LANDELIJKE Shell Boerderij en gids Onlangs hebben de leden van de Bond Heemschut een klein boekje ontvangen „Shell Boerderijengids" door Evert Zandstra, met een voorwoord van Ton Koot. De Shell Nederland Verkoopmaatschappij N.V. en de Shell Nederland Chemie N.V. hebben dit boekje aan hun vele tienduizenden relaties gezonden, met een bijgevoegde briefkaart waarop men zich kan aanmel den als lid van Heemschut. Als een afzonderlijke aar digheid voor de kinderen kan men op dezelfde brief kaart ook nog een bouwplaat bestellen van een der mooiste boerderijen van ons land, de Eenhoorn in de Beemster. Het spreekt vanzelf dat Heemschut bijzon der erkentelijk is voor deze steun. De boerderijengids is een kostelijk boekje. Het kan in elke binnenzak weggestoken worden, maar in dit be scheiden formaat vindt men een grote hoeveelheid feiten en gegevens die zo boeiend zijn verteld, dat de lezer zich pas na enige tijd realiseert, hoeveel de schrijver van zijn onderwerp moet weten om er dit luchtige verhaal van te maken. Er staan, zo deelt Zandstra mee, nog 163.125 boerde rijen in ons land. Een deel hiervan heeft, behalve voor de economie en de huisvesting, ook een betekenis voor de schoonheid van ons land, als karaktervol bouwwerk en als bepalend element in het landschap. Hoe groot dit deel is, valt moeilijk te schatten: in een artikel van ir. R. Meischke in Elseviers Weekblad van 29 augustus 1959, werd gesproken van pl.m. 10.000 waardevolle oude boerderijen, waarvan er misschien duizend uiteindelijk behouden kunnen blijven. Van de snelheid waarmee de oude boerderijen verdwijnen vindt men een voorbeeld in Heemschuts gedenkboek Strijd om Schoonheid op blz. 97: van de 115 karak teristieke boerderijen in Westfriesland had de op dit terrein deskundige S. J. Bouma in 1956 een lijst van 24 exemplaren samengesteld van zodanige betekenis dat behoud diende te worden nagestreefd. Toen zij drie jaar later nader zouden worden beschreven en geclassificeerd, bleken er van deze 24 reeds 20 ver knoeid, respectievelijk afgebroken, ingewaaid of afge brand te zijn. Daarover gaat de boerderijengids echter niet. In dit boekje wordt gesproken over de boerderijen die er (nog) zijn, over hun karakteristieke bouw en over de familietrekken van de boerderijen in de verschillende streken van ons land, in samenhang met de aard van het in die streek uitgeoefende agrarische bedrijf. Aan de hand van foto's en vooral van zeer duidelijke instructieve tekeningen plattegronden, vogelvlucht schema's en details worden zo de Noordhollands- Friese stolp, het kop-hals-romp-type uit Friesland en Groningen, de Hoogelandse en Oldambster hoeven in Groningen, de Friese stelpen en de Wadden-boerde rijen beschreven als varianten van de noordelijke groep. De middengroep gaat uit van het losse hoes, waarvan de laatste exemplaren een plaats in de openluchtmusea hebben gekregen. Nauw verwant met deze vrij primitieve behuizing, waarin mensen en vee in één ruimte verbleven, zijn de oude Drentse boer derijen, huizen met een z.g. achterbaander, een hoge ingang aan de achterzijde, waarvoor in het laag af hangende dakschild een nis moest worden uitgespaard. In west-Drenthe en de kop van Overijssel hebben zich varianten van het hallehuis met zijbaanders ont wikkeld, en langs de rivieren komt er een dwarshuis voor. Dat de keuterboerderijen van de Veluwe en de grote hoeven van de Zuidhollandse veeboeren aan zienlijke verschillen vertonen, ligt voor de hand, toch zijn beide typen gerangschikt als halle-huizen. De zuidelijke groep bestaat in hoofdzaak uit de Brabantse 120

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1964 | | pagina 22