Heemschutberichten
Voorschotenboerderij „De Hoochkamer"
Van Burgemeester en Wethouders der gemeente
Voorschoten ontving Heemschut de verheugende
mededeling dat de gemeenteraad besloten heeft de
Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk te verzoeken de boerderij „De Hoochkamer"
te handhaven op de ontwerp-monumentenlijst. Dit
besluit heeft uiteraard zijn consequenties voor het
ontwerp-uitbreidingsplan dat wordt voorbereid.
Wij mogen aannemen dat de verontrustende berich
ten die voor het bestuur van Heemschut aanleiding
waren om zich terzake tot het gemeentebestuur te
wenden, thans hun grond missen en dat het uit
breidingsplan dat straks ter vaststelling aan de ge
meenteraad zal worden voorgelegd geen gewijzigde
bestemming en rooilijnen op de gronden van „De
Hoochkamer" zal leggen.
Zandvoort, „Groot Bentveld" en
Velsen „Bèeckesteyn"
Over de dreigende ondergang van het buiten Groot
Bentveld die in ons vorige nummer werd vermeld,
is geen nieuws. Heemschut heeft in een brief aan
Burgemeester en Wethouders gewezen op de grote
historische waarde en landschappelijke schoonheid
van gebouwen en parkcomplex. Het is algemeen
bekend dat de hoge onderhoudskosten het voor de
particuliere eigenaar practisch onmogelijk maken
dergelijke grote, op een staf huispersoneel berekende
buitenplaatsen te blijven bewonen. Verkoop en ver
kaveling tot bouwterrein is dan de eenvoudigste en
meest rendabele oplossing, mits het geldende uit-
(Slot jaarverslag van de secretaris
alleen het tempo van de tijd bijhouden, maar ook
de ontwikkeling van de financiële omstandigheden.
Willen wij niet opnieuw tot contributieverhoging
overgaan, dan rest ons slechts te pogen het ledental
drastisch te verhogen, zodat de stukprijs van onze
vaste verplichtingen vermindert.
Wij hebben het aantal van 4500 leden ruimschoots
overschreden, maar wij moeten uit overwegingen
van economische aard doelbewust streven naar
10.000 leden. Met de hulp van ruim 4500 leden,
die voor het overgrote deel uit ideële overwegingen
lid van onze Bond zijn geworden, moet het moge
lijk zijn binnen niet al te lange tijd de 10.000 te
bereiken. Die hulp vragen wij aan onze leden.
Het gaat om een even aantrekkelijke als belangrijke
zaak: het waken voor de schoonheid van Neder
land.
TON KOOT
Secretaris Bond Heemschut
breidingsplan dit toelaat. Maar het is moeilijk voor
een gemeentebestuur een bestemming te handhaven
wanneer deze financieel ondragelijk wordt. Zo con
centreert zich de problematiek van de kastelen en
buitenplaatsen steeds meer op de vraag of er een
bestemming te vinden is die de instandhouding van
de gebouwen en parken mogelijk maakt. Het be
stuur van de Bond Heemschut heeft in de genoemde
brief de mening uitgesproken, dat men van het
antwoord op deze vraag toch de sloping van de ge
bouwen niet direct afhankelijk moet stellen. Wan
neer hetgeen toch waarschijnlijk moet worden
geacht binnen enkele jaren een vierde Technische
Hogeschool in de omgeving van Haarlem zal wor
den gesticht, dan openen zich nieuwe perspectieven.
„Groot Bentveld" zou zich dan bijzonder goed lenen
voor de huisvesting van een groep studenten.
In dit verband willen wij ook verwijzen naar het
landgoed „Beeckesteyn" te Velsen dat enkele jaren
geleden als trieste ruïne op de sloper stond te
wachten, en in veel slechtere staat verkeerde dan
„Groot Bentveld".
Het heeft veel moeite en strijd gekost, maar ten
slotte viel het besluit tot restauratie. Het werk is
thans vrijwel voltooid, maar de bestemming staat
nog niet vast. Daarover wordt, zoals de Burge
meester mr. J. C. Bührmann in maart j.1. in de
gemeenteraad mededeelde, thans op hoog landelijk
niveau onderhandeld. Wanneer men op de bestem
ming had gewacht, dan was „Beeckesteyn" nu
allang verdwenen.
Nijmegen, Ooypolder
Volgens persberichten dient men ermee rekening
te houden dat Nijmegen zich zal uitbreiden over
de Ooypolder langs de Waal. Wie de situatie alleen
van een plattegrond kent, zal zich niet over dit voor
uitzicht verwonderen. Gebrek aan bouwgrond be
staat zelfs in gemeenten waar de bevolking niet
toeneemt omdat er nu eenmaal meer ruimte per
inwoner nodig is dan vóór 1940. Nijmegen heeft
op de hooggelegen gronden weinig mogelijkheden
meer, en kijkt dus de polder in. Maar wie dat in
werkelijkheid doet, vanaf de hoge Waaloever waar
op de eeuwenlange historie van de stad zich heeft
afgespeeld, ervaart hoe prachtig het uitzicht over
het wijde polderlandschap is, en hoe aantrekkelijk,
juist door zijn bescheiden omvang, daarin het
dorpje Ooy is gelegen. Stelt men zich dus voor hoe
het uitzicht worden zou met een grotendeels vol
gebouwde Ooypolder, dan is het duidelijk dat hier
een van de weinige punten in ons land waar men
dat fraaie contrast tussen het wijde vlakke land en
een oude stad langs de rivier nog beleven kan, ver
loren zou gaan.
Heemschut heeft in een brief aan Burgemeester
en Wethouders aandacht gevraagd voor deze kanten
van het uitbreidingsvraagstuk en aangedrongen op
het onbebouwd laten van de Ooypolder.
73