Heemschutberichten
EindhovenGenneper watermolen
Zes jaar geleden, in juli 1959, werd in de gemeente
raad van Eindhoven anderhalf uur lang gediscus
sieerd over het lot van de Genneper watermolen. Er
waren brieven ingekomen van de Bond Heemschut
en de Heemkundige Studiekring „Kempenland" die
pleitten voor behoud en restauratie. B. en W. von
den het te duur. Een grote raadsmeerderheid was
voor herstel. In 1961 legden B. en W. een nota aan
de raad voor met een kostenraming. Voor plm.
340.000,— zouden niet alleen het molengebouw
zelf waarvan de historie teruggaat tot het jaar
1249 maar ook de stuw en het maalwerktuig weer
geheel in goede staat gebracht worden. Aldus ge
schiedde, en op 28 juli 1965 is de molen door wet
houder drs. G. E. G. van der Kruys weer in gebruik
gesteld.
Zes jaar geleden was het een schijnbaar verloren
zaak om op te komen voor het behoud van een
totaal vervallen, onrendabele watermolen in de
groeiende industriestad. Nu is iedereen er blij mee
dat dit historische monument van het Dommeldal
weer tot leven is gekomen. Zoiets geeft moed.
Zevenaar- uitbreidingsplan
Ditmaal gaat het om de herziening van een deel van
het uitbreidingsplan waarbij sportterreinen worden
aangewezen. Wat ook de bestemming moge zijn, in
dustrieterrein, bejaardencentrum, woningwetbouw
of iets anders: dat het ten koste van de voor de in
standhouding van het Huis Sevenaer onmisbare
landbouwgronden zal gaan, weten wij bij voorbaat!
Opnieuw is Heemschut bij de Kroon in hoger be
roep gegaan tegen de plannen van het gemeente
bestuur.
Zwartsluisprovinciale weg
Aan de gemeenteraad van Zwartsluis heeft Heem
schut een brief gericht over het „verkeersplan Het
Singel". Dit beoogt een verbinding tussen de pro
vinciale wegen van Zwartsluis naar Meppel en
naar Vollenhove tot stand te brengen over Het
Singel en de daarnaast gelegen Singelgracht. Hier
door zou een aantrekkelijk en historisch belangrijk
deel van de oude vestingwerken verloren gaan. Vol
gens de mening van Heemschut is dit offer niet al
leen te zwaar, maar zelfs onnodig en onjuist. Het
leggen van doorgaande verkeerswegen door bebouw
de kommen is immers een reeds lang verlaten sys
teem: dergelijke wegen behoren om de stads- en
dorpskernen heen te lopen. De argumenten hier
voor spreken in het geval-Zwartsluis overduidelijk.
De ontworpen verbinding zal binnen enkele jaren
onvoldoende capaciteit hebben, zij zal een scheiding
van toenemende zwaarte en hinderlijkheid teweeg
brengen tussen de oude stadskern en de woonbe
bouwing daarbuiten, en een ongewenste vermenging
van lokaal en doorgaand verkeer veroorzaken.
Er zijn in dit geval twee alternatieven: een rond
weg ten noorden van Zwartsluis of een weg langs
de nieuwe uitmonding van het Meppelerdiep.
In het eerste geval zou de weg een zwaardere fun
dering vereisen in verband met de bodemgesteld
heid. Aangezien in de omgeving ook woonbebou
wing is geprojecteerd kan dit bezwaar niet onover
komelijk worden geacht. In het tweede geval zou
een scheepswerfje verplaatst moeten worden en zou
enige tussen de beide uitmondingen van het Mep
pelerdiep geprojecteerde woonbebouwing moeten
vervallen wat volgens Heemschut een verbetering
zou zijn. Op grond van deze overwegingen heeft
Heemschut verzocht niet tot uitvoering van het
„verkeersplan Het Singel" over te gaan doch een
van de beide andere oplossingen te kiezen.
Overijsselbomen op de dijken Zuid-Holland, streekplan Haagse agglomeratie
Het College van Gedeputeerde Staten heeft aan de Naar aanleiding van dit ontwerp-streekplan heeft
waterschappen in Overijssel opdracht gegeven de bo- Heemschut zich tot G.S. gewend met enkele bezwa-
men op en bij de rivierdijken te rooien. Hoewel ren. Deze gelden in de eerste plaats de geprojec-
Heemschut ten volle begrip heeft voor de nood- teerde rijksweg 11 die de buitenplaats „Huize Ber-
zaak de dijken zo goed mogelijk te onderhouden bice" te Voorschoten reddeloos zou verminken. In
rijst toch de vraag of het nodig is deze boombe- het gebied dat na 1945 aaneengroeit tot de rand-
plantingen die zulk een bijzondere landschappelijke stad Holland zijn reeds vele buitenplaatsen verloren
waarde hebben, alle te doen verdwijnen. Aan G.S. gegaan. Het is een dwingende eis van goed plano-
is gevraagd hierbij niet verder te willen gaan dan logisch beleid om in dit geheel de als recreatiege-
met het oog op de waterkering nodig is. bied waardevolle terreinen te behouden, en niet
84