zontale flateenheden te creëren. Bij dit alles zal tie die de wet geeft van stads- en dorpsgezicht blijkt
het monument slechts zeer ten dele welvaren. Voor duidelijk, dat er juist aan deze algemene kant van
een deel zal het meer een gedogen van dergelijke de zaak is gedacht: het wordt n.1. omschreven als
inbreuken zijn, omdat alleen op die manier nog „een groep van onroerende zaken, hieronder be-
een toekomst voor het pand in de moderne maat- grepen bomen, wegen, straten, pleinen en bruggen,
schappij denkbaar is, dan dat er sprake kan zijn grachten, vaarten, sloten en andere wateren, welke
van restauratie of van monumentenzorg in de di- met een of meer tot de groep behorende monumen-
recte, oorspronkelijke zin. ten een beeld vormen, dat van algemeen belang is
Dit brengt ons op het punt van de aard van de wegens de schoonheid of het karakter van het ge-
bescherming, die in het kader van het beschermde heel". De opzet ervan is dan ook, de omgeving
stadsgezicht mogelijk zal zijn, en op de vraag, hoe rondom monumenten goed te houden. Daarbij
deze zich verhoudt tot de bescherming van het in- wordt er van uitgegaan, dat voor het monument
dividuele monument zoals wij die al zoveel langer zelf, waar immers de veel zwaardere eisen van oud-
kennen? Over het laatste punt eerst een paar op- heidkundige conservering aan gesteld worden, al
merkingen. Wanneer er sprake is van een be- op een andere wijze is gezorgd. Een en ander
schermd stadsgezicht betekent dit allerminst dat de impliceert, dat ook eenvoudige oude panden in een
oude bouwwerken, die daar binnen vallen, de beschermd stadsgebied, die men graag in hun be-
monumenten in oude zin, niet meer op de lijst staande oudheidkundige waarde wil handhaven als
zouden behoeven te worden geplaatst, omdat de monument op de lijst dienen te worden geplaatst,
nieuwe bescherming ze veilig zou stellen voortaan. Hetgeen overigens niet weg neemt, dat ook zij,
Deze laatste heeft immers een geheel ander karak- voorzover de status als monument dit maar enigs
ter en is niet gericht op het garanderen van het zins toelaat, zullen delen in de vernieuwing van be-
voortbestaan van een oud bouwwerk als zodanig en stemming of modernisering van het comfort die bij
zoveel mogelijk in zijn oorspronkelijke staat. een regeneratie voor de betreffende stadswijk wordt
De regeling, die voortvloeit uit een aanwijzing be- beoogd. Dat een pand monument is, betekent geens-
schermd stadsgezicht vat de zaak aan van een an- zins een bevriezing van een bestaande toestand. Wij
dere kant: zij stelt een aantal condities, waar- hebben hier al eerder op gewezen. De monumenten-
aan elke bebouwing, oud pand of nieuw pand, zorg hanteert niet een soort van toverstaf of betove-
in de buurt in kwestie zal moeten voldoen. Tot ringsmiddel waardoor een stadsbeeld dat men lief
de zaken, die voorgeschreven kunnen worden be- heeft gekregen of een huis dat door ouderdom over
horen goothoogte, indeling van de gevel, parcel- een ondefinieerbare charme beschikt, voor altijd on-
lering van de straatwand, uitsluiting van bepaalde gerept zo zullen voortbestaan. De tijd gaat door. Elk
materialen of constructiewijzen, toepassing van kap- stadsgezicht en elke woning zullen als ze opgeno-
pen, en al dergelijke. Daar de regeling beschermd men blijven in de maatschappij, en dat is de enige
stadsgezicht een verordening zal zijn met een con- reële mogelijkheid voor de meeste monumenten om
serverende strekking, ligt het voor de hand, dat voort te bestaan met de loop der jaren aan ver
zij op handhaving van het bestaande karakter zal anderingen onderhevig zijn en aan authenticiteit
zijn toegespitst, maar dan vooral wat het algemene inboeten. Een restauratie van een huis, een revali-
betreft: de rooilijnen, verkavelingen, beplantingen, datie van een straat, zal, over het algemeen, dit ver
bestratingen en al wat meer tot bewaring van het lies niet kunnen verhinderen en in zeker opzicht
aspect in algemene zin kan bijdragen. Uit de defini- zelfs nolens volens aan deze achteruitgang van
108
GoesTurf kade. Voor een
dergelijk stadsbeeld is een
conserverende regeling op
haar plaats. Niet om deze
zvijk tot een museum te
makenof modernisering
van woongelegenheid en
bedrijfsoutillage uit te slui
ten. Wel om karakteront
waarding tegen te gaan, en
te zorgen dat de hoge kzva-
liteit van het geheel, histo
risch bouwkundig en ste-
debouzukundig, gehand
haafd blijft. Een zaak zoaar-
bij elke burger, huiseige
naar en zakenman incluis,
in laatste instantie bij ge
baat is.