De knechlsiuoning in hel Coomans Gildehuis,
hiernaast vorige bh.: Het Coomans Gildehuis.
1961
Grote Houtstraat 115
Dit imposante 17de-eeuwse herenhuis, in de 18de
eeuw gebouwd, is thans de zetel van „Trou moet
Blijcken". De kap is ingrijpend hersteld, het inte
rieur in goede staat gebracht, de voorgevel nage
zien en van beter passende vensters voorzien, (archi
tect: Prol:, ir. H. T. Zwiers)
Grote Markt 21
In de zestiende eeuw kwam dit grote huis tot stand
als een voorhuis van twee, en achterhuis van één
verdieping. In de I7cle eeuw werd het achterhuis
verhoogd, in de 18de eeuw het interieur veranderd,
en aan het eind van die eeuw de voorgevel ver
nieuwd als een eenvoudige klokgevel.
In de negentiende eeuw werd het huis inwendig
niet ongevaarlijk vertimmerd en van een nieuwe on-
clerpui voorzien.
Van het oude huis waren over: het oude houtske
let (compleet met kinderbinten en eiken spreidsel),
een fraaie Rococo-kamerbetimmering en een aantal
aardige details. Bij een zeer ingrijpende restaura
tie, welhaast op volledige vernieuwing neerkomen
de, werd het houten skelet hersteld met gebruik
making van alle bruikbare oude onderdelen, en ook
de andere elementen herplaatst. De voorgevel werd
voorzien van oorspronkelijk niet aanwezige, uit Am
sterdam afkomstige voluten (die voor Haarlem te
groot van schaal blijken te zijn) en van een uit
Haarlem afkomstige deurpartij, compleet met oud
paars glas in 't bovenlicht, (architecten R. Hirschig
en G. J. Stap)
Jansstraat 85
Dit huis vertoont een asymmetrische voorgevel met
een sierlijke middenpartij, alles in overgangsvormen
tussen Rococo en Lodewijk XVI.
Het is in zijn huidige vorm omstreeks 1770 ontstaan
door de koppeling van twee panden, waarvan het
rechtse omstreeks 1450 ontstond als aanbouw aan
een, sindsdien, verdwenen, groot stenen huis, een
stedelijke edèlitianswoning.
Dit rechter deel, dat bouwvallig werd, is gerestau
reerd, waarbij de vensters van een bijpassende roe-
cleverdeling werden voorzien.
Bij deze restauratie kwam op de bovenste verdie
ping het houten skelet in zicht, dat een ornamen
tele beschildering (uit de bouwtijd, dus ifc 1450?)
bleek te dragen. Deze schildering is door Emile
Puettman gerestaureerd, (architect: Prof. ir. C. We-
gener-Sleeswijk)
Kenaupark 25
Dit huis maakt deel uit van de in 1868 door G. W.
Breuker gebouwde rij deftige gepleisterde huizen
langs cle Oostzijde van het Kenaupark. Aan de
voorgevel zijn enkele constructieve voorzieningen
getroffen, (afdeling Monumentenzorg)
Kerkstraat 20
De Kerkstraat is een 17de-eeuwse „doorbraak" naar
ontwerp van Jacob van Campen die van de Grote
Houtstraat af een uitzicht opent op de Nieuwe
Kerk. Het onderhavige perceeltje, dat bij die „door
braak" tot stand kwam is hersteld en inwendig be
ter bewoonbaar gemaakt (afdeling Monumenten
zorg)
Lange Begijnestraat 16
Dit zeer kleine perceeltje, voorzien van een be
scheiden trapgeveltje, waarvan de oorspronkelijke
top verloren ging, is hersteld, waarbij de vensters
gecorrigeerd werden, (afdeling Monumentenzorg)
Lepelstraat 2 (Grote Kerk)
In dit gebouw werden twee belangrijke restauraties
voltooid. Het orgel* van 1735—38 gebouwd (instru
ment: Christiaan Müller, kas: vermoedelijk naar
ontwerp van de stadsonderfabriek Hendrik-cle-Werf,
beeldhouwwerk van Jan van Logteren en J. B. Xa-
very, verfwerk naar aanwijzing van Hendrik van
Limborch) werd gerestaureerd. Deze restauratie
omvatte niet alleen het instrument, waarvan de ba
rokke klank werd teruggewonnen, maar ook de kas,
waarvan het verf- en verguldwerk in de originele
kleuren en technieken (kaseïne-tempera en poli-
men tvergulding) werd hersteld.
Het kruisingsgewelf*dat in 1500 tot stand kwam,
telde een viertal onjuist geconstrueerde ribben, die
in cle loop der jaren verzakt waren. Als gevolg daar
van was het gewelf door scheuren in enige tien
tallen „scherven" verdeeld, zodat de constructieve
toestand gevaar ging opleveren. De verzakte ribben
zijn, onder toevoeging van een bronzen verstijving,
opnieuw gesteld, de scheuren ingeboet, de ornamen
tele beschildering op de, om technische redenen
vernieuwde pleisterlaag gereconstrueerd door Emile
Puettman. De knooppunten van de ribben waren
versierd met vergulde houten kulotten. Hiervan
waren er twee bewaard; de ontbrekende zijn door
Geurt Brinkgreve bijgemaakt.
107