Nieuwe leden Boekbespreking Als buitengewoon lid traden toe (tussen haakjes de naam van de voorsteller). G. J. van Amerongen, Amersfoort; Mr. J. van Andel, Oosterbeek; H. J. van Balen, Bennekom; D. O. Balk, Schoonhoven; P. J. de Beer, Veghel; T. J. de Beer, Krommenie; Mevr. T. Bendien-Postma, Almelo; Mej. M. Benning, Koudekerk a/d Rijn; Mevrouw Adrienne Gravin Bentinck, jkvr. Vegelin van Claerbergen, De Steeg; Drs. A. H. van den Berg, Amsterdam; N. P. van den Berg, Leiden; A. G. Blessing, Amsterdam (H. H. M. Foppe); J. Bleu- land van Oordt, Voorburg; Mevr. C. J. Bloember gen—van Rossum, 's-Gravenhage; Mr, M. C. Bloe- mers, Rijswijk; Dr. Ir. P. N. Boekei, Rijswijk; H. M. J. Boelen, Amsterdam; Mr. A. Boosman, Am sterdam; C. Brakel, Haarlem (J. M. Bantjes); Mr. D. Breebaart, Heiloo; Mevr. S. A. Bruinvis-Silver, Alkmaar; Mevr. R. M. Buurma-Vredevoogd, Assen; Mevr. E. Buys, Lelystad (mevr. Rie Kooyman); Ir. R. Bijleveld, 's-Gravenhage; J. Bijlsma, Alkmaar (Mr. J. N. Alblas); Mevr. W. ten Cate-de Wolf, Hen gelo (O.) (Mevr. C. H. W. Asselbergs-Wagenaar); J. Combrink, Amsterdam (T. J. C. M. Meyer); J. F. Daarnhouder, Bussum; Mej. G. G. Dallinga, Dieren; F. Dokter, Purmerend; Dick Dooijes, Amsterdam (Geurt Brinkgreve); Prof. Dr. J. H. Dijkhuis, Utrecht; L. A. van Eijle, Rotterdam (Dr. R. E. de Maar); Jhr. P. E. Grevén, Leeuwarden (Jhr. Mr. M. J. van Holthe tot Echten); Mr. C. S. de Jong, Arn hem; Mej. G. A. de Kempenaer, Velp (Jhr. M. V. Beelaerts van Blokland); Mr. D. W. Kok, Amster dam (Dr. W. J. C. Buitendijk); P. C. Korteweg, Zwolle (Han Prins); Dr. F. P. Koumans, 's-Graven- hage; H. A. A. Labberté, Groningen (H. A. M. G. Pieters); Drs. F. A. Lensing, Purmerend; P. J. E. Luykx, Aerdenhout; C. B. Oorthuys, Scheveningen (Jhr. F. W. A. Beelaerts van Blokland); J. B. H. Otker, 's-Gravenhage Dr. J. H. Westermann); Mevr. M. F. A. Parqui-Kramer, 's-Gravenhage; H. A. M. G. Pieters, Groningen; G. L. Potma, Groningen (H. A. M. G. Pieters); Dr. J. A. C. Schepel, Beverwijk; Mej. E. Schiff, 's-Gravenhage (D. Rutgers); Prof. Mr. H. Schuttevaer, Zeist; Th. van Straalen, Mon ster (H. Janse); Dr. Ir. J. Sybenga, Wageningen; Mr. A. Veenhoven, Emmen; Mevr. M. Visser, Bergen N.H. (mevr. Rie Kooyman); J. R. Voute, Amster dam; Prof. Dr. H. D. de Vries Reilingh, Naarden; P. N. Wagenaar, Opmeer; Mevr. P. M. Wernink- Boele, Wassenaar (mevr. F. M. van Dijk-Brouwer); Mr. W. F. J. Westermann, Rotterdam; Dr. H. Th. van Wimersma Greidanus, Utrecht; Burgemeester W. J. Wognum, Schagen; Mevr. B. A. van Wijk, Rotterdam; Dr. Ir. M. G. Ydo, Amsterdam; J. Zee man, Noord-Scharwoude; Mr. F. Zoetmulder, Am sterdam; Nico C. A. J. Zomer, Heemstede; G. van Zuthem, Zwolle (Han Prins). Gewoon lid: Adviesbureau voor Gewapend Betonconstructies, Brielle; N. V. Holland Promenade, Amsterdam. Donateur: Prof. Ir. J. J. Broeze, Rijswijk; N.V. Rotterdam- Rijn Pijpleiding Maatschappij, 's-Gravenhage. 