Op Heemwacht
TON KOOT
Beter gebruik van het water als verkeersweg in Amsterdam
117
Dat voor het Amsterdamse verkeer grote en nog niet
voldoende gebruikte kansen op het water liggen
is een zaak, die door Heemschut al jarenlang be
pleit wordt. In nota's en adressen aan het gemeen
tebestuur is dit bij herhaling betoogd.
Het is een bekend en niet gewaardeerd verschijn
sel, dat men op deze nota's of adressen zelden een
antwoord krijgt. Voor zover deze stukken in de Raad
worden behandeld, schijnt verwacht te worden, dat
men er door middel van het Gemeenteblad kennis
van neemt.
Zo meenden wij dan ook te weten, dat er tegen de
bevordering van het passagiersvervoer te water be
zwaren bestonden en er weinig te verwachten was
van initiatieven op dit gebied van gemeentewege.
Als men de noodtoestand van het asverkeer in Am
sterdam kent en de voortreffelijke situatie van de
waterwegen, dan kan men er zich telkens maar
weer opnieuw over verbazen, dat zich zo weinig op
dit gebied ontwikkelt.
Zo dacht blijkbaar een groep textielhandelaren in
de binnenstad er ook over. Zij formeerden zich
onder de moderne titel T 10, omdat zij in textiel
deden en met zijn tienen waren en namen het ini
tiatief voor een proefneming om met 6 rondvaart
boten van 6 uitgangspunten aan de stadrand met
forensen en in de buitenwijken wonenden naar het
centrum te varen. Op 3 oktober had deze proef
plaats, als Operatie Watergeus, waaraan 350
zakenlieden tezamen met stedelijke en vervoers-
autoriteiten deelnamen. De vaart werd besloten
met een gemeenschappelijke bespreking in Die Port
van Cleve.
De proefneming kan als geslaagd worden beschouwd.
Men kon zijn auto's ruimschoots kwijt, een jach
tige, enerverende ochtendrit door het drukke stads
verkeer werd ons bespaard, daarentegen wachtte ons
een boot met vele lotgenoten, die genoeglijk keu
velend, hun krant doorlezend, door het water naar
het centrum werden vervoerd. Zoals terecht door
één der deelnemers werd opgemerkt, men kon rus
tig en in goed humeur de dagtaak aanvangen. Wat
een psychologische winst schuilt hier in! Van tijd
verlies behoeft niet gesproken. Met een half uur
was de zaak bekeken. Wie van de stadsrand komend
kans ziet binnen een half uur zijn auto in het cen
trum geparkeerd te hebben en dan nog in goed
humeur op zijn bureau te komen is een knappe jon
gen. Wij heblaen de indruk, dat er in het algemeen
niet zoveel van die knappe jongens zijn. De boten
en het water deden het best.
Het ligt niet in de bedoeling van T 10 om meer
te doen dan deze proefneming. Zij heeft duidelijk
aangetoond, dat hier kansen liggen die ongebruikt
zijn, dat de bezwaren ondervangen kunnen worden
en dat het woord nu is aan het gemeentebestuur.
Vandalisme bij afbraken
Het Vijzelflatgebouw is ons altijd een doorn in hét
oog geweest. Dat dit bouwsel wordt afgebroken, is
een zegen voor het aanzien van de binnenstad. Het
is weliswaar nog niet zo ver, dat men dergelijke
bouwsels afbreekt, omdat zij de stad esthetisch ge
zien verontreinigen, maar omdat zij bouwvallig
worden. Ook goed, als zij maar verdwijnen. Jammer
is, of liever diep betreurenswaardig, dat dit met zó
weinig zorg geschied is, dat het werk van onze
stadsbeeldhouwer Hildo Krop, daaraan mee ten
gronde ging. Tegen de mening van gemeentewege,
dat de ongeveer 80, dertig jaar oude beeldjes, ver
gaan waren, stelt beeldhouwer Krop, dat „gebak
ken steen tegen alles bestand is" en hij wees hierbij
op voorbeelden in Rome. Niet alleen Krop's werk
aan dit flatgebouw ging te niet, ook het werk van
beeldhouwer L. Zijl van de C A-gevel aan het
Damrak en op een verzekeringsgebouw te Arnhem
zijn in de sloop genadeloos verloren gegaan.
Dit is voor ons opnieuw aanleiding om te wijzen
op de noodzaak van een stadsconservator in elke
gemeente, een man die oog houdt op waardevolle
zaken in het stadsbeeld en die de bevoegdheid heeft
om in te grijpen. Beter is, als hij op de hoogte is
van plannen en in vooroverleg zowel bij afbraak,
verbouw en nieuwbouw, vandalisme zoals hier ge
openbaard is, helpt voorkomen.
In vele oude steden is er alle aanleiding om oog
te houden op het maar raak verven van gevelwan-
den, op het verminken van gevelversieringen, vooral
in tal van waardevolle geveltoppen, op het misbruik
van kleuren op wapens van gevels, op de verwaar
lozing van hekverken, stoepen, pothuizen, balkons,
hijsbalken e.d. Wie met het oogmerk om dit waar
te nemen onze oude steden in loopt kan een mooie
verzameling bijeengaren!