Boombescherming Van verschillende kanten heeft de redactie van ons blad in de laatste tijd verzoeken ontvangen om aan dacht te besteden aan het lot van de boombeplan ting in de steden. Een van de brieven ging in het bijzonder over het Stadspark in Maastricht, waar van een groot deel, dat vele oude en in Nederland zeer zeldzame bomen bevat, zal verdwijnen in ver band met de daar geprojecteerde oeverwerken. Maar ook verder behoeft men slechts een jaargang van Heemschut door te bladeren om te zien clat de Bond voortdurend bezig is met, en in vele gevallen actie voert tegen het kappen van bomen. Het is trouwens opvallend dat met name in Amsterdam het lot van de bomen de voorbijgangers en bewo ners zeer ter harte gaat. Hierbij moet echter wel op gemerkt worden dat de vraag of een oude boom die er ogenschijnlijk nog statig en gezond bijstaat, werkelijk nog sterk genoeg is om een storm te weer staan, alleen door vakmensen kan worden beoor deeld. Enig risico is daarbij niet te vermijden. On danks zorgvuldige controle levert elke storm zijn oogst aan afgebroken takken en ontwortelde bomen, die dan vaak ook schade toebrengen aan electrische leidingen en geparkeerde auto's. Maar de waarde van de bomen in het stadsbeeld en hun betekenis als dempers van lawaai en opvangers van stof en stank zijn zo groot, dat de gemeentelijke plantsoenendiensten er als regel alleen toe overgaan een mooi uitgegroeide boom te vellen wanneer zij overtuigd zijn dat het te gevaarlijk zou zijn hem te laten staan. Dit wil echter niet zeggen dat er niet méér gekapt wordt dan op grond van de gezondheid van de bomen nodig zou zijn. Het is een van de gevaar lijkste nevenverschijnselen van de voortdurend ver der uitgroeiende overheidsbemoeiing op zichzelf niet te vermijden in verband met de bevolkingstoe name en de maatschappelijke ontwikkeling dat de verschillende takken van dienst steeds verder van elkaar af komen te staan en daardoor minder aandacht krijgen voor de taken die door anderen clan hun eigen afdeling worden behartigd. Men kent allerwege de situatie van langs elkaar heen en soms zonder het te weten tegen elkaar in wer kende instanties, wat dan weer moeizame coördina tiebemoeiingen op bestuursniveau nodig maakt. Zo ligt het voor de hand dat verkeersingenieurs die de veiligste en soepelste tracering en profilering van een wegverbreding ontwerpen, geneigd zijn een bomenrij als sta-in-de-weg te beschouwen die zowel door de omwonenden als door de dendrologen als een kostbaar bezit wordt beschouwd. Het is sinds jaar en dag een zaak waar Heemschuts' commissie „de Weg in het Landschap" zich voor beijvert om begrip te vragen voor de waarde van de boombe- plantingen en om aan te dringen op een zodanige wegaanleg dat bomenrijen, desnoods aan één kant of tussen de rijstroken in, gehandhaafd kunnen blijven. Wat de grote rijkswegen betreft moet trou wens gezegd worden dat er de laatste jaren veel aandacht besteed wordt aan de landschappelijke aankleding. Bepaald minder gunstig is de situatie langs vele provinciale en gemeentelijke wegen, zo wel buiten als binnen de bebouwde kommen. Daarom is het nodig dat de publieke opinie voort durend in staat van alarm blijft ter bescherming van de bomen. Niet minder belangrijk is dat de desbetreffende overheidsdiensten voldoende midde len ter beschikking hebben om veel, en vooral reeds flink uitgegroeide bomen te planten. Het „verhui zen" van grotere bomen is uiteraard moeilijker en duurder dan het inplanten van dunne sprietjes met een hek van latten en kippengaas erom heen. Maar het kan. Een beroemd voorbeeld is het bos van het kasteel Haarzuilens dat in het begin van deze eeuw aangelegd werd met grote beuken en eiken. Bekend is ook de operatie onder leiding van het toenmalige hoofd van de Amsterdamse afd. Beplantingen J. R. Koning jarenlang Heemschut-bestuurslid om enkele van de monumentale platanen van het Leid- sebosje te verplaatsen toen daar vóór de oorlog een circuit werd aangelegd. Na de oorlog is in dit op zicht voortreffelijk werk gedaan door ir. P. Koster, 101 Beuken die gezwachteld worden

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 17