BOUWKUNST
langgevelhuizen en de Limburgse hoeven, waarvan
de om een binnenplaats gebouwde kasteelboerderijen
de meest imposante verschijning bieden. Een afzon
derlijke groep tenslotte wordt gevormd door de
Zeeuwse hofsteden met een los van het bedrijf ge
legen woonhuis.
De schrijver is een optimistisch man: de gedachte dat
het met de boerderij als vorm van houwkunst voorbij
zou zijn, ligt hem ver. Daarom besluit hij zijn verhaal
met een hoofdstukje over de moderne boerderijen in
de IJsselmeerpolders, grotendeels montagebouw uit
betonelementen waaruit de herinnering aan de tra
ditionele typen steeds meer verdwijnt. „Het strakke
landschap van Mondriaan met de rechthoekige kleur
vlakken der akkers, een mozaïek dat wisselt met de
seizoenen, biedt op de snijpunten van de zwarte
wegen en sloten plaats aan deze moderne witte hoe
ven, die de abstracte schoonheid van het land accen
tueren". Deze positieve kijk op het nieuwe land is
uiteraard vruchtbaarder dan alleen het verdrietig
constateren dat een oude boerderij zoveel mooier is
dan een modern landbouwbedrijf. Ook het nieuwe
land, met zijn zovèel grotere schaal, heeft een eigen
schoonheid; zoals alles waar ruimte, wijde wolken
luchten en uitgestrekte velden het oog rust geven.
Daarbij passen, zoals de heer Zandstra terecht op
merkt, de traditionele boerderijen niet.
Toch deelt hij Heemschuts' bezorgdheid voor de toe
komst van onze nu nog rijke landschappen. De ge
daanteverwisseling van het agrarische bedrijf gaat
snel. Daarvoor zijn vele factoren aan te wijzen. De
tractor verdringt het paard, de landarbeiders ver
dienen meer in de fabriek, kleine boerenbedrijven zijn
niet meer rendabel, het isolement van het platteland is
verdwenen, de ambachtelijke bouwmethoden worden
kostbaar, de klederdrachten en de folkloristische ge
bruiken sterven uit.
Het zijn stuk voor stuk omstandigheden en zo
zijn er méér die in dezelfde richting wijzen waar
van men de uitwerking op de schoonheid van ons
land kan betreuren, maar die nóch genegeerd, nóch
bestreden kunnen worden. Wat wel anders zou kun
nen zijn, is de gedachteloze onverschilligheid jegens
de voortbrengeselen van de oude volkscultuur, die
juist op het land zoveel nodeloze vernieling veroor
zaakt. Het is een vreemde paradox van onze tijd dat
het, als regel, de gecultiveerde stedelingen zijn die
oog hebben voor de landelijke tradities, terwijl de
boerenbevolking de voorkeur geeft aan het commer-
cieel-technische doorsnee-product in woning en
woninginrichting.
Een uitgave als dit gedenkboekje van de Shell heeft
de grote betekenis, dat het over het gehele land ver
spreid wordt, overal waar Shell-producten worden
gebruikt, en niet beperkt blijft tot degenen die toch
al belangstelling hebben voor de schoonheid van de
landelijke bouwkunst. Zo kan het een effectieve bij
drage zijn ter bestrijding van de hierboven gesigna
leerde onverschilligheid, zodat deze een overgangsfase
zou kunnen worden tussen de vroegere, ongenuan
ceerde gehechtheid aan de overlevering als zodanig, en
de moderne waardering voor wat die overlevering aan
culturele rijkdom bevat. Als er onder de duizenden
Blz. 120, boven: Orvelte, gern. Westerbork, E. 33, N.W.-
gevel, opmeting N.O.M. 1944
Hierboven: Spoordonk, gemeente Oirschot. Boerderij ,fie
Berg"; linker zij ge vel en voorgevel, opmeting N.O.M. 1949
Blz. 120 beneden: Gaast, gemeente Wonseradeel, N.O.-gevel,
hiernaast: dezelfde boerderij, N.W.-gevel, opmeting N.O.M.
1943
121