JAARVERSLAG VAN DE COMMISSIE „DE WEG IN HET LANDSCHAP" 1964-MEI-1965 Rijpwetering en de nabij Hoogmade staande Blauwe molen. Met aankoop en restauratie van deze mo lens zal een aanzienlijk bedrag gemoeid zijn. In verband hiermede kan de Stichting de steun van vele particulieren niet ontberen en wil zij trach ten het aantal begunstigers (thans 250) op te voe ren tot tenminste 1000. Het bestuur doet dan ook een krachtig beroep op de leden van de Bond Heemschut om de Rijnlandse Molenstichting in haar poging om alle buiten ge bruik gekomen poldermolens bij Leiden te be houden, te steunen door het geven van een gift in eens dan wel door toe te treden als begunstiger (jaarlijkse contributie van 5,—, 10,— of hoger). Secretariaat: Rijnlandshuis Breestraat 59, Leiden. Postrekening: Algemene Bank Nederland, Leiden, onder nr. 9013. Het Dagelijks Bestuur van de Rijnlandse Molenstichting, A. Bicker Caarten, voorzitter, Mr. H. van der Linden, Jhr. Dr. L. W. E. van Heurn, secreataris-penningmeester In het Verslagjaar kreeg onze Commissie uitbrei ding door het toetreden van de heren: Ir. A. E. Bruining, rentmeester te Goes; Ir. Th. A. M. van Keulen, directeur Plantsoenen dienst te Deventer; A. A. C. Maaskant, directeur van „Het Oversticht" te Zwolle; J. A. Maaten, inspecteur van Politie te Amstelveen. Deze versterking van de gelederen zal het werk van de Commissie W.I.L. ongetwijfeld ten goede ko men. In haar op 6 mei gehouden vergadering is vanzelf sprekend het klemmende vraagstuk van de groen voorzieningen langs onze wegen, de landschappe lijke behandeling van de wegen in ruilverkavelings- gebieden, het scheppen of het behouden van groen in uitbréidings- en bestemmingsplannen, uitvoerig besproken. Verkeers- en waterstaatkundige eisen leiden in ster ke mate tot massale kappingen van de bomen langs onze wegen en op de dijken (b.v. de IJsseldijlc tussen Katerveer en Deventer)Het enorme verlies aan landschapsschoon dat hierdoor in ons reeds bo- menarme land ontstaat, behoeft waarschijnlijk geen nader betoog. Al hetgeen waarvoor onze Commis sie reeds jaar en dag strijdt: het behoud van onze sfeervolle bomenlanen, de structurele functie die zij in het landschap vervullen, de visuele afscher ming van naargeestige bebouwing, troosteloze rijen telefoon- en laagspanningsleidingen met hun palenellende, opslagplaatsen, enz. dreigt aan de veiligheid van het verkeer en aan de instandhou ding van waterkeringen ten offer te vallen. Vanzelfsprekend heeft ons Commissie volledig be grip voor het feit dat bomen onmiddellijk langs de gaandeweg steeds verder verbrede rijbaan een groot gevaar voor het verkeer opleveren. Slechts door het verwijderen van deze obstakels kunnen fatale bot singen worden ontgaan, maar in dergelijke geval len moet alles in het werk worden gesteld om nieu we stroken grond langs deze wegen te verwerven, zodat vervangende beplantingen op veilige afstand van de wegverharding kunnen worden aangebracht. Ook vragen wij ons af of het niet mogelijk zijn zou op wisselende onderlinge afstanden bomengroepen te handhaven en ter plaatse guardrails ter beveili ging van het verkeer aan te brengen, op dezelfde wijze als ondersteuningen van viaducten en andere vaste voorwerpen langs de rijbaan worden afge schermd; ook kan door een rijbaanverdubbbeling buiten de bomenrijen, dan wel door het verschui ven van de rijbaan, waarbij slechts één bomenrij behoeft te worden opgeofferd, veel worden bereikt. Voorts zal het nodig zijn dat nieuwe wegen, ook die van secundaire, tertiaire en quartaire aard, met een zo ruim mogelijk profiel worden opgezet, opdat deze t.z.t. de kaalgeslagen wegen kunnen compen seren. 72 Hoogewegse wipmolen tussen Noordwijk en Voorhoutop de grens van bollenland en weidegrond. Nog slechts zelden in bedrijf.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 12