Heemschutberichten a Leeuwarden, ontwikkelingsplan voor de binnenstad In ons septembernummer 1963 was het adres te lezen dat door de besturen van Het Friesch Ge nootschap en de Bond Heemschut aan de gemeente raad van Leeuwarden was gericht naar aanleiding van het kort tevoren openbaar gemaakte structuur plan voor de binnenstad. Thans is een herziening aan de orde waarin met voldoening kon worden geconstateerd dat B. en W. op belangrijke punten aan de in het adres naar voren gebrachte bezwaren zijn tegemoet gekomen. Het handhaven van de oostelijke stadsgracht en het laten vervallen van de eerst geprojecteerde door braak Weerdonk-Lombardsteeg, zijn opmerkelijke verbeteringen. De voldoening is echter niet onver deeld. B. en W. menen dat Het Friesch Genootschap en Heemschut van geheel andere uitgangspunten uitgaan dan de opstellers van het plan. Dit is niet juist: over de algemene richtlijnen ten aanzien van het te voeren beleid bestaat een grote mate van over eenstemming. Onzerzijds wordt echter gesteld dat deze richtlijnen in het plan te weinig consequent zijn doorgevoerd. Zo blijft Heemschut van oordeel dat het dempen van de zuidelijke stadsgracht tus sen Willemskade en oostelijke stadsgracht onnodig is omdat de verkeersruimte vergroot kan worden door verplaatsing van de walmuren, en ongewenst omdat deze demping het stadsbeeld zeer zou scha den. Herhaaldelijk is reeds bewezen, dat het dem pen van grachten slechts een geringe winst aan parkeerruimte oplevert. Het zou dan ook beter zijn de nodige parkeerruimte te vinden door sanering van de buurt Achter de Hoven. Dat men voor lang- parkeren dan te ver verwijderd zou zijn van het Centrum is moeilijk vol te houden: Wirdemerdijk, Nieuwestad en Wilhelminaplein zijn vlakbij. Van het grootste belang is de situering van de door gaande verkeersweg die ten noorden van de noor delijke stadsgracht dient te worden geleid, en niet langs de Prinsentuin. De omgeving van de Pier Pandertempel is een der fraaiste punten van Leeu warden en dient daarom gespaard te worden. Ook voor de demping van het Vliet bestaan geen over tuigende argumenten. Opnieuw heeft Heemschut deze punten in een brief aan de gemeenteraad naar voren gebracht, waar men gevoelig bleek voor de argumenten. Wij komen hierop in het volgende nummer terug. Alkmaarsledebouwkundig basisplan In ons vorige nummer was het adres afgedrukt dat de Bond Heemschut gericht heeft aan de gemeente raad van Alkmaar inzake de voorgesteld herziening- 1964 van het stedebouwkundig basisplan. De raad heeft hierin echter geen aanleiding ge vonden het voorstel tot herziening te wijzigen en heeft tevens besloten tot gedeeltelijke demping van het Luttik Oudorp. Heemschut heeft derhalve aan G.S. verzocht goedkeuring te willen onthouden aan raadsbesluiten ter uitvoering van deze demping. Tevens werd aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening verzocht het beginselbe sluit van de Alkmaarse raad bij de Kroon ter ver nietiging voor te dragen wegens strijd met het alge meen belang. Rotterdam, Veerhuis te Overschie. Het is niet nodig te herinneren aan de verliezen die Rotterdam in zijn historische monumenten heeft geleden. Minder bekend is dat ook aan de na-oorlogse stadsuitbreiding veel landschapsschoon en aantrekkelijke gebouwen ten offer zijn gevallen. Tot de gebouwen die door hun architectonische waarde en door hun functie in het omringende landschap verdienen om te worden behouden be hoort zeker het voormalige veerhuis van Overschie. Eerst dacht men dat het zou moeten verdwijnen voor de wegenaanleg. Dit blijkt niet nodig te zijn. Toen was er sprake van gevaar door mogelijke grondbewegingen, in verband met de nabije op hoging, en van voorlopige onteigening. Uit het een en ander krijgt men wel de indruk dat het voort bestaan van dit aardige monument geenszins zeker is. Het Heemschutbestuur heeft daarom in een schrij ven aan B. en W. verzocht het veerhuis te behou den en eventuele schade te doen herstellen. Delft, buurschap Abtswoude Er is een wezenlijk verschil tussen de twee fronten waarop de strijd voor de schoonheid van ons land in deze decenniën van de algemene verstedelijking moet worden gevoerd. In de oude binnensteden is het teloorgaan van de karakteristieke schoonheid niet nodig en niet onvermijdelijk. Daar staan tegen over de aandrang om door dempen en breken nog wat meer verkeer in het centrum te persen, en om oude huizen te vervangen door hoge bedrijfsgebou wen, tal van nuchtere beleidsoverwegingen om dat niet te doen. Het culturele argument wordt ge steund door stedebouwkunclige, verkeerstechnische en beleidsargumenten. Ten aanzien van het verlies aan lanclschaps- en dorpsschoon door de stadsuitbreidingen liggen de verhoudingen anders. Het is een barre noodzaak dat grote oppervlakten rondom de oude bebouwde kommen worden volgebouwd met woningen en be- 43

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 9