niet alleen bepaalde voorbeelden van een histori sche bouwwijze op het spel staan, doch een geheel eigen locale sfeer gehandhaafd moet worden, heeft het gewonnen. Een dergelijke opvatting zou toch ook moeten gelden voor een streek als Zuid Lim burg, welke evenals Amsterdam zo druk door toeris ten bezocht wordt. In 1918 kon Dr Felix Rutten in „Ons mooi Nederland" nog met recht verklaren, dat Italië in Zuid-Limburg begon, doch de toeneming van de welvaart, de groeiende afkeer van het vele jaarlijkse onderhouds- en witwerk en de woning- wetbouw hebben sedertdien zodanig of> de dorps beelden ingewerkt, dat karakteristieke hoekjes, laat staan kernen, zeldzaam aan het worden zijn. Er zou dus eerder een hoog en dan teruglopend, dan een laag en oplopend fonds moeten worden gescha pen om te redden wat te redden is. Wat "last but not least" de cultuurhistorische waar de van de vakwerkbouw betreft, alsnog het volgen de: deze bouwwijze werd reeds toegepast lang vóór onze jaartelling. Dit wordt afgeleid uit het feit, dat men uit de Brons- en de Ijzertijd totaal geen neder zettingen terugvindt. Een vakwerkhuis heeft nl. geen fundamenten nodig en laat dus geen sporen achter. Pas in de nieuwe steentijd is gewezen be woning weer terug te vinden, omdat men toen nog huisde in de constructief veel primitievere paal woning (paalgaten!). De vakvulling met vlechtwerk, aan beide zijden bestreken met leem, gaat ook nog terug tot de paalwoning. Indien we dan bedenken, dat omstreeks 1850 hier pas een definitief einde komt aan deze oeroude bouwwijze, dan is het begrijpelijk, dat er thans een sfeer van uit gaat, welke uniek moet worden ge noemd. En nog zou handhaving onverdedigbaar zijn, ware het niet, dat in de meeste gevallen aanpassing aan moderne eisen zeer wel mogelijk blijkt te zijn. Het enige dat niet te handhaven is, dat is de leem. Het jaarlijkse onderhoud hiervan wil niemand meer op zich nemen. In veel gevallen heeft men daarom al de buitengevellaag vervangen door een cementlaag op gaas (tussen de houten vakken in), doch afdoend is alleen een vulling met steenmate riaal en voor woningen het aanbrengen van een spouwmuur. Verder is het nog wel eens nodig een vloer uit te diepen als er tenminste geen kel der onder ligt met een stenen tongewelf omdat

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1963 | | pagina 20