Aan de Raad der Gemeente ALKMAAR Bij de brief van 23 oktober 1964, afdeling H, num mer 8547, zonden burgemeester en wethouders ons „Het Stedebouwkundig basisplan voor de stad Alkmaar" (saneringsplan), herziening 1964, ter kennisneming toe, waarvoor wij onze erkentelijk heid betuigen. Van deze ons geboden gelegenheid om onze zienswijze over bedoelde herziening van het basisplan te geven maken wij gaarne gebruik. Als algemene opmerking zouden wij dan allereerst naar voren willen brengen, dat het basisplan voor de binnenstad naar onze mening teveel alleen een verkeersplan is. Zonder ook maar iets te willen afdoen aan de betekenis, welke het verkeer ook voor de oude stadskernen heeft en wij worden in deze mening geschraagd door de zienswijze van stedebouwkundigen van internationale vermaard heid is het verkeer slechts één van de vele fa cetten, welke bij een saneringsplan (beter ware te stellen: een revalidatie- of rehabilitatieplan) in aanmerking dienen te worden genomen. Na ken nisneming van het plan zijn wij dan ook tot de conclusie gekomen, dat bij de uitwerking van het kernplan de andere facetten te weinig tot hun recht zijn gekomen. Dat wij als Bond Heem schut hierbij in de eerste plaats denken aan het historische en architectonische stadsschoon, zal dui delijk zijn. Bij realisering van de voorgestelde herziening zal veel stadsschoon, dat is te beschouwen als een cul tuurbezit, niet alleen van Uw gemeente, maar van het gehele land, verloren gaan. Zulks vervult ons met grote zorg. Temeer, omdat wij de stellige in druk hebben gekregen, dat deze offers geenszins noodzakelijk zijn, zoals wij in deze brief, zij het in het kort, nader uiteen zullen zetten. De moderne stedebouwkundige inzichten gaan er van uit, dat men enerzijds de in de stadskern ge legen percelen op voldoende wijze bereikbaar moet maken en houden, maar dat anderzijds alles ver meden dient te worden, wat de verkeersintensiteit in die kern kan stimuleren. De oplossing dient dan ook gezocht te worden in rand- of axiaal- wegen, van waaruit men op daartoe geëigende punten de binnenstad kan bereiken. In strijd met dit moderne uitgangspunt is het der halve om, door het maken van belangrijke ver keersstraten de oude stadskern open te breken, of men aan deze straten de naam „zuidelijke- en noordelijke invalsweg" toekent, of spreekt van „nieuwe toegangsstraten" is uit de aard der zaak, gezien de plaats, die deze wegen in het plan in nemen, o.i. van geen belang. Dergelijke straten of wegen hebben het nadeel, dat zij verkeer aantrekken, wat weder tengevolge heeft, dat na een aantal jaren het verkeerspro bleem zich wederom en nu in versterkte mate aandient, de aan de verkeersoplossingen bestede hoge bedragen nutteloos zijn geworden en veel stedenschoon onnodig verloren is gegaan. Een ander, eveneens belangrijk, nadeel is, dat de oude stadskern a.h.w. in wijken wordt verdeeld, welke, gescheiden door die straten, de onderlinge samenhang verliezen, en dat het voetgangersver keer hierdoor mede gehinderd wordt, wat weder ten koste gaat van de middenstand, die gediend is met een stadskern, waarin men rustig kan win kelen en verkeren. Bij toeneming van de intensiteit van het verkeer zullen na langer of korter tijd voorrangs-kruispun- ten en daarna verkeerslichten noodzakelijk worden, waaruit weder verkeerscongesties zullen voort vloeien. De capaciteit van een weg toch wordt be paald door de capaciteit van de daarin gelegen verkeerspunten. Het gezonde uitgangspunt, dat zoveel mogelijk verkeer uit de binnenstad moet worden geweerd, komt in het onderhavige basisplan, het zij ons vergund dit zonder voorbehoud naar voren te brengen, wel zeer in het gedrang. Immers, het verkeer, komende van de Friese brug, wordt uit genodigd, beter gezegd vrijwel gedwongen, de noordelijke toegangsstraat te volgen. Noordelijke toegangsstraat, gedempte Luttik Ou- dorp en zuidelijke toegangsstraat vormen tezamen een verkeersweg, waarvan ook gebruik gemaakt zal worden door auto-bestuurders, die op deze wijze hun weg door de binnenstad zullen gaan zoeken, instede van een andere weg te volgen. Hierbij zijn tal van psychologische factoren van invloed, als het nemen van de kortste weg, ook al is de rijtijd langer; het tijdens het rijden zoeken van enige ge zelligheid in de straten van de binnenstad door het goederenvervoer, enz. Het is daarom, dat in moderne kernplannen het maken van verkeersstraten door de stad in deze van noord naar zuid en omgekeerd onmogelijk wordt gemaakt, door het verkeer te dwingen op daarvoor geëigende punten naar rechts of links af te slaan, waardoor het gebruiken van de straten voor verkeer, dat daar niet noodzakelijk moet zijn, onaantrekkelijk wordt. De gekozen oplossing is wij gaven zulks reeds in het begin van dit schrijven te kennen naar onze mening wenselijk noch noodzakelijk. Tussen 23

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 9