eerste paar reliëfs, maar hier begint het in de lin
kerbovenhoek.
Alle vier de reliëfs vertonen sporen van de oude
polychromie, die later door een grijsgroene laag
schijnt te zijn overdekt, die voor het grootste deel
is afgebladderd.
De beschadiging van het Kruisigingsreliëf is al in
de middeleeuwen ontstaan, immers hier en daar
loopt de polychromie over de beschadigde delen
heen en men heeft zelfs de Christuskop in een
andere steensoort trachten te vernieuwen.
Deze reliëfs vertonen een zeer directe verwantschap
met de in Maastricht aanwezige producten van een
beeldhouwersatelier, dat naar een op een kapiteel
in de benedengang van het koor der O.L. Vrouwe-
kerk voorkomende naam Heimo, de Heimo-groep
wordt genoemd. Werk van dit atelier bevindt zich
ook in de St. Servaaskerk. Kenmerken van deze
school zijn: a) een zekere realistische dramatiek,
b) voorliefde voor een golvende benedenbeëindi-
ging der tunica's, c) regelmatige, soms waaiervormi
ge getekende plooien, d) grote hoofden met aman-
delvormige, zwaaromrande ogen, e) het veelvuldig
toepassen van een soort parelrand als zoomversie-
ring der gewaden (zie hoofdsluier der meest rechtse
Maria, verder de mantel en de tunica van Pilatus)
Ook het profiel der omlijsting, evenals de daarop
aangebrachte opschriften zijn typisch voor deze
groep, evenals het feit, dat de figuren het geprofi
leerde deel der omlijsting oversnijden.
Het tafereel van Pilatus vertoont een treffende
overeenkomst met een reliëf, behorende tot de
Heimo-groep en zich bevindend in de O.L. Vrouwe-
kerk te Maastricht. Daar is waarschijnlijk uitge
beeld hoe een persoon geknield een eed aflegt ten
overstaan van een vorst. Deze laatste zit op een
troon, die in alle onderdelen overeenkomt met die
van Pilatus. Achter de eedaflegger staat een man
die in zijn baard grijpt om aldus de belofte te
bevestigen. Achter de troon staat een dienaar met
een zwaard, dat hij op zijn schouder laat leunen.
Verder komt de haartooi van de vorst geheel over
een met die van Pilatus.
Rest de vraag, waartoe deze reliëfs hebben ge
diend. Hierop is geen definitief antwoord te ge
ven. Het meest waarschijnlijk lijkt 't mij, dat het
onderdelen zijn van een uit twee gedeelten be
staande afsluiting of balustrade van het verhoogde
koor. Pilatus en de Kruisiging zouden dan links
hebben moeten staan, de voorstelling van de drie
Maria's bij het open graf, rechts. Dit klopt met het
doorlopen van de polychromie over de linker zij
kant van het reliëf met de Engel. Waarschijnlijk
hebben de reliëfs op een geprofileerde basislijst
gestaan en werden zij door iets soortgelijks be
kroond. De dookgaten aan de bovenkanten wijzen
daarop.
Deze vondst is van het uiterste belang.
Ons land is met uitzondering van Maastricht en
omgeving zeer arm aan Romaanse sculptuur.
Utrecht en de Nederlanden zijn door deze
reliëfs van grote artistieke, kunsthistorische en
iconografische waarde, ten zeerste verrijkt.
Utrecht bezit nu een van de belangrijkste Ro
maanse beeldhouw-ensembles van de Nederlanden.
Prof. Dr. J. J. M. TIMMERS
80