Verlichte geest in Boskoop
Hij wijst voorts op de bijzondere moeilijkheden bij
het betreden en verlaten van het gebouw tijdens
de spitsuren en het snel verlaten van een dergelijk
gebouw bij calamiteit. Ondanks een ondergrondse
garage zal de verkeersstroom, waartoe het gecon
centreerde project zal leiden, met name tijdens de
spitsuren opstoppingen en verkeersontwrichting
kunnen veroorzaken.
De Hoofdingenieur-Directeur van de Provinciale
Planologische Dienst van Zuid-Holland gaat in zijn
tot de Gedeputeerde Staten gericht rapport dd. 5
juli 1965, No. C 9881, uitvoering op deze aangele
genheid in en schrijft:
„Ook naar mijn mening is de stad een levend orga
nisme, waarin naast respect voor het verleden
„vernieuwing en aanpassing van het moderne stads
leven met hedendaagse voorzieningen mogelijk is.
„Daarbij dient intussen en ik acht dit zeer wel
„mogelijk een harmonie te worden verkregen
„tussen historisch waardevolle en te behouden
„stedebouwkundige en architectonische elementen
„en hedendaagse planning en moderne bouwkunst.
„Bij een dergelijke stadsvernieuwing dienen naar
„het mij voorkomt de stedebouwkundige monumen-
„ten die voor een belangrijk deel de karakteristiek
„van een stad bepalen, als gegeven uittgangspunten
„te worden beschouwd."
„Met het oog hierop moet mijns inziens binnen de,
in de plannen voor vernieuwing van de binnenstad
„van Den Haag ontworpen binnenste cityring geen
„hoge bebouwing worden toegelaten. Ik ben dan
„ook van mening, dat het onderhavige project
„hetwelk architectonisch en op zichzelf bezien on
getwijfeld moet worden gewaardeerd op de voor
gestelde plaats aan het Spui tussen Houtmarkt en
„Schedeldoekshaven niet past. Zulks meen ik niet
„alleen op grond van de onharmonische relatie van
„het project met de monumentale Grote Kerk en
„de Nieuwe Kerk aan het Spui, maar mede met
„het oog op de uitwerking op het stadsbeeld, gezien
„van de Vijverberg en de omgeving van het Bin-
„nenhofcomplex.
„In deze deel ik derhalve het gevoelen van de onder
„4 genoemde reclamant (de Bond Heemschut).
De ,JBoskoopse Courant" behoort niet tot onze da
gelijkse lectuur. Dat blijkt een gemis. Gelukkig
stuurt een lezer ons enkele knipsels uit de nrs. van
20 en 27 aug. j.l. Daarin pleit een zekere H. W.
voor het afschaffen van oude straatnamen. Voor
historische herinneringen, vindt hij, koopt men
niets. Hij argumenteert aldus: „Als oude herinne
ring vindt men in veel steden oude stinkende
grachten die ontzettend veel parkeerruimte op
eisen. De meest fanatieke antiekeling zit bij elec-
trisch licht inplaats van bij een oliepitje, stapt in
de auto, niet in de trekschuit, laat zich opereren
„Wat de toeneming van de verkeersintensiteit bij
„de uitvoering van het onderhavige project betreft,
„merk ik op dal gestreefd moet worden naar een
„zeker evenwichtIk betwijfel in hoge mate of
„in het onderhavige geval van een dergelijk even-
wicht sprake zal kunnen zijn.
„Ten aanzien van het parkeerprobleem in cle bin
nenstad ben ik van mening, dat eveneens moet
„worden betwijfeld, of de geprojecteerde onder
grondse garage voor circa 850 auto's wel voldoende
„is. Hierbij komt nog de parkeerruimte voor de be
zoekers van het geprojecteerde restaurant, de
„recreatieruimten en de vergaderzalen. En tenslotte
,jdient dan nog te worden gedacht aan de te ver
nachten toeneming van het aantal auto's in het
„algemeen.
„Ook ten opzichte van de verkeersintensiteit en van
„de parkeerruimte meen ik mij derhalve bij de in
„het bezwaarschrift van de onder 4 genoemde
„reclamant (de Bond Heemschut) vervatte waar
schuwing tegen onderschatting van de problemen
„te moeten aansluiten."
De Gedeputeerde Staten hebben in deze dus de be
zwaren van hun deskundige adviseurs naast zich
neergelegd.
Resumerend menen wij te mogen stellen; dat het
plan voor de 140 m. hog kantorenflat o.a.
1. aan het fraaie historische stadscentrum van
's-Gravenhage onherstelbare schade zal toebren
gen;
2. stedebouwkundig onaanvaardbaar is; en
3. uit een verkeersoogpunt verwerpelijk is.
Op deze gronden verzoeken wij Uwe Excellentie
dan ook met klem te willen bevorderen, dat dit ge
deelte van het bestemmingsplan, als zijnde strijdig
met het algemeen belang, zal worden vernietigd.
Met de meeste hoogachting,
Het Bestuur van de Bond Heemschut
Namens het Dagelijks Bestuur
J. A. DE ZWAAN, wnd. voorzitter
TON KOOT, secretaris
aan een blindedarmontsteking, terwijl dat in de
historie dodelijk ivas. Inconsequent."
Wat moet H. W. gebukt gaan onder het besef dat
ook hij, verlicht 20ste-eeuwer, dezelfde taal spreekt
als zijn voorouders, dat hij brood uit graan en
vlees van koeien en varkens eet, zoals de oude Ger
manen reeds deden, en dat zijn lichaamsbouw over
eenkomt met die van de prehistorische steppen-
jagers. Kortom, dat ook hij met talloze banden aan
het verleden vastzit. Maar nu in ernst, wat is het
triest dat dergelijke stupiditeiten in Nederland nog
gedacht en gedrukt worden!
91