i
I
19
Links bovende Beuhngsloot lussen
Herengracht en Singel is een der
knelpunten waar eenrichtingsverkeer
nodig is'. Links onderde St. Antho-
niesluis zal in het kader der weder-
ophouw-plannen een andere vorm
krijgen waarbij met het waterverkeer
rekening zal worden gehouden. Hier
naast'. de Reguliersgracht, in 1900
voor demping behoed, weldra weer
nodig als waterweg, (foto's W.
Zilver Rupe).
investering die hoe dan ook rendabel te maken is.
Voor het gemeentebestuur: het bouwen van een
aantal aanlegsteigers in de binnenstad en bij de par
keerplaatsen, en het verbeteren, c.q. inrichten van de
benodigde parkeerterreinen nabij vaarwater in de
buitenwijken en aan de stadsrand, werken dus waar
van de kosten in verhouding tot de jaarlijkse gemeen
telijke investeringen bepaald niet prohibitief kunnen
zijn. Aan deze parkeerterreinen hecht het rapport-
Fuchs grote betekenis. Men zou deze terreinen als
een soort stations moeten beschouwen, waar ook
halten van het openbaar vervoer te vinden zijn,
taxi's, en de mogelijkheid fietsen en bromfietsen te
huren en te stallen, zodat de langparkeerder zo nodig
ook zijn auto kan bereiken op tijden dat er geen
boten varen.
Het plan T 10 onderscheidt dus verschillende fasen:
eerst een beperkt net van enkele essentiële lijndiensten
voor abonnementhouders, op korte termijn en met
relatief lage kosten te realiseren met een deel van de
bestaande boten, vervolgens een zodanige uitbreiding
van dit net dat het een aantrekkelijk alternatief biedt
aan het gros der huidige langparkeerders. Daarna
pas komt de fase dat men dit vervoer te water zou
kunnen gaan ontwikkelen en uitbreiden tot openbaar
vervoer, door het inleggen van vaste diensten b.v.
van het Centraal Station naar enkele belangrijke
punten in de stad, toegankelijk voor iedereen. Dat
zou dan de watertram zijn, waarvan Dr. Fuchs
echter opmerkt dat de grachten te smal zijn om een
enigszins redelijk fiequent openbaar vervoer te be
werkstelligen.
Nu is het opmerkelijk dat degenen die zich a priori tegen
de gedachte aan watervervoer teweerstellen, daarheen
verwijzen. Hun redenering loopt aldus: personen
vervoer te water is een watertram zoals in Venetië,
een vervanging van de trams en bussen; daarvoor
zijn de Amsterdamse wateren te smal en te concen
trisch, en hebben zij te weinig radiale verbindingen
met de buitenwijken; dus het kan niet.
De grote verdienste van het rapport-Fuchs is dat
het duidelijk aantoont wat men wèl en wat men niet
van het watervervoer kan verwachten: wel een op
lossing of een bijdrage tot de oplossing in ver
schillende fasen, van het langparkeer-probleem in
het centrum, wel een aantrekkelijk groepsvervoer
dat later uitgebreid zou kunnen worden tot vaste
verbindingen voor b.v. schoolkinderen of de klanten
van bepaalde warenhuizen of winkelstraten, maar
niet een compleet openbaar vervoerssysteem te water.
Zouden er mettertijd, wanneer de nu zoveel ergernis
wekkende langparkeerders tevreden heen-en-weer-
vaarders geworden zijn, nog enkele watertramlijnen
tot stand komen, dan zullen deze alleen in weinige
brede wateren kunnen varen, zoals de Amstel, de
Oude Schans: de Singelgracht en het 'Open Haven
front, en zij zullen waarschijnlijk slechts een beschei
den aanvulling van in hoofdzaak toeristische aard
kunnen leveren aan het openbaar vervoer. Dat zou
aantrekkelijk zijn, maar daarover gaat het nu niet.
De knellende verkeersvraag van dit moment, van de
eerstkomende jaren, geldt het bereikbaar houden
van de binnenstad voor het economisch noodzakelijke
autoverkeer zonder de stad daarvoor te vernielen.
Daarvoor moeten de langparkeerders wijken. Maar
het gemeentebestuur dat dit terecht als beleids
punt stelt en een begin gaat maken met parkeer-
duur-beperkende maatregelen, heeft tot nog toe geen
enkele compensatiemogelijkheid in het vooruitzicht
gesteld. In de gemeentelijke stukken terzake kan men