standpunten en inzichten binnen de Commissies te komen kan uiteraard de deskundigheid van de amb tenaren en van de particuliere architecten niet wor den gemist, beide groepen moeten echter niet zo zwaar zijn vertegenwoordigd, dat zij een meerder heid vormen. CONCLUSIE De herziening en nadere precisering van de voor schriften ex art. 43 der Woningwet voor de oude stad en van de Verordening op de Schoonheidscom missie en op de Commissies voor de Oude en voor de Nieuwe Stacl, benevens de organisatie van een effectieve controle, is een zaak, die studie en over leg vereist. Indien de Gemeenteraad het door ondergetekenden ingediende voorstel toegelicht in deze nota aan vaardt, dan zou het raadzaam zijn, dat Burgemeester en Wethouders een evenwichtig samengestelde werkgroep vormen ten einde een algemene herzie ning van de verordeningen voor te bereiden. Be halve de huidige Commissies voor de Oude en de Nieuwe Stad zouden de raadscommissie ex art. 22 van de Bouwverordening en de beeldende kunste naars in deze werkgroep vertegenwoordigd moeten zijn. Zoals in het voorgaande werd betoogd gaat het daarbij, niet om een wijziging in de door de Gemeen teraad herhaaldelijk vastgestelde beleidslijn, doch om een zodanige verduidelijking van de aan te leg gen maatstaven en een zodanige reorganisatie van het adviserende en toezichthoudende apparaat, dat „behoud, herstel en regeneratie van de onvervang bare architectonische en stedebouwkundige waarden van de binnenstad" geen telkens door de zichtbare realiteit van slopen en bouwen ontkrachte leuze blijft, maar een levende realiteit wordt.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1966 | | pagina 21