eerst op te offeren om dan later met zeer hoge kos ten nieuwe parken aan te moeten leggen. Deze over weging geldt zeker ten aanzien van de 18dé eeuwse buitenplaats Berbice, een statig landhuis met een prachtig bospark van grote beuken, eiken en ge mengd struikgewas. Bij een recente verbreding van de weg van Leiden naar Voorschoten is reeds een deel van het voorterrein verloren gegaan. De nu geprojecteerde rijksweg zou echter met een pl.m. 5 m. hoog dijklichaam dicht langs het huis heen gaan, en bovendien zouden een deel van de vijver en een groot deel van het bos verdwijnen, waarbij te verwachten valt dat dan ook het resterende deel, met name de zeer fraaie beukenbomen, zullen af sterven. Een dwingende reden voor dit tracé acht Heemschut niet aanwezig, de weg kan zonder be zwaar iets naar het oosten worden opgeschoven. Dat kost enige vrij nieuwe huizen maar de bebou wing langs de Leidseweg is over het algemeen van dien aard dat zij ook afgezien van het wegenplan niet te handhaven zal zijn. Deze wijziging van het ontwerp-streekplan is te meer nodig omdat de ge meenten Leiden en Voorschoten zich bij de uitwer king van hun uitbreidingsplannen-in-onderdelen op het streekplan zullen baseren, zodat het ontworpen kruispunt van de rijksweg 11 met de Leidseweg en de provinciale weg nr. 16 de gehele omgeving defi nitief vastlegt. Óver het algemeen is het Heemschutbestuur van mening dat de in het streekplan beoogde spreiding van doorgaand en streekverkeer te ver is doorge voerd. Dit leidt tot een zeer groot aantal wegen, en dus tot een vermenigvuldiging van de kruispunten en bruggen, waardoor niet alleen het landschap sterker dan nodig is wordt aangetast, maar ook het weggebruik onrustig en daarom gevaarlijker wordt. Zo zal het agrarische gebied ten westen van Zoetermeer en dat tussen de spoorweg Den Haag- Leiden en rijksweg 4 over een afstand van pl.m. 6 km door vijf evenwijdig aan elkaar lopende wegen worden doorkruist. Dat is teveel. Ook de kruisin gen van viif wegen met de Vliet en het feit dat de weg uit Zoetermeer de drie molens van de Driemanspolder op een afstand van slechts 200 m passeren, ziin aantastingen van het landschap die vermeden kunnen worden wanneer het wegenplan opnieuw in studie wordt genomen. Daarop heeft Heemschut bij G.S. aangedrongen. Kollurnerland Uitbreidingsplan Kollum-Noord en afbraak v.m. pastorie In ons decembernr. 1964 (blz. 108-109) werd mel ding gemaakt van de o.a. door Heemschut onder nomen pogingen om de z.g. Bogerman-pastorie in Kollum te behouden. Het was bekend dat dit ge bouw opgenomen zou worden in de in voorberei ding zijnde monumentenllijst. Terwijl de bespre kingen hieromtrent gaande waren, werd het pand gesloopt. „Naar verluidt is er in Kollurnerland nim mer zo hard en door zoveel gemeentewerklieden tegelijk gezwoegd als bij het in elkaar gooien van het oude huis ten westen van de kerk," zo lezen wij in een der perscommentaren. Deze uiting van gemeentelijke autonomie net vóór de wettelijke bescherming van kracht zou kunnen worden, had tot doel de ruimte vrij te maken voor een verbin dingsweg van de Voorstraat langs de N.H. kerk naar een geprojecteerde noordelijke woonwijk. Aange zien de Voorstraat een nauw profiel heeft zal op deze wijze een verkeerstechnisch ongewenste situa tie ontstaan, die het door de afbraak van de pastorie toch al nodeloos geschonden dorpsbeeld verder zal aantasten. Heemschut heeft zich met een adres terzake tot de gemeenteraad gewend. Zutfen, Cabinetshaven In verband met een verhoging van de waterkering langs de IJssel wordt overwogen de Cabinetsha ven met een dam af te sluiten en te dempen. Deze haven vormt een geheel met het hoornwerk van de v.m. Vispoort. Dit in 1701 onder leiding van Menno van Coehoorn aangelegde verdedigingswerk, waarvan de oorspronkelijke muren nog aanwezig zijn, is een uniek voorbeeld van vestingbouw. Het zou daarom wel een groot verlies zijn wanneer het complex door deze demping zou worden ontluis terd. Hierbij komt nog een praktische overweging, namelijk het belang dat de Cabinetshaven heeft en nog meer zou kunnen krijgen voor de watersport. Heemschut heeft op grond van deze argumenten aan B. en W. in overweging te geven in de dam een sluis aan te brengen die bij hoge waterstand gesloten kan worden. Maastricht, St. Pietersberg Op grond van het rapport dat een hiertoe inge stelde adviescommissie had uitgebracht gaven G.S. van Limburg in 1949 toestemming het concessie gebied van de Eerste Nederlandse Cement Industrie (ENCI) belangrijk uit te breiden. Van harte ging het niet. De St. Pietersberg is in vele opzichten een belangrijk natuurmonument. Doorslag gaf toen het gebrek aan deviezen om de voor de weder opbouw onmisbare cementvoorraden uit het bui tenland te betrekken. Nadrukkelijk werd toen ech ter gesteld dat de schade aan het natuurschoon zo veel mogelijk beperkt diende te worden. De situa tie is sinds 1949 grondig gewijzigd. De deviezennood behoort tot het verleden. In de behoefte aan cement wordt in toenemende mate door de hoogovens te Velsen voorzien. Met het bestuur van de Bond 86

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 26