waarschuwend voorbeeld. In de stadskernen met hun van oudsher dichte bebouwing, die de laatste halve eeuw steeds verder dichtgeslibd is door het wegknagen van de geringe reserves aan groene ruimte, zijn de stedebouwkundige bezwaren tegen een dergelijke sterk geconcentreerde vergroting van het vloeroppervlak en de daardoor gecreëerde ver- keersconcentraties in een hierop niet berekend stra- tennet, en tegen de verdere achteruitgang van licht en luchttoetreding door hoogbouw, zó evident dat de aantasting van het silhouet hoe ernstig ook nog niet eens als het voornaamste bezwaar wordt ervaren. De toelaatbaarheid van torengebouwen kan dus in twee soorten situaties weinig aanleiding tot discus sie geven: in nieuwe stadsdelen waar zij een integre rend deel van het plan uitmaken, en in waardevolle oude stadsdelen waar zij om tal van redenen onge wenst zijn. Het zuiverst kan daarom het vraagstuk gesteld wor den bij hoogbouwplannen in situaties die hiervoor op het eerste gezicht ruimte genoeg hebben en een schoolvoorbeeld geeft dan het project-Vrouwenpol der. Zoals reeds vroeger in ons blad werd vermeld (1964, blz. 5) hebben de Provinciale Staten van Zeeland op 5 nov. 196S een tweede partiële herzie ning van het streekpIan-Walcheren aanvaard, die 0.m. tot doel had de mogelijkheid te openen voor een hoog appartementenhotel op een duintop in Vrouwenpolder. Wij hebben toen gewezen op de vreemde argumentatie van dit besluit van het pro vinciaal bestuur. Daarin wordt met nadruk gesteld dat een dergelijke hoogbouw slechts bij zeer hoge uitzondering kan worden toegelaten, en zijn bete kenis juist ontleent aan zijn unieke karakter. Als maten worden genoemd minimum 30 m hoog bij 20 m gevelbreedte. Verder moet de recreatieve sfeer van het strand- en duingebied niet worden aange tast door bebouwing. Aan de hoogbouw dienen 1.v.m. de bijzondere ligging in het landschap de allerhoogste eisen worden gesteld. Tegen het aldus gevallen besluit van het provin ciaal bestuur is door Heemschut, de Contact-Com missie voor natuur- en landschapsbescherming en door de Stichting Het Zeeuwse Landschap bezwaar gemaakt. In mei jl. kwam deze zaak voor de Raad van State waar architect C. W. Schaling de bezwaren nader toe lichtte. Hij legde daarbij de op pagina 76 en 77 ge reproduceerde tekening over die op schaal de Wal- cherse torens en het geprojecteerde Eurotel weergeeft. Welsprekender dan woorden toont deze tekening aan wat de verhalen over de allerhoogste eisen van het unieke verticale accent in feite om het lijf heb ben. Het gebouw zou pl.m. 64 m hoog worden en over de smalste zijde. 32 m breed, waarbij nog buiten beschouwing is gelaten dat het op een duin top is gedacht en daardoor hoger staat dan de afgebeelde torens. Terwijl de torens, zoals in ons land meestal het geval is, zich naar boven toe ver jongen en eindigen in een gevoelige, speelse be kroning, is de bovenzijde van het moderne gebouw vlak, waardoor de toch al veel grotere breedtemaat nog massaler werkt. Het zijn de oude torens die bo ven de daken oprijzend het vlakke land van Wal cheren met de licht golvende kustlijn de verticale accenten geven in een wonderlijk mooi samenspel. Dit wordt volgens de mening van Heemschut verstoord en gedegradeerd door het Eurotel. Confronteren wij het Eurotel met de bedoeling van het in 1955 vastgestelde streekplan-Walcheren, nl. om de recreatie te bevorderen en met het oog daarop de natuurgebieden van elke bebouwing te vrijwaren, dan blijkt de destijds door de Kroon ge stelde voorwaarde dat slechts afwijkingen zouden worden toegestaan die deze bedoeling niet aan tasten, door het Eurotel niet te worden vervuld. De opzet van het streekplan wordt hierdoor wezenlijk aangetast, om niet te zeggen: onmogelijk gemaakt. Het argument is gebruikt dat de Deltawerken een groot monument vereisen, en dat dit ook een ge heel andere vorm, b.v. een hotel of flatgebouw zou kunnen krijgen. Zelden zagen wij een zo voos, zo misplaatst reclamepraatje. Het monument voor het Nederlandse waterbouw kundige vernuft bestaat uit de dijken, bruggen en sluizen zelf. Niet genoemd werd de zakelijke kant van de onderneming, maar het zou wel héél naief zijn om te veronderstellen dat een bouwondernemer een dergelijk object zou aandurven om de ontwer pers van de Deltawerken te eren! Voor de exploitatie is juist de omstandigheid die het Eurotel onaanvaardbaar maakt, het voornaam ste „selling point", namelijk het vrije uitzicht over een groot deel van Walcheren wat op hetzelfde neerkomt als het in een grote omtrek nadrukkelijk zichtbaar-zijn van het gebouw. In het Eurotel zijn, als onze inlichtingen juist zijn, 208 flats geprojec teerd. Dat zullen héél dure flats zijn, voor een kleine groep héél vermogende lieden. De opzet van het plan beoogt deze kleine groep de mogelijkhid te openen het genoegen van vele tienduizenden om wonenden, kampeerders, watersportliefhebbers en pensioengasten te bederven. Deze opzet is niet al leen cultuurloos, hij is in hoge mate asociaal. Tot slot nog dit. Wanneer voor de bouw van het Euro tel het streekplan gewijzigd, lees: overboord gezet wordt, dan eist een gelijke rechtsbedeling dat een volgende gegadigde voor een torengebouw op een volgende duintop op dezelfde wijze wordt behan deld. En dan hebben wij het begin van een toren flat-boulevard over de duinenrij van Walcheren. Allemaal vertikale accenten van uniek karakter die aan de allerhoogste eisen voldoen om het Nederlands waterbouwkundig vernuft te eren en het natuur schoon van Walcheren ongerept te behouden G. B. 78

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 18