Het oude raadhuisje
van Bleiswijk
niet meer te redden
Met de hier afgedrukte foto voor ogen zijn we in
Bleiswijk het oude raadhuisje gaan bekijken omdat
men ons had verteld dat het dreigde te worden
afgebroken. We reden, uit Den Haag komend, de
lange eentonige Dorpsstraat van het Zuidhollandse
tuindersdorp door en konden 't maar niet vinden.
Rechts van de weg stond op een zeer vervallen ge
bouwtje het bord Rijkspolitie en we besloten daar
maar eens te gaan informeren. We stommelden
een griezelig houten trapje op en vroegen binnen
of men ons ook kon zeggen waar het oude raad
huisje zich bevond.
Tot onze intense schrik en verbazing klonk het
antwoord: dat is hier. Ongelooflijk en ongeloof
waardig, maar waar. De gevel met het sierlijke
bordes en de oude lantaarns, zoals we die van de
foto kenden en dit. Een grauw, haveloos pand,
waarvan het bordes was verwijderd het bleek,
uit elkaar genomen, in de kelder te zijn opgesla
gen en dat grote scheuren vertoonde. Als we 't
niet hadden geweten, zouden we niet hebben ge
loofd dat eens was besloten dit „misèregeval" te
restaureren. Toch is het volgens het Wederopbouw-
besluit direct na de oorlog tot monument ver
klaard. En de foto maakt duidelijk dat het des
tijds die bescherming ook zeker verdiende. Een
aardig „huis der gemeente" dat omstreeks de wis
seling van 18de en 19de eeuw moet zijn gebouwd.
In 1954 verklaarde het Rijk zich bereid 40% bij
te dragen in de restauratiekosten van 30.000 gul
den. Maar de provincie wilde niet meedoen omdat
het pand niet op de Voorlopige Monumentenlijst
stond en wat de gemeente dan voor haar rekening
moest nemen, ging boven haar draagkracht. Zo
bleef het herstel achterwege en toen de Dorpsstraat
verbreed moest worden, ging men er toe over het
bordes af te breken omdat het een halve meter in
de rijweg kwam te staan. In 1957 is er een rond
weg om het dorp heengelegd, maar die bracht niet
(vervolg van blz. 126)
Het is betreurenswaardig, dat juist nu het moment
is aangebroken, dat de monumentenlijsten moeten
worden vastgesteld, zo'n benepen beleid wordt ge
voerd ten aanzien van de financiering. Dat dreigt
sterke invloed te gaan uitoefenen op de definitieve
vaststelling van de monumentenlijsten.
Dat zou diep betreurenswaardig zijn, omdat wij
van mening blijven, dat de monumenten ons meest
openbare cultuurbezit uitmaken.
de voor het behoud van het raadhuisje zo gewenste
vermindering van het verkeer door cle Dorpsstraat.
Steeds meer tuinders schaften zich een auto aan
en ze bleven deze nog steeds smalle straat gebrui
ken. Het zou ook al omdat er een lagere school
vlak bij ligt volgens de burgemeester een levens
gevaarlijke situatie scheppen als het bordes opnieuw
werd aangebracht. Met de afbraak daarvan was
het doodvonnis over het oude raadhuisje eigenlijk
al getekend. Aan het herstel werd niets meer ge
daan en dan grijpt het verval snel om zich heen.
De Rijkspolitie die er tijdelijk is ondergebracht,
zal een zucht van verlichting slaken als in april
haar nieuwe huisvesting klaar is; deze is in aan
bouw vlak bij het tegenwoordige raadhuis (een
voormalig woonhuis) dat zich schuin tegenover
het oude bevindt en dit laatste zal dan wel spoe
dig worden afgebroken.
Kan het niet op de definitieve monumentenlijst
worden geplaatst? Dat zou wel kunnen, maar het
maakt daartoe waarschijnlijk geen enkele kans.
Met het herstel zou nu een aanzienlijk hoger be
drag gemoeid zijn dan wat daarvoor in 1954 nodig
was en Monumentenzorg, die met het oog op de
beschikbare subsidies moet wikken en wegen om
uit te maken wat door herstel gered kan worden
en wat helaas dan maar moet worden opgeofferd,
zal wel van mening zijn dat men dit geld beter
voor andere restauraties kan gebruiken. Als het
bordes niet weer wordt aangebracht, krijgt het
oude raadhuisje zijn charme niet terug. En mèt het
bordes zou 't een sta-in-de-weg zijn. Kortom, het
raadhuisje is ten dode opgeschreven. Jammer dat
het zo is gegaan!
127
(foto Instituut stad en landschap Zuid-Holland).