eeuwse panden de oorspronkelijke vorm met kruis kozijnen, luiken en glas in lood moest terugbrengen, heftige discussie veroorzaakt. Thans geldt bij restau raties een laat-18de-eeuwse roedenverdeling als richtlijn, een raamvorm die praktische voordelen heeft en niet al te opvallend afsteekt bij niet-ge- restaureerde panden. Ten opzichte van de 19de- eeuwse T-ramen en de Amsterdamse-School-varian- ten in roedenverdeling is de laat-18de-eeuwse raam- verdeling altijd een vooruitgang. Toch zijn deze vrij stijlloze raamvormen uit 1840—1940 nog veel minder storend in het stadsbeeld dan de tegenwoor dig toegepaste vrijwel vierkante ramen uit één stuk in een smalle metalen sponning, die werken als gaten in de gevel. Op weinig punten heeft het ontbreken van maat staven bij het welstandstoezicht tot een zo duidelijk falen geleid als ten aanzien van dit belangrijke detail. Daarom dient vastgesteld te worden, dat de „eisen van welstand, welke in overeenstemming zijn met het karakter van de oude stad" in dit opzicht inhouden, dat ook bij nieuwe bebouwing het raam een staande vorm moet hebben, die in een juiste verhouding staat tot de gehele gevel en gevat dient te zijn in een houten kozijn van voldoende zwaar te en zorgvuldige afwerking. E Daken Zoals in de aanvang van deze nota werd vermeld, beogen de voorschriften betreffende de bouwhoogte de verbetering of handhaving van de silhouetlijn. Ook op dit punt is een nadere definitie vereist. De silhouetlijn van de oude stad wordt in samen spel met de torens bepaald door de gevelbekro ningen en de daken, waarvan de nok als regel haaks op de straat is gericht, en de met pannen gedekte schilden een helling hebben van 40° tot 60°. Deze dakvorm is evenals de verkaveling reeds eeuwenlang een constant element in het stadsbeeld en voor het karakter van de oude stad in hoge mate bepalend. Dat evenals bij de perceelsbreedte afwijkingen van de karakteristieke dakvorm mogelijk moeten zijn, spreekt vanzelf. Handhaving of verbetering van de boven: Van het stijlloze geknutsel met erkers en opgesierde ramen omstreeks 1900 bezit de binnenstad honderden voorbeelden. Hier Singel 458. Worden deze panden vervangen of verbouwd, dan dient het welstandstoezicht een duidelijke beleidslijn te volgen op grond waarvan opnieuw aansluiting aan de waarde volle belendingen en herstel van het stadsbeeld kan worden bereikt. onder: Het pand Amstel 87 (tweede halsgevel van links) werd in de hongerxuinter geheel gesloopt. De Amsterdamse Mij. tot Stads herstel vulde het gat met een nieuw huis dat vier flatwonin gen en een sousterrain bevat. Hierbij werd de gebeeldhouwde geveltop van het gesloopte pand weer aangebracht, terwijl de vorm van ramen, deur, stoep en pui uit de beschikbare gegevens werden gereconstrueerd, zodat het pand zich weer aansluit bij het gereslaudeerde buurhuis nr. 85. Zodoende werd gehandeld naar de bedoeling van de xuelstandsbepalin- gen. Dankzij de restauraliesubsidies is dit ook economisch verantwoord.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1966 | | pagina 15