bouwsel lijkt het zo redelijk om toe te geven. Een lange rij precedenten en de schade die een weige ring aan de eigenaar zou berokkenen maakt het bijna onbillijk. Toch heeft de toegeeflijkheid waar mee lange tijd dergelijke aanvragen zijn behandeld, desastreuze gevolgen gehad voor de oude stad. Tal rijke bouwblokken zijn erdoor verstikt. De kleine oasen van stilte en frisse lucht temidden van het grote stadslawaai, die reeds een beperkte groep aan elkaar grenzende stadstuintjes vormen zodra er wat zon binnenkomt, zijn verdrongen door onooglijke aaneenklonteringen van platte daken. Aangezien het vooral kleine industrieën en garages zijn die zich op deze wijze hebben „breed gemaakt" in de bene denhuizen, verdwijnt dan met het groen ook de rust en de luchtverversing, en is verpaupering van de omgeving het gevolg. De grachtengordel tussen Herengracht en Prinsen gracht vormt in dit verband een hoofdstuk apart. De bovengenoemde Willekeuren van 1615 en 1663 zijn in de opeenvolgende wijzigingen van de ge meentelijke bouwverordening overgenomen, en heb ben aan deze belangrijkste besloten groengebieden van de oude stad een veel sterkere bescherming geboden dan de normale bepalingen die aan de buren hun lichttoetreding en minimum priva cy moeten garanderen. Het is daarom dubbel te be treuren dat het gemeentebestuur in het begin van onze eeuw voor enkele blokken aan de kop van de grachtengordel de oude voorschriften heeft afge schaft met het gevolg dat ook daar een soortge lijk verstikkingsproces inzette als in de Jordaan en elders, al gaat het in de grachtengordel meer om kantoor- dan om fabrieksruimte. Des te waardevoller zijn de relatief gaaf gebleven blokken. Een der mooiste is het blok Herengracht- Reguliersgracht-Keizersgracht-Vijzelstraat. Volgens de oude keurlijn is daar een bebouwingsdiepte toe gestaan van. 28.50 meter, wat de mogelijkheid biedt voor een diep hoofdgebouw van twee flinke kamers achter elkaar, binnenplaats en achterhuis, en dan blijft er nog een tuin van 23 meter over, welke ruim te verdubbeld wordt door de aan de achterzijde aan grenzende tuin. In feite is de open ruimte echter groter op vele punten omdat lang niet iedereen destijds een achterhuis bouwde en ook de huizen zelf ongelijk van diepte zijn, wat aan het binnen terrein een levendige afwisseling van verspringende achtergevels en uitbouwsels geeft. Waar de oude gevels nog bewaard zijn is deze open ruimte met de prachtige bomen een van de verborgen schoon heden van Amsterdam. Nu treft het zo dat aan deze keurblokken, waar dus de open erven het ruimst zijn en het voorschrift dat zij als tuin moeten zijn aangelegd en onderhouden, redelijk wordt nageleefd, ook de monumentaalste huizen staan waarin de omzetting van woon- in kan toorruimte het verst is voortgeschreden, dit in tegen- 91 Een groot deel van de binnenterreinen vertoont thans dit beeld: glazen fabriekskappen hebben het groen verdrongen. Vanuit het bekendste achterhuis van Amsterdam ziet men deze tuinendoor Anne Frank in haar dagboek beschreven.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1964 | | pagina 27