Heemschut zijn daarom ue organisaties en particu lieren die opkomen voor het naturschoon, in hoge mate verontrust door de berichten dat de ENCI op nieuw haar concessiegebied zou willen uitbreiden, nl. over het gehele Poppelmondedal, de wand van het Jekerdal en de Zonneberg met zijn historisch merkwaardig gangenstelsel, juist over die gebieden waarvan de handhaving in 1949 noodzakelijk werd geacht. Heemschut heeft zich tot G.S. van Limburg gewend met het dringend verzoek te willen belet ten dat hier aan de belangen van een bepaalde in dustrie waarden van zó grote landschappelijke, re creatieve en wetenschappelijke betekenis zouden worden opgeofferd. Zaanse Schans Het is al weer een paar jaar geleden, in ons augus tusnummer 1960, dat de lezers vari 'Heemschut ken nis konden nemen van het project-Zaanse Schans. Het begin was er: een partieel uitbreidingsplan van de gemeente Zaandam, subsidietoezeggingen van het Rijk en verschillende Zaanse gemeenten, één ver plaatst huis, één verplaatste molen. Toen de deelnemers aan de Heemschutdag 1962 in de Zaanstreek de Schans bezochten konden zij zien hoe het voortreffelijke initiatief van architect J. Schipper langzaam maar zeker vorm kreeg. Men kon al van molens en huizen spreken al waren het er nog niet veel. Dit jaar, op 15 juli, stond er een foto in de kranten van een feestelijk bepluimd span paarden dat uit Amsterdam de bierwagen naar de Schans had getrokken om het feit te vieren dat bij de herbouw van het restaurant het v.m. Westzaan- se Weeshuis het hoogste punt was bereikt. Op die foto stond al een rij herstelde Zaanse huizen met hun sierlijke houten gevels weer fris in de verf. Wanneer dit restaurant het volgend jaar in gebruik zal worden genomen, dan heeft het toeristenver keer zijn noodzakelijk middelpunt gekregen. Want al wordt de Schans een woonwijk en geen open lucht-museum, het blijkt nu al dat dit groeiende complex van oude hout-architectuur, van huizen, molens en andere bedrijfsgebouwen, een belangrijke attractie voor het vreemdelingenverkeer gaat wor den. Volgens persberichten bereiden zowel de Ned. Spoorwegen als de Amsterdamse rondvaartrederijen al plannen voor om de Schans in hun toeristenpro gramma's op te nemen. De miljoenen die aan de Schans besteed worden zullen een verstandige inves tering blijken! ENKHUIZEN IN BEELD 87 Fraai foto-album van Enkhuizen's gevelbezit. Uitgave van de Vereniging Oud-Enkhuizen „In 1514 had Enkhuizen 720 huizen, welk getal in 1632 tot 4130 was toegenomen, doch sedert ook weer daalde. In 1732 telde men er 2605, in 1840: 1026 huizen in de stad. De stad draagt de sporen van die geschiedenis op 't gelaat; ver dwenen zijn gehele reeksen pakhuizen en herenhuizen. Zo hier en daar rijst nog een enkel oud huis, doch gij kunt er zeker van zijn, dat het eens aan een dichtbebouwde straat in de rij. heelt gestaan. Enkhuizen is daaróm toch nog geen verlopen stad, geen stad in lompen en vuile, gerafelde kle deren of met een ongeschoren gezicht; Enkhuizen is duide lijk blijkbaar een kind van goeden huize, wel aan lager wal geraakt, maar geen vagebond of bedelaar geworden, dien men een aalmoes zou geven. De historische grootheid der plaats is niet bezoedeld." Deze gegevens, ontleend aan het in 1906 verschenen boek „Rondom de Zuiderzee" van Dr. H. Blink, geven in enkele cijfers, in enkele zinsneden, de tragiek weer van de stad, die door haar handel op de Sont en de Levant, op Oost en West en door haar honderdtallen haringbuizen eens als een der machtigste steden van Holland gold. Inderdaad heeft zij in de vorige eeuw de tijd gekend, dat het1 puin van haar ge sloopte huizen vrijwel het enige artikel was, waarmede zij handel dreef. Maar nochtans bleef binnen haar wallen een schat van oud-vaderlandse bouwkunst bewaard, zodat de schrijver van haast ieder reisboek daarvan in lyrische be woordingen gewaagt en deze oude stad een waar open luchtmuseum noemt. Hoe onvoorstelbaar rijk moet de oude stad geweest zijn aan gevelschoon als de rest daarvan iedere schoonheidgevoelige en met historische zin begaafde toe schouwer in verrukking brengt. Van die uitbundige pracht uit het verleden is dit jaar nog veel te zien in het Zuiderzeemuseum, dat in het vermaarde Peperhuis met zijn 17de-eeuwse belendingen huisvesting vond. Een bijzondere expositie is daarin voor dit seizoen bijeengebracht onder de naam: „Het kunstenaarsoog ziet Enkhuizen". Prachtige doeken van Springer, Tholen, Vree- denburgh, Lussenburg en vele anderen en een uitgebreide collectie grafiek geven een kijk op het schilderachtige, boeiende stadsbeeld van vroeger en nu. De expositie duurt maar één seizoen en de tentoongestelde stukken gaan daarna weer heinde en ver naar musea en particulieren. Maar het stedeschoon van Enkhuizen blijft en menigeen zal verlangen daarvan een durende herinnering te bezitten. De Vereniging „Oud-Enkhuizen", die tot speciale taak heeft een waakzaam oog te houden op de architectoni sche- en historisch-waardevolle gevels en er wonderwel in slaagt die in een goede staat te conserveren, heeft ook om zelf een spectaculaire inventaris te hebben van de merk waardigste stukken een royaal verzorgd foto-album het licht doen zien, waarin 110 echte foto's opgenomen zijn van de monumentale gemeentelijke gebouwen, Stadhuis, Waag, Drommedaris, Koepoort, waterpoorten van de beide laat gotische kerken en van de zeer vele artistieke klok-, hals- en trapgevels, die zich in het stadscentrum aaneenrijen en in de buitenwijken als ingezette edelstenen uit de latere bebou wing naar voren komen. Deze verzameling is uniek en strekt de stad, die zij in beeld brengt, tot eer. En ongetwijfeld is dit voor honderd gulden verkrijgbare, prachtig en op royaal formaat uitgevoerde foto album een rijk bezit voor ieder, die zich geboeid weet door het oud-vaderlandse stedenschoon en zijn herinneringen aan de schoonheid van Enkhuizen graag wil ophalen door een visuele rondgang langs de talrijke monumenten, die in dit prachtige platenboek zijn afgebeeld. S. SPOELSTRA

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 27