De Monumentenzorg
in de gemeente HAARLEM
Haarlem is een van de oudste steden van het gewest
Holland. Het is rijk aan tal van grotere en kleinere
monumenten. Met het stijgen van de algemene be
langstelling voor de historische bouwwerken kwam
het gemeentebestuur van Haarlem omstreeks 1955
tot het juiste inzicht, dat de monumentenzorg in
de gemeente niet langer een min of meer inciden
teel karakter kon behouden, doch dat het nodig was
een speciale deskundige aan te trekken en deze met
de zorg voor de monumenten te belasten. Daarbij
werd reeds gedacht aan de heer Corneille F. Jans
sen, toenmaals administrateur van de Bond Heem
schut.
Er bestaat alle aanleiding in dit nummer van
„Heemschut" hulde te brengen aan het toenmalige
college van Burgemeester en Wethouders voor het
destijds genomen initiatief en aan de raad der ge
meente, clie, in een later stadium, door het beschik
baar stellen van de nodige geldmiddelen, het ver
wezenlijken van dit initiatief heeft mogelijk ge
maakt. Ook de toenmalige secretaris der gemeente,
mr. H. E. Phaff, thans directeur bij de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten, mag in dit verband
met erkentelijkheid worden genoemd.
r -
Uit de aard der zaak drong zich reeds dadelijk
de vraag op, hoe de te benoemen functionaris in
het gemeentelijk bestel zou moeten worden inge
past, t.w. moet „Monumentenzorg" een eigen dienst
of bedrijf worden, of verdient het aanbeveling deze
tak van overheidszorg bij een bestaande tak van
dienst of bedrijf onder te brengen.
Korte tijd nadat schrijver dezes in 1956 de func
tie van directeur van openbare werken en het ge
meentelijk grondbedrijf had aanvaard, werd door
Burgemeester en Wethouders aan de laatstgenoemde
oplossing de voorkeur gegeven, de monumentenzorg
toevertrouwd aan het bedrijf van openbare werken
en de heer Janssen belast met al die werkzaamhe
den, die de monumentenzorg zou medebrengen. Hij
is thans, in de rang van hoofdarchitect, hoofd van
de afdeling Monumentenzorg van het bedrijf.
De gevolgde gang van zaken had zeker voordelen.
De monumentenafdeling in oprichting toch kon
onmiddellijk gebruik maken van de diensten van
de financiële afdeling, de administratie, het archief,
de typekamer enz. Een moeilijkheid was, dat op de
bedrijfsbegroting voor 1956 voor de afdeling Monu
mentenzorg geen gelden beschikbaar waren. Hierin
werd voorzien door, bij begrotingswijziging, een der
posten van die begroting met een bedrag van
50.000 te verminderen, welk bedrag, als aanloop-
crecliet, aan de nieuwe afdeling ten goede kon ko
men.
Uit het bovenstaande blijkt, dat onder de direc
tie, van het begin af „Monumentenzorg" organisa
torisch een zelfstandige afdeling is geweest, naast en
gelijkwaardig aan de civiele afdeling (onder de
stads-ingenieur)de bouwkundige afdeling (onder
de stadsarchitect), de stedebouwkundige afdeling
(oncler het hoofd der afdeling), de financiële afde
ling, de afdeling algemene zaken en de afdeling
grondbedrijf. Het hoofd der afdeling Monumenten
zorg neemt dus deel aan alle staf-besprekingen; wat,
vooral met betrekking tot de problemen van de bin
nenstad, de historische stadskern, van groot belang
moet worden geacht. Ook werd de heer Janssen
reeds dadelijk benoemd tot adviseur van de gemeen
telijke Schoonheidscommissie. Het is onnodig de
voordelen hiervan nader uiteen te zetten.
Nu in de afgelopen 10 jaren de afdeling Monumen
tenzorg haar plaats in het bedrijf heeft gevonden
en haar interne organisatie vaste vorm heeft gekre
gen, meen ik goed te doen aan de organisatie van
een monumentenbureau in het algemeen enige be
schouwingen te wijden.
98
Hieronder: drijfwerk aan de loden bekleding van een kolonel
van de Grote Kerkstoren; volgende bh.: Groot Heiligland
nr. 20, „In het wapen van Schotland
'A V'