Voorlichting over de ontwerp-
monumentenlijsten
6
In ons Septembernummer 1963 werd het een en ander
medegedeeld over de ontvangst van de eerste ont-
werp-monumentenlijsten bij eigenaien en gemeente
besturen. De conclusie van ons artikel was: de voor
lichting schiet te kort. Velen ervaren de plaa tsing van
hun bezit op de lijst als een waardevermindering, als
een aanslag op hun rechten. De mogelijkheden tot
waardevermeerdering door gesubsidieerd herstel wor
den in feite alleen beseft door de vrij kleine groep eige
naren en gemeentebestuurders die toch al belangstel
ling voor de culturele aspecten hadden. De anderen
raken in paniek en de reactie is van een ontstellende
kortzichtigheid. Het ware beter geweest wanneer
elke eigenaar tegelijk met de formele aankondiging
dat zijn pand op de ontwerplijst staat ook een in
begrijpelijk Nederlands gestelde brief of kleine bro
chure had ontvangen waarin uiteengezet was, aan de
hand van concrete voorbeelden en cijfers, wat er
met restauratie te bereiken valt. Het is immers een
feit dat door eeuwenlange vererving en door de ge
woonte die tot voor kort vooral bij kleine zelfstandigen
bestond om spaargeld in een huis te beleggen het
oude huizenbezit sterk versnipperd is, en zich veelal
bevindt in handen van mensen die, om het nu eens
héél voorzichtig te zeggen, bepaald niet vertrouwd zijn
met de gedachtenwereld der monumentenzorgers.
In dit verband willen wij met grote instemming de uit
eenzetting signaleren die het bestuur van de Vereni
ging „Oud-Dordrecht" via de plaatselijke pers heeft
gegeven, waarin een beroep wordt gedaan op alle
eigenaren van op de ontwerp-monumentenlijst ge
plaatste gebouwen mede te werken om het weinige
wat nog rest van ons bezit aan monumenten in stand
te houden en te verbeteren. Met klem dringt ,,Oud
Dordrecht" aan op juiste voorlichting, waarschuwt
tegen ongemotiveerd vooroordeel, en raadt alle be
trokken eigenaren aan zich tot een deskundige te
wenden om de herstelmogelijkheden na te gaan.
Hoe nodig dit is blijkt uit de beschamende vertoning
in Den Bosch, waar op 7 januari j.1. een speciale raad
zitting werd gehouden om, inplaats van de 633 ge
bouwen die op de ontwerp-lijst staan, 106 monu
menten aan te wijzen, waarvan er dan nog 18 moeten
vallen voor een saneringsplan. Volgens B. en W. is bij
de opstelling van de lijst de wet verkeerd toegepast,
door krachtens art. 8 panden als beschermd monu
ment aan te wijzen, die slechts als onderdeel van een
te beschermen stadsgezicht krachtens art. 20 aange
merkt kunnen worden. B. en W. geven een voorbeeld
in de panden Kerkstraat 62 t/m 70, waarvoor door
de minister aan de eigenaar die hier, op de hoek
Torenstraat-Kerkstraat, een modern pand wilde
stichten, sloopvergunning werd geweigerd omdat
deze huizen als geheel voor de straatwand aan de
voet van de St. Janstoren van grote betekenis zijn.
B. en W. verwachten van de omvangrijke lijst een
ongunstige invloed op het economische leven, waarde
vermindering der huizen, en een rem op de ontwikke
ling van de binnenstad als koopcentrum. Aldus ,,De
Bossche Omroep".
In de raadzitting werd het voorstel na een korte dis
cussie met algemene stemmen aangenomen. „Het Vrije
Volk" meldt: „Het resultaat is dus dat de buigers-
de oude stad in het algemeen wensen prijs te geven
ten behoeve van een (nog geheim) structuurplan en
ten nutte van de middenstanders, die vrijheid willen
om hun zaken te verbouwen en te moderniseren.
Vrijwel geen woord van bekommernis om de sfeer
van het oude en fraaie brak door, slechts wenste een
raadslid behoüd van onderdelen uit de te slopen
huizen"
's Hertogenbosch blijft zijn slechtste traditie trouw.
Het was de afbraak en verkwanseling van het'prachtige
oksaal uit de St. Jan in 1868, sinds 1873 opgesteld in
het South Kensington Museum in Londen, die Victor
de Stuers naar zijn scherpe pen deed grijpen voor het
artikel „Holland op zijn smalst", een opstel dat de
stoot gaf tot de monumentenzorg in Nederland.
Niets is in ons goede vaderland zó aanstekelijk als
angst voor vermeende bedreigingen van het bezit.
De Federatie van Amersfoortse Middenstandsvereni-
gingen heeft, verwijzend naar de gelijksoortige situatie
in Den Bosch en de hechte samenwerking tussen mid
denstanders en B. en W. op dit punt, in een adres
aan de raad geviaagd in het overleg over de monu
mentenlijst betrokken te mogen worden, omdat die
lijst veel ongerustheid onder de middenstanders ver
oorzaakt. Alweer: een tijdige voorlichting terzake
en in Amersfoort zijn toch voorbeelden genoeg te
vinden van de waardevermeerdering door restaura
tie! had deze ongerustheid kunnen voorkomen.
Ook in Vollenhove wordt gesputterd, en in Arnhem,
en telkens vindt men in de bezwaren het vreemde
argument dat de desbetreffende gebouwen vervallen
zijn, of in een saneringsgebied liggen, alsof deze beide
omstandigheden op zichzelf de architectonische of
historische waarde van een bouwwerk weerleggen.
Voorbeeldig is daarentegen de wijze waarop het
Drentse dorp Peize de zaak heeft aangepakt. Daar
werd een raadscommissie ad hoe voor Jmonumenten-
zorg benoemd die met de heer G. C. Helbers, directeur
van het provinciaal museum te Assen en provinciaal
adviseui voor de monumentenzorg, alle in aanmerking
Over de schoonheid van Edam wordt thans gewaakt, (foto Dorsman, Edam)