112 „Amsterdam omstreeks 1800" is een boek dat men beurtelings met vreugde en met verdriet bekijkt. De vreugde door de voortreffelijke uitgave van de Bezige Bij, die de reproducties bevat van 100 tekeningen door Gerrit Lamberts (1776—1850), met 100 foto's van dezelfde situaties tegenwoordig door G. L. W. Oppenheim, ingeleid en van begeleidende tekst voorzien door A. M. van de Waal. Het verdriet komt doordat elke tekening prachtige huizen toont die op de correspon derende foto verdwenen zijn en vervangen werden door ontsierende misbaksels. Door Amsterdam lopend ziet men dat niet zó sterk, er is nog zoveel moois en de sfeer is nog zo hartverwarmend. Men let minder op de kleurloze „stoplappen" en kijkt liever niet te aandachtig naar de storende elementen. Maar de bekende methode van de vroeger-en-nu-afbeeldingen, die zo opwekkend kan zijn vóór en na een restauratie, stelt de platenkijkers van „Amsterdam omstreeks 1800" onbarmhartig voor ogen wat er in ander halve eeuw aan stedelijke schoonheid verloren ging. Er zijn ook situaties bij die alleen de opzichzelf verheugende ge daanteverwisseling van het stille, vervallende Amsterdam van tijdens en kort na de Franse tijd, tot de actieve, bruisende grote stad van nu in beeld brengen. Dat geldt in de eerste plaats wat toen de periferie van de stad was; binnen en buiten de Singelgracht. Gerrit Lamberts was geen groot kunstenaar maar wel een trouwhartig en nauwgezet afbeelder. Hoewel de tijdsafstand tussen hem en de 18de eeuwse topografen zoals Jan de Beyer, Caspar Philipsz e.d. niet heel groot is, heeft het werk een geheel ander karakter, het is losser, maar ook minder raak en precies. Daardoor accentueert de tekentrant het wat rom melige en haveloze dat Amsterdam toen vooral in de arme buurten en aan de buitenkant gehad moet hebben, in tegen stelling tot de voorgangers die hun hart verpand hadden aan de sierlijke pracht van de welverzorgde herenhuizen langs de grote grachten en de statige openbare gebouwen. Amsterdam in vroeger tijden is kennelijk een onderwerp waarvoor groeiende belangstelling bestaat. De laatste jaren verschijnen regelmatig nieuwe boeken die bepaalde aspecten in beschrijving en afbeelding weer onder de aandacht bren gen, en in uitgaven die betaalbaar zijn al is de prijs van het hier besproken boek (f 12,50) uiteraard boven het pocket-peil. „De straat waarin wij in Haarlem wonen", door Dr. Gerda H. Kurtz uitgegeven door de Erven F. Bohn te Haarlem, zou men een stratengids-met-uitleg kunnen noemen. Buiten staanders en dat is iedereen behalve de ambtelijke com missies die de straatnamen bedenken hebben er geen idee van hoeveel hoofdbrekens de naamgeving kost. De namen moeten duidelijk zijn, geen verwarring bij adressering ver oorzaken, maar één keer in de gemeente voorkomen, liefst per buurt een samenhangende groep vormen en goed uit te spreken zijn. Noemt men straten naar personen wat hier een gangbare praktijk is dan moeten het mensen van erkende betekenis zijn geweest en al enige tijd over leden om de kans op vergissingen uit te sluiten. Het wordt bij de snelle uitbreiding van de steden en dorpen steeds moeilijker zinvolle en aan de gestelde eisen beantwoordende straatnamen te vinden. Het boek van Dr. Gerda Kurtz geeft de geschiedenis van de straatnaamgeving in Haarlem en een toelichting tot de lijst van straatnamen, die veel wetens waardigs bevat.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 28