t Stadthuys^
- 'AUtjielbanck,
Nieuwe
Kercykj
Dam -v
zijn dichtgeslibdEn het volslibben gaat nog
voort: kan het niet meer in de breedte, dan gaat het
altijd nog in de hoogte De oude stad kan als het
ware niet meer ademen en dat betekent wat voor
mensen van de twintigste eeuw. Er wordt wel ge-
iuerkt: zelf intensief en door de kleinste aderen stuwt
het verkeer. Maar zoals het nu is kan er echt niet
meer geleefd worden; er is een overvloed van be
weging maar men vindt er geen rust; vergeefs zoekt
men de plaatsen van rust. En dan kan het ons opeens
opvallen, dat het oude Amsterdam een pleinenloze
stad isDe oude Amsterdammers mogen dit niet
zozeer gevoeld hebben; hun weg was een vaart en
hun plein was het IJ en reizen deden ze in hun huis
namelijk in hun schip. Maar de verhoudingen zijn
veranderd Daarom zal dit zwoegende en rust-
zoekende geslacht een leemte in de oude stad moe
ien aanvullen; de behoefte aan plaatsen die rust
ademen en de rust verzinnebeelden
We slaan, naar ik meen, op een keerpunt ten aan
zien van het ruimtebegrip, en we beleven de in
wendige strijd die ieder van ons te voeren heeft
tussen een hartstocht voor de onbegrensde ruimte
„het nieuwe ruimtegevoel" zoals onze woon
torens de wijdheid openbaren, en het verlangen naar
geborgenheid, naar worteling in de aarde zoals de
bungalow ons die doet kennen. We lijden/ allen,
aan een gespletenheid der harten en een verwarring
des geestes.
Dit dualisme tussen enerzijds het „nieuwe ruimte
gevoel", architectonisch vertolkt in het opengooien
van de gevel en het loslaten van het bouwblok, doch
veel verder voerend tot een vervaging en negatie
van grenzen en een vervreemding van de eigen om
geving, en anderzijds een sterke bezinnihg op de
betekenis van de plaats die mensen en dingen ten
opzichte van elkaar innemen, wordt door Prof.
Granpré Molière in een uitvoerige beschouwing uit
gewerkt. Zonder dit geheel te volgen zouden wij bij
het bovenstaande citaat toch enkele kanttekeningen
willen plaatsen.
Het wil ons namelijk voorkomen dat men bij zoeken
naar de achtergronden van het conflict tussen de
oude stad en het moderne gemechaniseerde leven
35
Het hart van Amsterdam op de kaart van Balthasar Florisz. van Berkenrode uit 1625: men ziet het oude Raadhuis, de Beurs van Hendrick deKeyser,
de Waag en het open water aan de Dam: dit alles is verdwenen en toch is de Dam nog steeds de Dam gebleven.