Boekbesprekingen 75 Zuid-Hollands Molenboek Dat het reeds vier jaar na de eerste verschijning van het Zuid- Hollands Molenboek nodig bleek om een tweede druk het licht te doen zien, zal door veel molenliefhebbers als een gunstig teken worden beschouwd. Dit boek, dat in opdracht van de provinciale molencommissie werd samengesteld door de heren A. Bicker Caarten, H. J. van der Burg, M. van Hoog straten en I. J. de Kramer en dat werd uitgegeven door N. Samsom N.V. Alphen aan den Rijn, biedt de molenliefheb bers een schat van gegevens, aan de hand waarvan men niet alleen veel nuttige kennis kan opdoen over het Zuid-Hollands molenbezit, maar vooral de mogelijkheid heeft om deze kennis te verdiepen door zelf alles te gaan zien. De enorm rijke variatie van dit molenbezit noopt de lezer al spoedig om ernaar te gaan kijken. Wie daar eenmaal mee begonnen is raakt echter niet gauw uitgekeken en ervaart al snel hoe waardevol een boek als dit is voor degenen die willen genieten van de schoonheid van onze molens. Het is bepaald een genoegen om aan de hand van dit boek molentochten uit te stippelen en dan telkens weer te ervaren dat het zien van de molen zelf veel aantrekkelijker is dan het bekijken van een zwart-wit foto ervan. Daarbij dient men dan echter niet te vergeten, dat naast de gedetailleerde gegevens juist vaak die foto mede aanleiding ertoe was dat de betreffende molen in de uitge stippelde tocht was opgenomen. Welke automobilist, die min of meer regelmatig van de kant van Delft afkomend Rotterdam binnenrijdt, kent niet het silhouet van de koren molen van Overschie? Een ronde stenen molen met stelling, wat slanker dan gebruikelijk bij dit type molens. Wie echter heeft ooit de moeite genomen om even de hoofdweg te ver laten om er vlak bij te kunnen komen? Het is bepaald de moeite waard, al is hetalleen maar vanwege de bijzonder fraaie molenbaard versierd met twee gouden vossen en een gekroond gouden rad. Zo'n wenk vindt men in dit boek niet alleen over deze maar ook over een reeks andere molens. Elk der 217 molens van de provincie Zuid Holland wordt uitvoe- rig beschreven, gerangschikt naar de gemeente waar de molen staat. Voor elke molen is een gehele bladzijde beschikbaar, waarop tevens een foto van die molen is opgenomen. De op genomen gegevens betreffen: gemeente, buurtschap, naam, ligging, eigenaar, functie, type, bouwjaar; construcdegegevens zoals voet, onderbouw, romp, kap, as, roeden, vlucht, wiek- vorm en voor poldermolens de opvoerhoogte, de inrichtingen, voorts nog algemene gegevens zoals versieringen, historische feiten en verleende restauratiesubsidies. Van poldermolens wordt bovendien vermeld welk gebied bemalen wordt en hoe groot dit is. Een drietal kaarten zijn toegevoegd, die het de lezer verge makkelijken om de molens op te sporen. Het is jammer dat deze kaarten hoofdzakelijk waterwegen aangeven zodat het soms niet meevalt er achter te komen hoe een molen over land bereikt kan worden. Een combinatie met A.N.W.B.- autokaarten lost echter de meeste problemen op dit punt wel op, hoewel dan weer blijkt dat deze laatste kaarten erg on betrouwbaar zijn met betrekking tot de daarop aangegeven molens. Een vergelijking met de eerste druk (1961) levert de volgende verschillen op: 5 molens zijn verloren gegaan. Twee daarvan door brand, de drie andere van de Benthuizerpolder en van de Oostbuurtse- polder (Hazerswoude) en van de Zijdepolder (Leidsendam) door afbraak. 