AKKERLEVEN EN SNELVERKEER Zoals in het juninummer van dit jaar werd vermeld (blz. 43—44is er overleg gaande tussen het gemeentebestuur van Delft en de Bond Heemschut over de vraag of het dorpje Abtswoude opgenomen zou kunnen worden in de uitbreiding van Delft als een bijzondere recreatieve groenstrookzij het met verlies van de agrarische bestemming, dan wel geheel zou moeten verdwijnen. In dat laatste geval zou de geprojecteerde autoweg, de Beneluxbaan, precies over de plaats heengaan waar nu nog in het polderland de laatste boerderijen langs de Abtswoudse weg liggen. Wellicht klinkt in de be raadslagingen over de vorm die de urbanisatie van het randstad-gebied hier zal moeten krijgen, een echo door van het loflied op het landelijke leven dat de dichter-boer Poot in Abtswoude schreef, in hetbeginvan de 18de eeuw. Wij menen goed te doen dit gedicht hierbij af te drukken: ondanks de wat barok-gezwollen toon getuigt het op vele plaatsen van een zuivere ontvankelijkheid voor de natuur. Hoe genoeglijk rolt het leven Des gerusten Lantmans heen, Die zijn zaligh lot, hoe kleen, Om geen koningskroon zou geven! Laege rust braveert den lof Van het hoogste koningshof. Als een boer zijn hijgende ossen 't Glimpend kouter door de klont Van zijn erffelijken gront, In de luwt de hooge bosschen Voort ziet trekken; of zijn graen 't Vet der klai met gout belaên; Of zijn gladde mellekkoeien, Even lustigh, even blij Onder 't grazen, van ter zij In een bochtigh dal hoort loeien; Toon mij dan, o arme stadt, Zulk een wellust, zulk een schat. Welige akkers, groene boomen, Malsche weiden, dartel vee. Nieuwe boter/zoete meê, Klaere bronnen, koele stroomen, Frissche luchten: overvloet Maeckt het buitenleven zoet. 110 (foto's uit Abtswoude door W. Zilver Rupe)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 26