moeilijkheden in een oude stad 1 9 9 „Wij mensen bouwen niet voor de eeuwigheid, zelfs niet voor de eeuwen(A. Pierson) in kleine, doch zeer nette huisjes omdat er zo weinig- mogelijk werk in moest zijn, omdat man en vrouw samen het brood verdienden en de kindeitjes hun da gen moesten doorbrengen in zitschooltjes. Een oude stad bezit in het algemeen kapitale woningen en nederige krotjes. De grote en sierlijke woningen kunnen niet meer individueel bewoond worden omdat het personeel daarvoor noch te krijgen noch te betalen is. En zelfs indien men de rijkdom zou bezitten om dit te kunnen betalen dan nog geeft men er de voorkeur aan op het land of in een bosrijke streek te wonen. Ook de kleine behuizingen in de vaak nauwe straten verkiest men niet meer. De vrouwen werken met meer buitenshuis maar vrijwel de gehele dag brengen zij door in eigen woning en stellen heel andere eisen aan een huis dan men eeuwen geleden deed. Het opmerkelijke is dat de toestand van voor eeuwen lang is bestendigd, wat men voor een groot deel moet wijten aan het eilandelijk isolement en de minder gunstige welvaartstijd welke lang heeft geheerst. De eerste doorbreking van al deze dingen is in Zierikzee tot stand gebracht door de Duitsers die in 1944 vrijwel alle bewoners van stad en eiland hebben doen evacu eren met het gevolg dat alle huizen ongeveer ander half jaar onbewoond zijn geweest. Ook konden deze niet ondei houden worden. Dit werd nog verergerd doordat de bezetters en misschien ook sommige van de enkele achtergeblevenen, de leegstaande wo ningen binnendrongen en meest als chaos achterlieten. Toch was de blijdschap van wederkeer naar eigen huis zo groot dat men toen al deze moeilijkheden nog wilde overwinnen en ook overwon. Met de gevolgen van de ramp in 1953 herhaalde zich de evacuatie echter met dit verschil dat de huisjes in de laagste gedeelten-van de stad werden aangetast door het zout dat in het water aanwezig was. Toen Zierikzee dan ook droog viel en de mensen hun huizen weer konden betrekken kwamen de gevolgen van dit alles zo sterk naar voren dat het een ramp bij een ramp is gebleken. Ook toen bleek dat de minst soliede en dikwijls de oudste huisjes ingestort waren of totaal onbewoonbaar geworden. Voor deze mensen moest dus huisvesting gevonden worden en men begon buiten de grachten noodwoningen Noorse en Oostenrijkse geschenkwoningen maar ook woning wetwoningen te bouwen. Dit is het begin van de ont volking van het oude stadsdeel geworden. Meen nu niet dat wij een ogenblik de stadsbestuurders als sloopgrage mensen willen kwalificeren, het zij verre van dat. Eerder zouden we 's lands regering willen be tichten van te weinig begrip voor de oude stad omdat voor nieuwe huizen de grens gesteld werd als woning wetwoning en geen geld werd beschikbaar gesteld om de oude huisjes te restaureren en te laten voldoen aan de utiliteitseisen hetgeen een aanmerkelijk hoger be drag vorderde dan de bouw van een woningwetwo ning. Ook was het niet mogelijk 's Ministers eis te volbrengen en zulks huisjes neer te planten in het oude stadsgedeelte. Het gevolg was een sterker verlangen naar goede hui zen buiten de oude stad zodat deze als het ware leeg liep, omdat het in die huizen veel aantrekkelijker wonen was. Dit had als gevolg dat niet weinig huisjes die een bijzondere charme hadden en ook op de mo numentenlijst voorkwamen toch verdwenen aangezien Zierikzeede Noordhavenpoort (links) uit dsi 1500doorkijk over het binnenpleinen (rechts) de Meelstraat met het stadhuis waarvan de rijke torenspits uit 1550 thans weer hersteld is. (foto's W. Zikier Rupe),

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1964 | | pagina 16