1
ml
m
66
De nrs. 7 vooroorlogse herbouw,
top gedeeltelijk zichtbaar), 9
(eigcnbouwersfantasie in „Hol
landse renaissanceuit -±. 1890),
11 en 13 (eenvoudige lijstgevels),
15 (onlangs gerestaureerd), 17 (ook
„architectuur" van omstreeks 1900),
19 (vroeg 19e eenwse lijstgevel), 21
(onlangs gerestaureerd). Nu de
twee gevaarlijk bouwvallige pan
den uit deze rij, nr. 21 en nr.
1.5, hersteld en opnieuw bewoond
zijn, bestaat de kans op een gelei
delijke regeneratie, waarbij de
meest storende elementen (nrs. 9
en 17) ook eens aan een herstel
beurt toe zullen komen zodat de
zonderlinge versieringen groten
deels kunnen verdwijnen. In ieder
geval hebben zelfs deze panden
een in de gevelwand passende per
ceelsbreedte en dakvorm.
links:
De nrs 83 en 85 tonen een slechte variant van het in oud-
Zuid en West gangbare huizentype uit de periode kort voor
1914. Deze ontsieringen van het stadsbeeld zullen zuaarschijn-
lijk nog ruim een halve eeuw blijven staan,
rechts:
Wanneer men zich afvraagt of het onlangs voltooide klooster-
gebouza naast het Andries-hof „zozuel op zichzelf als met be-
trekking tot de aanwezige of te verzuachten omgeving, vol
doet aan de eisen van welstand welke in overeenstemming
zijn met het karakter van de oude stad", en of het in dit
opzicht een vooruitgang toont ten aanzien van de nrs. 83 en
85, dan is er weinig reden tot optimisme. In het recente ge
bouw is voor onverschilligheid een opzettelijk anders-zuillen-
doen in de plaats gekomen. Wie als architect zo denkt, dient
niet in de binnenstad te bouwen.