Toch werd het profiel gevoeliger en is het gehele
aspect veel rijker geworden door de bomen. Van
niet te onderschatten betekenis zijn tenslotte de
breecl-uitgegroeide iepen als cache-misère: zij bedek
ken een menigte van zonde tegen het stedeschoon.
De bomenrijen langs de straten en walkanten heb
ben nog andere functies dan hun onmisbare bij
drage tot het uiterlijk van de stad. Dat merkt men
in boomloze straten: meer stof, meer stank, meer
lawaai. Deze stedelijke ongemakken, door het auto
verkeer aangegroeid tot vaak ondraaglijke overlast,
maken duidelijk waarom de groenvoorziening een
zo belangrijke plaats in de stedebouw heeft gekre
gen. Het groen is een noodzaak geworden, een voor
waarde om de stad, zoals dat heet, „leefbaar" te hou
den. In de naoorlogse stadswijken heeft men met het
een en ander rekening kunnen houden: gazon- en
plantsoenstroken isoleren de hoofd verkeerswegen en
de woonblokken van elkaar. Er is plaats voor spe
lende kinderen en voor wandelaars. Ruim-opgezette
parkzones zullen straks de tuinsteden van elkaar
scheiden.
Ook de 19de eeuwse wijken hebben enkele „lon
gen": Sarphatipark, Museumplein, Vondelpark. Het
is weinig, maar daarom des te kostbaarder. In de
binnenstad blijft het bij de hierboven genoemde
restanten van de vroegere groene ruimte en dat is
veel te weinig, niet alleen wat de oppervlakte be
treft, maar ook omdat juist in de binnenstad de
verkeersoverlast het ergste is. De situatie wordt in
dit opzicht steeds ongunstiger; vijftig jaar geleden
konden de kinderen nog op straat spelen, nu is dat
uitgesloten; waar niet gereden wordt staan auto's
geparkeerd.
Bovendien heeft zich de omzetting van woon- in
bedrijfsruimte voornamelijk voltrokken in de bene
denhuizen. In de delen van de binnenstad die nog
een redelijk aantal woningen bevatten (al is de kwa
liteit vaak slecht) treft men deze woningen vrijwel
uitsluitend op de bovenverdiepingen aan. Dit bete
kent dat de naar verhouding beste woningen uit de
betrokken panden verloren zijn gegaan, maar bo
vendien dat de open erven, binnenplaatsen en tuin
tjes bron van veel levensvreugde voor de bewo
ners en uiterst belangrijk voor de lucht- en licht-
toetreding bij de bedrijfsruimten gelijkvloers wor
den getrokken. En dan begint het met goederenop
slag, vervolgens komt er een provisorisch schuurtje,
en tenslotte een uitbouw met lichtkappen, illegaal
of met een tijdelijke vergunning die uit gewoonte
permanent wordt. In de Jordaan vooral, waar de
bouwblokken toch al nauw zijn, heeft deze vorm
van stadsbederf vrijwel al de groene ruimte wegge
vreten. Alleen een grondige sanering kan dan dit
euvel genezen, maar dat is zeer kostbaar. De be-
drijfsbestemming van de parterreruimten met hun
uitbouwen over het gehele perceelsoppervlak vaak
nog vermenigvuldigd door de samentrekking van
meerdere percelen verhoogt immers de schade
loosstelling bij onteigening of aankoop door de ge
meente, en schept grote moeilijkheden om vervan
gende bedrijfsruimte te vinden.
Dat blijkt evenwel pas achteraf, als de open ruimte
verloren is. Op het moment dat de aanvraag komt
om een erf te mogen overdekken met een licht
90
De mooiste bomen aan de gracht zijn de iepen met hun wijd
uitwaaierend loof dat een rijke afwisseling van zon- en scha
duwplekken in het stadsbeeld geeft. Herengracht bij de Beu
lingstraat.
Ook de kleine stadstuinen (hier lussen Prinsengracht en
Noorderstraatzijn oases van rust en zon.