blijven tonen in dit onderdeel van over heidszorg. Dat de gemeenteraad enige jaren geleden besloot niet over te gaan tot het dempen van de Bakenessergracht, doch integendeel tot het restau reren van de gracht met de daarover gelegen brug gen (inmiddels gereedgekomen) en tot rehabilitatie van de aanliggende bebouwing (die, hoewel lang zaam, gestadig voortgang vindt) is in dit verband tekenend. Wij mogen dan ook de hoop en het vertrouwen uit spreken, dat de bereikte resultaten er toe zullen bijdragen, dat het gevoerde beleid ter zake zal kun nen worden voortgezet. Ir. Ch. C. VAN DER VLIS oud-directeur openbare werken en gemeentelijk grondbedrijf. 101 Rococolrap in het huis jansstraat 36

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1966 | | pagina 7