Contributie 1965 ter C. Muysken (die van „kasteel" Oud-Wassenaar) vond instandhouding zinloos, de weg naar Haarlem liep er immers niet meer door. Als raadslid had hij geen cent meer over voor onderhoud en stelde hij in 1888 sloping voor. B. W. hadden er nog een goed gebruik voor, en stelden in 1899 restauratie voor onder de volgende bewoordingen (van een commissie van architecten, die tot advies had ge diend) „dat tot slooping der Haarlemmerpoort dan slechts mag worden overgegaan, wanneer de absolute zekerheid is verkregen dat daar ter plaatse een zoodanig bouwwerk zal verrijzen dat een waar borg geeft voor eene monumentale afsluiting van den Haarlemmerdijk. Daar echter de toestand van de poort en omgeving niet van dien aard is, dat die gedurende langeren tijd zou mogen worden bestendigd, komt het de commissie hoogst wensche- lijk voor dat het gemeentebestuur besluite, om wanneer niet binnen een bepaalden tijd vóór 1900 een aanvankelijk plan voor het plaatsen van zoo danig monumentaal gebouw, hetzij van particuliere zijde, hetzij van gemeentewege, is ontworpen, over te gaan tot het restaureren der Willemspoort en het verbeteren der omgeving." Een ander architect, A. C. Bleys (o.m. van de St. Nicolaaskerk aan de Prins Hendrikkade), die ook lid van de commissie was geweest, adviseerde toch tot sloping. De Raad nam dit laatste voorstel over en besloot dus tot sloping. Bouwmeester Bleys had zich daarbij de bijzonder ondeskundige opmerking laten ontvallen, dat het een lelijk gebouw was, bestreken met portland cement. In werkelijkheid is het een natuurstenen gebouw. Het slopingsbesluit van de Raad was B. W. aan leiding op 27 maart 1900 te komen met het voor stel o.m. tot het aanleggen van een plantsoentje ter plaatse van de Willemspoort. Een der voorstanders van de sloping, het raadslid Sutorius, was echter eens zelf gaan kijken (hoe ver standig!) en hij kwam tot de conclusie, dat deze poort eigenlijk een monument was, waarop Amster dam met voldoening kon bogen. Hij was boven dien tot de conclusie gekomen, dat het gebouw niet gepleisterd was, maar dat de voornaamste delen bestonden uit graniet of hardsteen. Zijn vurig plei dooi won het dit keer van Bleys zijn bezwaren en de Raad besloot op 18 april 1900 nu tot het behoud en keerde terug tot het voorstel tot restauratie uit oktober 1899. De poort was behouden! Heden, 125 jaar na de plechtige openstelling, luidt opnieuw de doodsklok boven de Willemspoort. Ditmaal niet omdat de poort niet meer voor het verkeer dient, maar omdat de poort het veeleisen de verkeer in de weg gaat staan bij de nieuwe plan nen van de verkeersspecialisten. Deze laatsten staan in het algemeen als overwegend technisch denkende mensen bekend met niet zoveel respect voor monumenten, dat zij bereid zijn er hun rechtlijnige projecten voor om te buigen. Dat zou ook weer een stap verder zijn in hun evolutie en daar zijn zij toch blijkbaar nog niet aan toe. De Willemspoort is een erkend monument, en dat betekent, dat er meer nodig is dan enkel een Raads besluit. Al blijven wij hopen, dat er voldoende begrip bij de Raad van Amsterdam zal bestaan om opnieuw te besluiten om de Willemspoort te behouden, toch zijn wij allerminst zonder zorg voor het geval de Raad wèl tot sloping zou besluiten. Onze zorg be treft dan de beslissing van „hoger hand". Er heerst namelijk in deze tijd van vaststelling van de monumentenlijsten een neiging tot soepel willen zijneen streven om vooral maar duidelijk te maken bij het grote publiek, dat het plaatsen van een gebouw op de monumentenlijst niet betekent, dat dit voor eeuwig en altijd zal zijn en vooral niet, dat dit betekent (en dat betreft uiteraard vooral de woonhuizen) dat er nooit meer iets aan veranderd kan worden. Deze neiging heeft vooral een psychologische strek king en dat is begrijpelijk. Maar het zou wel bijzonder betreurenswaardig zijn, als dit de ondergang van de Willemspoort ten ge volge zou hebben. Er is wèl aanleiding voor Amsterdam om zuinig te zijn op haar stadspoorten èn ook op haar neo klassieke gebouwen. Er resten nog maar twee stad poorten, nl. de Muiderpoort uit de 18de eeuw en de Willemspoort uit de 19de; de St. Antoniespoort is geen poort meer. Een stad met een roemvolle ontwikkeling kenmerkt zich door haar monumenten als mijlpalen in die ontwikkelingsgang. Zij zijn de karaktertrekken in het gelaat van zo'n stad. De Willemspoort is er zo één uit het 19de-eeuwse gezicht van Amsterdam. De verheugende groei van ons ledental maakt de administratie der contributiebetalingen tot een tijdrovend werk. U kunt ons bureau een dienst bewijzen door uw contributie over het jaar 1965 spoedig over te maken, hetzij op onze postgiro nr. 124326, hetzij op de Amsterdamse Gemeentegiro nr. H.2230, het zij op onze bankrekening bij de heren- Hope Co. te Amsterdam. 22 In de periode 1953—1964 werden in Amsterdam wel 130 monumenten gerestaureerd, maar 177 op de Rijks- of Ge meentelijke lijsten voorkomende monumenten kregen een sloopvergunning! (Zie Heemschut 1965 no. 1 blz. 136).

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 8