1951 de eerste woningen al betrokken konden wor
den, lag het stedebouwkundige plan een jaar later
voltooid ter tafel. Dit voorzag in een verbetering
van de toetreding van licht en lucht door op de
binnenhoven de 19-de eeuwse aanbouwsels te ver
wijderen en door de middeleeuwse stadsmuren
verder vrij te leggen, en door plantsoen te omgeven.
Aanknopend bij de vooroorlogse ontwikkeling wer
den de monumentaalste panden bestemd voor huis
vesting van wetenschappelijke en culturele institu
ten. Hierbij werd behoudens het inpassen van
een moderne verwarming en andere gebruiksoutil-
lage een zo getrouw mogelijke reconstructie van
de oorspronkelijke gebouwen nagestreefd. Het
grootste deel der bebouwing bestond echter uit
smalle, diepe, van opzet nog middeleeuwse woon
huizen. Hoewel de architecten tot de slotsom kwa
men dat het onmogelijk was hierin woningen te
projecteren die aan de wettelijke normen zouden
beantwoorden, was het anderzijds ook niet verant
woord om tot de vroegere woontoestanden terug
te keren,
De gekozen oplossing houdt in dat het karkas van
de huizen herbouwd werd, met behoud van de
gevels en de verdiepinghoogten, maar dat waar
mogelijk horizontale splitsingen werden toegepast,
met gemeenschappelijke trappenhuizen voor meer
dere panden. Ook werd de bebouwingshoogte hier
en daar verlaagd, door het laten vervallen van
later op de huizen aangebrachte opbouwen. In de
kappen werden schildersateliers geprojecteerd. Alle
panden krijgen centrale verwarming en badkamers.
In cijfers uitgedrukt bedraagt het totale bouwvo
lume 710.325 m3, waarvan 197.712 m3 voor open
bare gebouwen en 512.613 m3 voor woningen. De
wijk telt ruim 5000 inwoners, wat ondanks de
verbeterde èn dus ruimere indeling, meer is dan
in de 18de eeuw, en heeft een bevolkingsdichtheid
van pl.m. 385 bewoners per ha.
Sedert het verschijnen van het boek dat de boven
genoemde gegevens mededeelt hebben de Poolse
monumentenzorgers verder gewerkt: de tekst ein
digt met de aankondiging dat na de Altstadt het
Koninklijk Paleis herbouwd zal worden. Als bin-
nenstads-saneringsproject heeft de herbouw van de
Altstadt echter de grootste betekenis. Bij het be
sluit hebben ook financiële overwegingen meege-
golden: het ondergrondse leidingennet behoefde
uiteraard herstel, maar het kon in grote trekken
behouden blijven. Dit niet vergetend kunnen wij
toch aannemen dat het minder zou hebben gekost
om het terrein schoon te maken en volgens een
nieuw stratenplan moderne bedrijfs- en woonge
bouwen op te richten. De ervaring heeft echter
geleerd dat dergelijke stedebouwkundige binnen
stadsplannen van vlak na de oorlog nu al ver
ouderd zijn, zowel wat de verhouding tussen woon-
en bedrijfsfunctie, als wat de verkeersbehoeften
betreft.
De in Warschau gemaakte keuze was door emotio
nele motieven bepaald, maar blijkt in het licht
van de recente ontwikkeling een verstandige keu
ze te zijn geweest. Eens te meer werd aangetoond
dat het gestalte-geven aan een stadsdeel en dat
is een voortdurend in beweging zijnd proces, ook
in bestaande stadsdelen, door vervanging, restau
raties of verbouwingen niet alleen een zaak is
van de op een bepaald moment precies be
rekenbare behoeften aan woon-, bedrijfs- en ver
keersruimte in hun meest economische combinatie.
Niet-berekenbare factoren spelen mee en geven
uiteindelijk het antwoord op de vraag of er een
milieu ontstaat dat voor langere tijd de mensen die
er wonen, werken en verkeren vreugde en vol
doening geven kan. Deze factoren zijn duurzamer
dan de in cijfers uitdrukbare materiële behoeften,
waarvan de constellatie snel wisselt door de tech
nische ontwikkeling. Een der merkwaardigste er
varingen bij de herbouw van de Altstadt in War
schau was de enthousiaste medewerking van de
vroegere bewoners, die toch door de gevolgde weg
gedupeerd werden, omdat deze onvermijdelijk meer
tijd kostte dan een puur zakelijke moderne nieuw
bouw. Maar men wilde de oudste kern van War
schau, die cle verbondenheid met zoveel eeuwen
Poolse geschiedenis belichaamde, in zijn historisch
gegroeide gestalte doen herrijzen, als een zinvolle
daad van herleving,, en als protest tegen de zinloze
destructie.
Voor zover het bereikte resultaat uit beschrijving
en afbeeldingen te beoordelen valt, twintig jaar
na de verwoesting, is zodoende een stadsdeel ont
staan met grote toekomstwaarde. De Altstadt be
vat een naar verhouding hoog aantal woningen
die door hun bijzonder karakter waarschijnlijk zeer
gezocht zullen zijn en blijven, en waarvan de nu
moderne technische outillage na een of twee gene
raties opnieuw gemoderniseerd kan worden zonder
dat dit karakter waarvan de zeldzaamheidswaar-
cle slechts kan toenemen behoeft te worden aan
getast. Hetzelfde geldt voor de vele winkels, café-
en restaurantbedrijven en de openbare gebouwen
die een publiek trekken uit de gehele stad, zelfs
uit het hele land. Ook voor de buitenlandse toe
risten moet de Altstadt een der eerste attracties
van Warschau zijn.
Wanneer men deze overwegingen, die niet emotio
neel maar zakelijk zijn, laat meegelden, dan is het
aan te nemen dat de volgende generatie stadsbe
stuurders de fanatieke herstellers uit de jaren na
de grote ramp alleen al op zakelijke gronden dank
baar zal zijn, omdat hetgeen de herbouw méér ge
kost heeft dan een hoe dan ook toch óók zeer
kostbare wederopbouw volgens in 1945-1955 mo
derne opvattingen, vele malen zal zijn terugver
diend door een blijvende bruikbaarheid en een
niet meer aan veroudering onderhevige waarde
vermeerdering.
134