DE STADSKERN VAN SITTARD Het Heemschutdossier over Sittard begint al vroeg, met een stuk van een aktie-comité tot behoud van de stadswallen uit 1951, waarin verwezen wordt naar een advies uit 1923 van de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg die aanbeval om een ringbaan om de wal van het oude vestingstadje heen te leggen. Uit de volgende jaren zijn er adres sen en rapporten van de Stichting voor Heemschut en Heemkunde in het Land van Sittard „Jacob Kritzraedt" en vele brieven van de Bond Heem schut. Een zeer gedegen stuk is het rapport van de Stadskerncommissie, onder voorzitterschap van Prof. Dr. J. J. M. Timmers, die op 8 febr. 1954 door het gemeentebestuur werd geïnstalleerd. Dit rapport concludeert: ,,In tegenstelling tot vrijwel alle centra van de mijnstreek bezit Sittard de on schatbare waarde van een oude, historische stads kern, die door verstandige'en verantwoorde restau ratie tot een landelijke, en bij de uitgroei van het toerisme en door de gunstige ligging zelfs een in ternationale bezienswaardigheid kan worden. Hier voor zal durf, doorzettingsvermogen, goede smaak en helaas ook geld nodig zijn! Maar de oude kern van Sittard is dit alles overwaard." Als algemene richtlijnen noemt het rapport: maak geen rechte nieuwe straten (doorbraken), in de kleine kern zijn de bochtige straten voor het gevoel langer en afwisselender; streef naar inwendige sanering der huizenblokken, in de trant van het Maastrichtse Stokstraatplan; stel een nader onder zoek in naar de waarde der panden door het ver wijderen van pleister of muurverf; en let op de stedebouwkundige waarde der panden, evenals op de kleur, die in Sittard wel door kwistige bepleiste ring grotendeels verloren is, maar bij restauratie terug te vinden is. Vervolgens bevat het rapport een classificatie van de panden in vijf groepen, van zeer waardevolle waarvan het verlies de schoonheid van Sittard ern stig zou schaden, tot ontsierende die zouden kun nen verdwijnen, Als grote objecten waarvoor afzonderlijke plannen gemaakt zouden moeten worden noemt het rapport in de eerste plaats de omwalling, die het middel eeuwse beloop nog heeft en in zijn begroeide aard wal zeker nog belangrijke stukken muurwerk be vat, voorts de buurt Achterom, waar een bruisende beek onder de „molen van Damoiseaux", een vroe gere waterrad-oliemolen, de oude stad binnen stroomt. Daaraan grenzend ligt „de Tempel", vol gens de Commissie het belangrijkste burgerlijke ge bouw van de Monumentenlijst en wellicht uniek voor Nederland. Na restauratie zou het door zijn grootte bruikbaar zijn als semi-openbaar gebouw 36

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 22