Historische- en Natuurmonumenten in Zuid-Afrika De onbevangen bezoeker, die uit het oude Europa komt en behept is met belangstelling voor histori sche monumenten en in het algemeen een meer dan middelmatig cultuurbesef heeft, zal op zijn reizen door Zuid-Afrika menigmaal verwonderd opzien. In Kaapstad zal hij wel de Tafelberg al of niet met tafelkleed herkennen, maar het beeld van de haven er voor zal hem vreemd lijken. De oude haven is onlangs deels gedempt en is en wordt bebouwd met hele en halve wolkenkrabbers, die hij ook uit Rotterdam, Brussel, Londen, Milaan of elders kent en die geen indruk maken door hun zuidafrikaanse persoonlijkheid. Hij zal moeite heb ben om er de Kaaps-Hollandse huizen, die hij van vele afbeeldingen kent, te vinden, zij zijn rigoureus gesloopt in Kaapstad. Om daar wat van te zien, zal hij de provincie in moeten, naar Stellenbosch, Jonkershoek, Fransch- hoek, Paarl of verder weg naar dorpen als Graaff- Reinet. Dit laatste dorp zou een juweel van eigen Zuidafrikaanse cultuur kunnen zijn, maar daar werd al weer gesproken van straatverbreding met sloping van aangrenzende huizen. Zo ook in Coles- berg en Oudtshoorn. Ook daar dus onvoorwaar delijke overgave aan het verkeer, een kreet, die in Europa welbekend is met alle doodvervelende gevolgen van dien. In Stellenbosch, de op één na oudste gemeente van Zuid-Afrika met een typisch open, zuidafrikaans karakter door zijn nog vele 18de- en 19de eeuwse harmonische huizen, bouwt men, naar de mode van de dag de hoogte in achter de Braak en tast daarmee het prachtig silhouet aan én die karaktervolle openheid van dit dorp. Er verrijzen al „woonstelles" of flatgebouwen, die zich met hun vijf verdiepingen kwalijk voegen in het patroon der zo gave, laaggebouwde, bestaande panden. Een unieke, sfeervolle woonstraat, zoals de Dorps straat, wordt van de zijde van de munisipaliteit bedreigd door bezigheidsbestemmingen op de woon huizen te leggen. Dit betekent, dat er bedrijven in gevestigd kunnen worden, hetgeen de grond prijs opjaagt en tenslotte het oneervolle einde be tekent van een der meest sfeervolle woonstraten, die mij verder in geheel Zuid-Afrika bekend zijn. En waarom deze aanslag? Niet wegens ruimtege brek, zoals men in West-Europa kan aanvoeren. Buiten Kaapstad, in de provinciën Natal, Oranje- Vrijstaat en Transvaal treft men geen 17de- en 1.8de-eeuwse huizen aan. Daar verwondert het, .te bemerken, dat men in Durban een Victoriaans ge bouw restaureert en daar een fors bedrag aan be steedt. En dan heeft men meteen bewondering voor deze durf, waar men veelal in Europa nog niet aan toe is. Men staat als Europeaan verrast, te bemerken, dat bij Durban een boom en wel een wildevijgeboom (Ficus natalensis) tot „natuurlike monument" ge- proklameerd is, en bij Machodadorp de ZASM- tunnel, een spoorwegtunnel in 1893 door Hollan ders gebouwd, tot nationaal monument is ver klaard. Men is ook verbaasd zo weinig groot wild in de „vrije" natuur aan te treffen. Die verbazing eindigt in het besef, dat het een jong land is en dat er een steeds groeiend besef in Zuid-Afrika komt voor natuurbescherming. 29 De voormalige pastorie „La Gratitude", Dorpsstraat, Stellenbosch

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1965 | | pagina 15