115
van de stad zou vallen, en een Joods stadsbestuur zou
voorstellen dit overblijfsel van vrij geringe omvang
van een eertijds bestaand gebouw maar niet meer als
monument te beschouwen, dan zouden niet alleen
Joden, maar ook Christenen en Moslim voelen dat
zoiets niet kan. Waarom? Door een gevoel voor his
torische waarden, dat inderdaad niet economisch te
motiveren valt. Met de verhouding tussen „krot"
en „monument" ligt het anders. B. en W. van Assen
kunnen toch weten dat er heel wat waardevolle ge
bouwen in Nederland tot krot waren vervallen en door
monumentenzorg tot nieuw leven zijn gewekt, niet
alleen wat hun constructie en historische verschijning,
maar ook wat hun functie betreft: als uitstekende
woon- en kantoorruimten, die na aftrek van de
onrendabele, gesubsidieerde begrotingstop een verant
woorde investering blijken te zijn.
Nog een stap verder en dan zijn wij in Wijk bij Duur
stede waar, volgens „Trouw" van 27 juli, „het polder
bestuur om zich de kosten van onderhoud van de oude
walmuur te besparen, al het vlakliggende metselwerk
van deze muur met koud asfalt heeft besmeerd, als
ware het een autoweg. Het polderbestuur heeft dat
juist gedaan voor dat de nieuwe lijst (waarop deze
muur aan de voet van Ruysdaels' molen was opge
nomen), van kracht werd". Een dergelijke handel
wijze getuigt van dezelfde Droogstoppel-mentaliteit
als de lezersbrief uit Den Bosch. Sinds het in werking
treden van de monumentenwet is dit een misdrijf,
ook voordien was het al een wandaad. „Stik in koffie
en verdwijn", schreef Multatuli toen zijn creatuur
afging. Helaas doen de Droogstoppels dat niet.
Terugkerend naar de Dordtse ontwerplijst lezen wij
in het „Dordtrechtsch Nieuwsblad" van 1 aug. „De
schutting voor het gerestaureerde 17de eeuwse pand
aan de oostzijde van de Grote Spuistraat is wegge
nomen. Allereerst springt in het oog de rijke kleur
schakering van de schoongemaakte en opnieuw ge
voegde baksteen: gradaties van lichtgeel tot diepzwart
in de gevelvlakken en zachtrood in de profiellijsten,
kozijnen en togenRustige en gemakkelijke
De winkelpui is een modeartikel geworden dat periodiek vernieuwing
behoeft om modern te blijven. Het is geen eenvoudige opgave deze zakelijke
verlangens in overeenstemming te brengen met de stijl van een oude gevel.
Maar er zijn voorbeelden dat het mogelijk is. En zo grof als deze zaak
in Leeuwarden de hiernaast afgebeelde huizen mishandeldehoeft het toch
ook niet. De gevels zijn zonder enig gevoel voor hun opbouw en indeling
uitgehold. Een aantrekkelijke winkelpui is het met dat al niet geworden.
Het is immers een al te simpele gedachtengang wanneer men aanneemt dat
een winkel er beter uitziet naarmate de ruiten groter zijn.
(foto Louis van Paridon)
trappen die weinig ruimte innemen geven toegang
tot de verdiepingen terwijl er ook een kleine goederen
lift is. Zelfs de zolder is bruikbaar gemaakt, terwijl
vóór de restauratie het pand vrijwel waardeloos was
en slechts de benedenruimte een sombare opslagplaats
was. De eigenaar, Ary Holster en Zn, die in het naast
gelegen pand zijn winkel heeft, heeft nu 200 vier
kante meter meer nuttige ruimte ter beschikking.
De heren Holster zijn dan ook zeer tevreden over
de uitvoering van het plan van de gem. restauratie
dienst en overwegen ook hun pand aan de overzijde
van de straat te laten herstellen. Tevens wekken zij
de eigenaars van andere huizen aan de overzijde
op het schone voorbeeld te volgen: het betreft een
aaneengesloten rij van gevels die alle op de Rijks
monumentenlijst staan. Indien de eigenaars van dit
rijtje een gezamenlijk restauratieplan zouden dóen
opstellen en gelijktijdig doen uitvoeren, is dit natuur
lijk veel minder kostbaar
Woorden wekken, voorbeelden trekken. Beide zijn no
dig. Er zijn lieden van het Droogstoppelras die al dat ge
praat over historische- of architectonische waarde klets
praat zullen blijven vinden. Hun voorgangers waren
even hard tegen hygiënische en sociale verbeteringen.
Op den duur verdween hun invloed, onder de gestage
druk van het groeiende inzicht. Dat gaat niet vanzelf
en de tijd dringt. Wij zouden er daarom voor willen
pleiten de eigenaren en gemeentebesturen die in de
komende jaren over de ontwerplijsten hun oordeel
zullen moeten geven, mèt de tekst van de wetsbepalin
gen en de strafrechtelijke consequenties van over
treding, ook een handige, goed geïllustreerde brochure
toe te zenden met pakkende voorbeelden van herstel.
Dan kunnen de boeren en middenstanders die nu
schrikken en „monumentenzorg" als een aanslag op
hun bestaan ervaren, aan de hand van concrete ge
vallen, met cijfers en bedrijfseconomische gegevens
toegelicht, zien dat de gewaande vrijheidsbeperking
in feite een beperking van misbruiken is, en dat zij er
met de hulp die hen in het algemeen belang geboden
wordt, ook zakelijk op vooruit kunnen gaan. G. B.
*s«*