W-i?
dat men er bijna weer vrede mee heeft. Het zijn er
niet veel en de bloemen in de voortuinen maskeren
goed. Eigenlijk zijn de recente blokjes woningwet
woningen veel storender in hun armetierige fanta
sieloosheid. Ook daarvan is het aantal beperkt, en
de voortreffelijke wijze waarop in Veere de gashou
der bij de Kraanstraat door boombeplanting is ver
borgen, geeft hoop op een mild-verhullende vegeta
tie in de toekomst. Nieuw bouwen in een zo gevoe
lige omgeving is een moeilijke opgave, die niet op
gelost is met een globale aanpassing van dakvorm
en raamindeling. Voor zover dé overheid de archi
tectonische vormgeving beïnvloeden kan, gebeurt het
in Veere; er bestaat een nauwe samenwerking tussen
het gemeentebestuur, het provinciale welstandstoe
zicht en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg bij
de beoordeling van bouw- en verbouwingsplannen.
Tenslotte de vraag waar niet gebouwd mag worden.
Het is duidelijk dat Veere in zijn bloeitijd dichter
en compacter bebouwd is geweest dan nu. Door de
economische achteruitgang in de laatste eeuwen is
er echter een grote openheid ontstaan. Tuinen vol
bloemen en bomen, moestuinen en stukken weiland
liggen binnen en op de vroegere vesting. Uiteraard
zal er met het groeien van Veere's betekenis als
recreatiecentrum vraag komen naar bouwterrein.
Voor het behoud van Veere's schoonheid is het
daarom dringend nodig tijdig bouwterrein gereed
te hebben buiten de vestingwerken. De wallen
een 17de eeuws stelsel van onregelmatige bastions
en gordijnen ter plaatse van de ommuring uit 1358,
omgeven door een wijde enveloppe uit de Franse
tijd zijn vrijwel intact aanwezig, al is het profiel
vervaagd en zijn de grachten hier en daar dichtge
groeid. Er is een plan opgesteld om de vestingwer
ken geheel te restaureren. Daarmee zal ongetwij
feld een stuk romantische bekoring verloren gaan,
maar er kan iets heel moois voor terugkomen, mits
de ontwerpers zich niet te buiten gaan aan nette
plantsoentjes met slingerpaden en bloemperken,
doch volstaan met een strakke boombeplanting en
wandelwegen die het beloop der wallen volgen. Dan
is er meteen een duidelijke grens tussen het „monu
ment Veere" en wat daarbuiten nog tot ontwikke
ling kan komen aan woonwijken of recreatievoor
zieningen.
Het monument Veere, de stad met haar omwalling,
haar gebouwen en straatwanden maar niet het minst
haar vredige openheid van onbebouwde erven, is
een kwetsbare kostbaarheid.
De verandering van een stille vissersplaats in een
drukbezocht recreatiecentrum kan gemakkelijk ont
aarden. De nieuwe functie brengt echter ook winst
kansen. Het herstel van de vestingwerken is er één
van. Ook denkt men aan de mogelijkheid de haven
te verruimen door het vroeger gedempte deel tot
aan het noordelijke bastion met de molen, weer
open te graven. De zorg die de laatste jaren aan de
oude bebouwing besteed wordt geeft de belang
stellende bezoeker wel het vertrouwen dat het Ge
meentebestuur en de Rijksdienst voor de Monumen
tenzorg waken voor de schoonheid van de oude
markiezenstad. G.B.
81
Vorige blz. boven: Kade, Oostzijde
(Foto Rijksdienst voor de Monu
mentenzorg) Onder: vrijwel vol
tooide restauratie van het ook op
de bovenstaande foto zichtbare
winkelhoekhuis. Hiernaast: gezicht
op de stadhuistoren vanaf de zee
dijk. Foto's W. M. Zilver Rupe)