Van het
hoofd
tot de
voeten
Over het bouwen
in de
Amsterdamse
binnenstad
De rijkdom van de oude Amsterdamse bouwkunst
zit in het hoofd en in de voeten: boven in de speel
se variatie van geveltoppen en kroonlijsten die zich
tegen de lucht aftekenen, en beneden in de gevoe
lige detaillering van puien, stoepen en deuromlijs
tingen. Wat daartussen zit, het lichaam van de ge
vels, is eenvoudiger. Dat zijn de ramenrijen boven
elkaar met hun smalle borstweringen en muurdam-
men. Niet dat deze sobere straatwanden van glas,
geverfd hout en fijn gevoegde baksteen zonder
schoonheid zouden zijn! Het tegendeel is waar: een
gevel uit de 17e of i8e eeuw die zijn eigen raam-
indeling nog of weer heeft, boeit het oog van de
voorbijganger door zijn harmonische indeling.
Toch blijft gelden dat de grootste rijkdom en ver
scheidenheid tot uiting komt in de puien en de
toppen. En hoe individueel de gevelbekroningen
ook zijn in hun afwiseling van trap-, hals- en klok-
gevels, verhoogde en rechte kroonlijsten, hoe ver
rassend ook de nabuurschap van toppen uit ver
schillende eeuwen, het is door hun samenspel dat
de gevels hun grote schoonheid krijgen.
,,De huizen zijn individuen, feestelijk gerijd, de da
ken staan loodrecht op de frontlijn, karakteristiek
voor de Nederlandse stad. Dat is de schoonste wijze
van huisbeëindiging, schenkende aan het stads
beeld de suggestie van een derde dimensie. De da
ken en gevelbekroningen liggen elk voor zich, of
groepsgewijs, juist op even verschillende hoogte en
dat wekt dat ongemeen rijke en fleurige silhouet".
De ervaring die de architect W. M. Dudok in deze
woorden treffend formuleerde, doet iedere wande
laar in Amsterdam telkens weer op, en wie van
een hoog raam of een toren over de daken kijkt
beleeft sterker nog dan de man op straat, dat
rijke, fleurige silhouet als een der grootste schoon
heden van de stad.
Het is echter ook een der meest bedreigde punten
van die schoonheid. Dat geldt zowel voor het en
kele huis als voor het stadsbeeld. Geen onderdeel
van het huis is nu eenmaal in letterlijke zin zozeer
aan weer en wind blootgesteld als de dunne, buiten
het dakschild uitstekende, versierde muurfragmen
ten, die stevig met ijzers door de lucht in de kap-
49
De speelse afwisseling der gevel
toppen (O.Z. Voorburgwal)