gen op het toedelen van een recreatieve en verzor
gende functie aan de buurtschap Nieuwesluiswaar
mede de omstandigheid dat de buurtschap valt in
het te industrialiseren gebied niet in strijd behoeft
te zijn.
In een uitvoerig adres aan Gedeputeerde Staten van
Zuidholland over het streekplan Haagse agglome
ratie werd aangedrongen op een gewijzigd tracé van
Rijksweg 11. Realisering van het plan-tracé zou een
onherstelbare aantasting betekenen van het buiten
Berbice te Voorschoten, en tevens de recreatie-
belangen schaden.
Herziening streekplan Zaanstreek. Onze strijd voor
het behoud van een onbebouwde Kalverpolder werd
onverminderd voortgezet. Opnieuw richtte ons be
stuur zich tot Gedeputeerde Staten, om te wijzen op
de gemiste kans, die uitvoering van dit plan zou be
tekenen.
Streekplan Walcheren. In het herziene streekplan
was de mogelijkheid geopend, te komen tot de bouw
van een hoog appartementen-hotel op een duintop
bij Vrouwenpolder. De Kroon heeft de goedkeuring
aan dit project onthouden, een bevredigend succes
voor de door ons gevoerde actie.
Het boerderijenprobleem vindt een weerspiegeling
in onze pogingen, om tot behoud van enkele grote,
maar daarnaast ook van kleinere, objecten te komen.
De Tongerlose Hoef te Tilburg had onze voort
durende aandacht, met succes werd te Oegstgeest
aangedrongen op behoud van de hoeve Haaswijk,
aandacht werd gevraagd voor de boerderij Wel
gelegen bij Melissant.
In Limburg was het de hoeve Hoogbeek te Schin
op Geul. Wij verzochten aan de Minister van
C.R.M. deze hoeve niet van de monumentenlijst af
te voeren.
Aan de gemeente Voorschoten schreef ons bestuur
over het belang van het behoud van de boeren
woning De Hoochkamer, terwijl wij de pogingen
vervolgen om te komen tot behoud van het com
plex boerderijen in Oud-Aalden.
Het huis annex boerderij „Bijlmerlust" in de Bijl
mermeer verdient behouden te worden. De ge
meente Amsterdam werd in deze benaderd. Ook
hier kwam weer duidelijk naar voren, hoe weinig
men op de tekenkamers bereid is rekening te hou
den met het bestaande landschap en met bestaande
toestanden, die kunnen bijdragen tot zinvolle ver
levendiging van stadsuitbreidingen.
Het veelzijdige karakter van onze strijd spreekt
duidelijk uit de talrijke gevallen van uiteenlopende
aard waarvoor de Bond Heemschut zich inspant.
Hiervan nog enkele voorbeelden:
Aan Gedeputeerde Staten van Overijssel werd ver
zocht niet meer bomen te doen rooien dan voor
een goed onderhoud van waterkerende dijken nood
zakelijk is, terwijl wij tevens een beroep op het
College deden, geen medewerking te verlenen aan
plannen tot het afgraven van essen. Dit uit het
oogpunt van grote landschappelijke waarde van
deze essen.
Op grond van dezelfde overwegingen richtte ons
bestuur zich tot Gedeputeerde Staten van Limburg,
aangezien wij een verdere en fatale aantasting van
de St. Pietersberg onaanvaardbaar en in strijd met
het algemeen belang achten.
B. en W. van de gemeente Beesel vroegen wij aan
dacht voor de buurtschap Ronckenstein, een be
langrijk en schilderachtig onderdeel van het Lim
burgse landschap.
De gemeenteraad van Dantumadeel adviseerden
wij, de omgeving van de gerestaureerde Stins te
Veenwouden niet aan te tasten door bebouwing.
Schade aan een aantrekkelijk dorpsbeeld door de
voorgenomen bouw van een dorpshuis te Schier
monnikoog was aanleiding Gedeputeerde Staten
van Friesland te benaderen.
De voorgenomen bouw van een gemeenschapshuis
te Enkhuizen in het plantsoen langs de Paktuinen
betreuren wij, aangezien wij menen, dat de bouw
op deze plaats het aanzien van het stadsbeeld zal
verstoren. Het College van Gedeputeerde Staten
van Noordholland deelden wij ons standpunt mede.
In het belang van het behoud van het dorpsbeeld
van Molenaarsgraaf vroegen wij het gemeente
bestuur aandacht voor het behouden van enkele
bestaande woningen en brachten onze zienswijze
in een gewijzigd plan naar voren.
HET KLEINE MONUMENT
De Raad van de gemeente Geervliet verzochten wij
alle middelen te willen aanwenden om tot restau
ratie en dus tot behoud van de Landswerf te
komen.
Onze poging te komen tot behoud van de aardige
voormalige blekerswoning te Bloemendaal leverde
geen succes op. Als niet meer passend in het uit
breidingsplan van de gemeente Bloemendaal zal
deze moeten verdwijnen. Dat men ook het uitbrei
dingsplan zou hebben kunnen passen bij de ble
kerswoning is in de tekenkamer niet uit de verf
gekomen.
De bedreiging van het gebouwencomplex Groot-
Bentveld was voor ons reden bij de gemeente Zand-
voort aan te dringen voor het oude buiten alsnog
een passende bestemming te vinden. Verlies van dit
historische gave complex zou bijzonder betreurens
waardig zijn.
In 1959 was, mede door de Bond Heemschut, op be
houd aangedrongen van de Genneper watermolen
bij Eindhoven. In juli 1965 werd na een volledige
restauratie de watermolen weer in gebruik gesteld,
waarmede deze schijnbaar verloren zaak alsnog tot
een goed einde is gekomen.
Terwijl wij in vroegere jaren een netto aanwinst
van 100 leden niet onbevredigend achtten, moeten
wij nu verklaren, dat een aanwinst van bijna 400
leden per jaar onvoldoende is. Wij moeten niet
72