3 nieuwe molens zijn toegevoegd nl. de walkorenmolen „De Noord" te Schiedam, de molen van de Vlietpolder te Wou- brugge en het staartmolentje te Faljeril aan de Kaag. Van 39 molens werden nieuwe foto's opgenomen. Bij 26 hier. van was dat nodig omdat de molen was opgeknapt of voor zien was van nieuwe wieken, bedekking of dak. Bij een echter de ronde stenen stellingmolen te Maassluis was de reuen niet zo fleurig. Deze molen verkeert in een ernstige staat van verval en mist momenteel zowel zijn stelling als zijn wieken. Het leeuwendeel der nieuwe foto's bleek een verbetering. Van een zestal had echter beter de oude foto gehandhaafd kunnen blijven. Behoudens een aantal tekstverbeteringen werden in een apart hoofdstukje twee middeleeuwse molenrekeningen afgedrukt. Voor liefhebbers een waardevolle aanvulling. Door wijziging van gemeentegrenzen werden 4 molens op een andere plaats opgenomen, nl. de inventarisatienummers 82, 88, 99 en 126. Aan de molenbeschrijvingen werden behalve opvoerhoogte en groottevan het bemalingsgebied toegevoegd de sinds 1961 verstrekte subsidies. Het terugvinden van gegevens werd vergemakkelijkt door toe voeging van een viertal registers. Het belangrijkste daarvan is dat op de inventarisatienummers, waardoor nu het verband tussen de kaarten en de beschrijvingen beter terug te vinden is. Vergelijking met andere provinciale molenboeken leidt overigens tot de conclusie dat het prettigst met deze boeken kan worden gewerkt als de beschrijvingen in volgorde van inventarisatienummer worden opgenomen. De drie andere nieuwe registers zijn die op buurtschappen, op poldernamen en op molennamen. Uit het laatste blijkt weer eens dat „De Hoop" (10 maal) en „Windlust" (5 maal) de meest geliefde namen zijn. De indeling van de molens naar streek is in de nieuwe druk niet meer opgenomen. Dank zij de nieuwe registers is daar ook geen behoefte meer aan. Samenvattend kan gezegd worden dat zij die het op prijs stel len de Zuid-Hollandse molens van nabij te leren kennen in dit boek alles kunnen vinden dat zij maar nodig hebben om dit doel te verwezenlijken. Het zal een onmisbare leiddraad blijken voor hun speurtochten. De lezer zal ontdekken dat deze provincie niet alleen meer molens telt dan welke andere maar bovendien een aantal zeer unieke molens bevat, zoals de beide 12-kantige molens bij Alkemade, de poldermolen met stelling onder Gouda, de ronde molen met 8 kant onder stuk bij Alkemade, idem met 4 kant onderstuk te Loosduinen en met 6 kant onderstuk te Delft, de wipzaagmolen met stelling te Hazerswoude en een klein aantal poldermolens waarvan het scheprad zich op enkele meters afstand van de molen bevindt. Het is alleen jammer dat ondanks het feit dat veel van het oude zetsel gebruikt kon worden de prijs (Hfl. 27,50) sinds 1961 bijna verdubbeld is. W. K. DE BRU1JN Bronkhorst Korte historie van Stad en heerlijkheid., door E. van Ebbenhorst Teugbergen. Uitgave, de Walburg Pers Zutphen, 1965 4.90). Een goed verzorgde publicatie, waarin de geschiedenis van Bronkhorst op levendige wijze wordt beschreven. Brittenburg Raadsels rond een verdronken ruine, door H. Dijkstra en F. C. J. Ketelaar. Uitgave, C. A. J. van Dishoeck Bussum. Enigszins afwijkend van de reeds verschenen deeltjes in de Fibula-reeks, worden in dit boekje de vele facetten van de zaak Brittenburg uitvoerig behandeld. Amsterdamse Hofjes, door H. W. Alings. Uitgave, Gem. Commissie Heemkennis Amsterdam. De inmiddels overleden auteur heeft in dit boekje gegevens over alle hofjes in één publicatie bijeen gebracht. Verkrijg baar op kantoor Willemsparkweg 2.75) of te bestellen per postgiro 346908 3.25).

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1966 | | pagina 31