Plaatselijke verenigingen
Er zijn zeer aktieve plaatselijke verenigingen, die
de schoonheid van stad, dorp en landschap beogen
en daarvoor grote belangstelling bij hun medebur
gers weten op te wekken. Er zijn helaas ook slap
pere plaatselijke verenigingen, zij, die in aktiviteit
hebben ingeboet en ingeslapen zijn of zij, die nooit
aan grote aktiviteit zijn toegekomen, ondanks be
toonde goede wil.
In ons vorige nummer van „Heemschut" konden wij
enige aktiviteiten signaleren van de jonge vereni
ging in Broek in Waterland. Eén onzer leden, zelf
lid van een reeds lang bestaande plaatselijke vereni
ging, is slecht te spreken over de aktiviteit, die zijn
plaatselijke vereniging ontplooit ten aanzien van het
dorpsschoon. Er worden wel lezingen gehouden,
maar er wordt weinig daadwerkelijke aandacht be
steed aan de historische schoonheid die men rijk is.
De huizen worden verwaarloosd, zelfs gesloopt voor
onnodige doorbraken en verruimingen, die de ge
hele schaal van het dorp uit elkaar rukken. Men
blijft er lauw onder en wordt pas opmerkzaam op
dit culturele verval, als men er op gewezen wordt.
Hier schort iets. Hier is nu een „achtergebleven ge
bied" in eigen omgeving: het leren zien van de
schoonheid in eigen omgeving. Hier kan iedereen
die wil en het zélf ziét, zonder Verenigde Naties en
zonder internationale commissies, een klein achter
gebleven gebied in eigen omgeving bewerken en er
bovendien nog zelf de vruchten van plukken ook!
Zou er misschien óók nog iets te bereiken zijn, als
één of meer bestuursleden van een „aktieve" plaat
selijke vereniging contact opnamen met die van een
„slappe" plaatselijke vereniging? Aldus vraagt één
onzer leden, die het malheur heeft in een wat slappe
groepering te zitten en die de aftakeling van de
plaatselijke schoonheid zich ziet aftekenen.
Van harte juichen wij dit plan toe. Vooral doen!
Misschien kunnen over en weer excursies volgen
met voorlichting en gedachtenwisseling over en weer
over de plaatselijke omstandigheden. Allicht kan
dat inspirerend werken van de zijde van de aktieve
vereniging op die van de slappere.
De Bond Heemschut is in 1911 niet zonder reden
door een aantal verenigingen als overkoepelend
orgaan in het leven geroepen. De Bond zal, waar
mogelijk, gaarne bemiddelend optreden om groepe
ringen met elkaar in contact te brengen.
Anderzijds wekt het Bondsbestuur de besturen van
de plaatselijke verenigingen op, hun leden te wijzen
op de gelegenheid om via het lidmaatschap van de
Bond Heemschut regelmatig het orgaan Heemschut
in huis te krijgen, dat belangstellenden op de hoogte
houdt van het heemschutgebeuren in Nederland,
wat op zijn beurt van invloed kan zijn op de plaat
selijke omstandigheden.
Heemschut-restauratiefonds
Sinds de stichting Heemschut-restauratiefonds in het
leven is geroepen met de bedoeling om in moeilijke
gevallen, zoals voor-financiering en bij bepaalde te
korten, bij te springen met voorschotten tegen lagere
dan de thans zo hoge rentevoet, sindsdien zijn vele
aanvragen bij ons binnen gekomen. In wezen zijn
het meer aanvragen en veel redelijke aanvragen
dan met de beperkte middelen verwezenlijkt kan
worden.
Thans reeds is bewezen, dat een Heemschut-restau
ratiefonds zin heeft en in een behoefte voorziet. In
het bijzonder ten aanzien van de met grote geest
drift voor monumenten bezielde koper, wiens mid
delen niet opgewassen zijn tegen de met sprongen
omhoog gegane prijzen. Niet alleen hij komt daar
door in. verlegenheid, ook het monument komt in
moeilijkheden. Als in zo'n geval helpend kan wor
den opgetreden, wordt goed werk gedaan in het
algemeen belang.
Het fonds dat met enkele tienduizenden guldens is
begonnen, heeft voor enkele honderdduizenden
guldens aanvragen. En wij zouden graag helpen.
Wij roepen de bijstand van de leden van Heemschut
in. Doordat het uitgezette geld na verloop van tijd
terugkeert blijft het rouleren en zijn goede diensten
in het belang van de schoonheid van het land ver
richten. Wie helpt aan meer geld? Wie weet mid
delen om het fonds te versterken? Wij doen een
beroep op de spitsvondigheid van onze leden om
het fonds te helpen uitbreiden en daarmee het
arbeidsveld van de restauratie.
De Kalverpolder blijft open
Na urenlange debatten over de herziening van het
streekplan, die zich vooral toespitsten op de zaak
Kalverpolder, hebben de Provinciale Staten van
Noordholland met één stem meerderheid een amen
dement van de heer Clijnk aanvaard, dat beoogt de
Kalverpolder voorlopig onbebouwd te laten, met de
bestemming agrarisch gebied voor bijzondere doel
einden. Voor de heer Clijnk die jarenlang hardnek
kig gestreden heeft voor het open houden van het
landschap achter de Zaanse Schans, en met de ver
gadering eind mei, waarin dit besluit viel, zijn een en
dertig jaar lange loopbaan als Statenlid besloot, zal
het een grote voldoening zijn geweest. Deze voldoe
ning wordt zeker gedeeld door de vele particulieren
en organisaties waaronder Heemschut die zich
ingespannen hebben om het waardevolle geheel dat
zich in de Zaanse Schans ontwikkelt, ook voldoende
ruimte te geven.
50