vrachtauto ziet men een gebouwtje waarin de grote
meelzakken verdwijnen die men bezig is uit te laden.
Enige meelbestoven jongens maken spottende opmer
kingen als men geschrokken naar de vervallen gevel
kijkt. Dan moet men opzij: de vrachtauto wil er
binnen rijden. Een verkeerde manoeuvre doet wat
kalk en steengruis naar beneden komen. De stoffige
duistere hal blijkt de Kapel geweest te zijn, die nu
dienst doet als graanpakhuis. Er is weinig meer over.
Naast de Kapel moet de Galerij zijn, die vroeger de
Kapel met het Commandeurshuis verbond. Een
poortje geeft toegang tot wat men een binnenplaatsje
vermoed te zijn: enige cementbalen, wat zand en een
paar stapels bakstenen. De gele steen van het in aan
bouw zijnde gebouw er achter komt onplezierig bekend
voor. Het is inderdaad de Boerenleenbank weer, die
men nu van de andere kant benadert. De bouwvak
arbeiders gebruiken het poortje om bij de achterstei
gers te komen. Hun bouwmateriaal is droog opgebor
gen, want dit ligt onder een dak dat gevormd wordt
door de ruïnes van wat eens de Galerij was. „Op de
Gewelven van deze Galerij zijn nog restanten van
muurschilderingen overgebleven, terwijl aan de
muren nog enige fraaie reliefs uit de renaissance
zichtbaar zijn. Kapel met kruisgang vormen een
uniek monument; er is immers over het algemeen
weinig van deze oude commanderijen in Nederland
overgebleven", aldus een gids. Welnu, dan is er nu
in Nederland nog minder over, want behalve enige
treurig overeindstaande gewelfbogen is er niets meer
te zien, de muurschilderingen liggen als gruis op de
grond. Het boven de gewelven van de kruisgang
gebouwde dak is grotendeels ingestort, de doorgang
naar de Kapel is dichtgemetseld, een gedeelte van de
gang zelf is duidelijk afgebroken om plaats te maken
voor de Bank die nu op de plek komt waar vroeger
het oude Commandeurshuis stond, de tuin is een
smeerboel
Men loopt nog wat door de lage rechte straten en
voelt zich diep teleurgesteld. Van een inwoner van
Montfoort hoort men dat er een kernplan bestaat,
waardoor de stad nog meer van haar oude karakter
zal verliezen; men kan het zich nauwelijks voorstellen.
Montfoort is ontstaan bij een slot, dat Bisschop God
fried in het midden van de 12de eeuw aan de IJssel
moet hebben gebouwd ter beveiliging van het Sticht.
In later jaren werd het kasteel bewoond door de
machtige burggraven van Montfoort. Op de onmid
dellijk buiten de slotgracht gelegen gronden van de
kasteelheer ontstond met diens toestemming geleidelijk
aan een woonbuurt van lijfeigenen, horigen, ambachts
lieden en boeren. Wat deze kasteelbuurten en de later
hieruit voortgekomen kasteeldorpen en -steden prin
cipieel onderscheidt van andere woonbuurten is, dat
hun aanleg door de kasteelheer werd bepaald. Zo
spreekt uit het merendeel van hun plattegronden ook
thans nog de regelmatige ordelijke vaak rechthoekige
aanleg van het oorspronkelijke plan zoals we ook nog
zien in 's-Gravenhage, Bredevoort, Gouda, Woerden
en Hattem. De plattegrond van Montfoort vormt
hierop geen uitzondering. Het stadje was eerst voor
zijn bescherming grotendeels aangewezen op het
kasteel en in later jaren toen Montfoort tot enige
bloei was gekomen, werd het kasteel gedeeltelijk
binnen de stadsmuren opgenomen, waarbij het met
zijn omgrachting en ommuring het verdedigingsstelsel
Stadhuis en IJsselpoort te Montfoort, links vóór het herstel, rechts: vrijwel voltooid. Volgens ontwerp van architect
U- Kok is het tentdak vervangen door een zadeldak tussen trapgevels aan weerszijden. De dakruiter is weer midden op het
dak geplaatst. De stoep wordt veranderd in een bordes. De ramen zullen van kruisvensters worden voorzien. De hoofdingang
met houten portiek blijft gehandhaafd. foto'sarchief Utrechts Nieuwsblad)
117