vaardt, die voor het ander terzijde worden gescho ven. Wil er opnieuw enige eenheid in het stadsbeeld van de binnenstad komen een zaak, die in nieuwe wijken als vanzelfsprekend geldt dan zullen beide vormen van bouwen, het vervangen en het herstel len, beschouwd moeten worden als werken aan de gaafheid van het architectonisch-stedebouwkundige geheel. Dit vergt van de architect een speciale in stelling ten opzichte van zijn taak als bouwmeester in de oude stad: grote terughoudendheid wat zijn vormgeving betreft, dienstbaarheid aan het waarde volle geheel en een vertrouwdheid met onderdelen van het bouwambacht, die bij de grote, typisch eigentijdse bouwopgaven niet meer aan de orde komen. In ieder geval is het nodig, dat het restau reren in de architecten-opleidingen als een belang rijk specialisme wordt opgenomen en voldoende aandacht krijgt, zodat een nieuwe generatie architec ten wordt gekweekt, die beide vormen van het bou wen in de binnenstad met talent en vakkennis kan beoefenen. Uitgangspunt dient immers te zijn de bereidheid om hetgeen ten behoeve van het stads beeld wordt voorgeschreven te aanvaarden als de spelregels van deze zeer verantwoordelijke arbeid, en niet te ondergaan als een vrijheidsbeperking, waartegen men zich moet afzetten om zijn orginali- teit te demonstreren. SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIES De Schoonheidscommissie en de Commissies voor de Oude en de Nieuwe Stad zijn samengesteld en wer ken volgens de op 1 maart 1933 door de Gemeente raad vastgestelde verordening en het op 5 januari 1934 door Burgemeester en Wethouders goedgekeur de huishoudelijk reglement. In grote trekken is de taakverdeling aldus, dat de Schoonheidscommissie volgens de verordening fungeert als beroepsinstantie op beslissingen van de Commissies voor de Oude en voor de Nieuwe Stad, en desgevraagd haar oordeel boven: Een poging om een nieuw kantoorgebouw van aanzienlijke afmeting op een hoek van de grachtengordel te bouwen, is het complex Keizersgracht 314-316—Berenstraat 3-5, uit 1935. Door de geleding in een hogere bouwmassa langs de gracht en een lagere aan de Berenstraat is een te grote massaliteit voorkomen, terwijl door de zorgvuldig ambachtelijke afwer- king een zekere aansluiting bij het stadsbeeld werd bereikt, midden: Keizersgracht 431 is een lelijk 19e eeuws kantoorgebouw. Toen het zt 10 jaar geleden werd gemoderniseerd schilderde men de gevel 'donker. Hierdoor verdween de hinderlijke kleur- tegenstelling met de belendingen, onder: Naast het Trippenhuis, in de jaren 1660-1664 gebouwd door Justus Vingboons als het statigste particuliere woonhuis van Amsterdam, bouwde de Rijksgebouwendienst onlangs een uit breiding voor de in het Trippenhuis gevestigde Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Hoewel de horizontale in deling in pui, drie kleiner ivordende ramenrijen en dakop- bouw, in grote trékken die van het'Trippenhuis volgt, is de detaillering van dien aard, met name in de bovenste verdie ping met het betonstaketsel, dat men zich afvraagt hoe de Rijksgebouwendienst een dergelijke aanslag op het Amster damse stadsbeeld motiveert.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1966 | | pagina 19