97
de verbetering teniet gaat, de grote financiële offers
tevergeefs zijn gebracht en veel stadsschoon zonder
noodzaak verloren is gegaan.
Wanneer wij in de toelichting lezen (a.v. pag. 6), dat
het centrale gedeelte (Nieuwestad en Voorstreek met
een verbreding in het centrum) de winkelcity zal
blijven en daarom allereerst als voetgangersgebied
moet worden ontwikkeld, dan is b.v. de gedachte ver
breding van de Oude Lombardsteeg en de Weerd hier
mede naar wij menen geheel in strijd. Genoemde stra
ten toch zullen verkeer aantrekken, waardoor de
Nieuwestad, de Leeuwarder winkelstraat bij uitne
mendheid, door een verkeersstraat zal worden doorsne
den. Dit zal dit voorname winkelcentrum niet ten
goede komen. Zal men bij de oversteekplaatsen voors
hands wel met zebra's kunnen volstaan, waarop de
voetganger voorrang heeft, te verwachten is dat in
een niet veel later stadium verkeerslichten nodig zul
len blijken. Een en ander is niet bevorderlijk voor het
gezellig winkelen.
Moeten wij de voorgestelde straatverbredingen en
doorbraken reeds op verkeerstechnische gronden ver
werpen, ook stedebouwkundig en uit een oogpunt van
monumentenzorg en behoud van het oude stads
schoon, dat ook door burgemeester en wethouders
belangrijk wordt geacht (zie b.v. II. De algemene
problematiek, pag. 3) menen onze besturen deze in
grepen ontoelaatbaar te moeten achten.
De nieuwe monumentenwet wijst terecht op het be
lang van de historische straatwanden in het stadsbeeld.
De westzijde van de Weerd nu bestaat ook thans nog
uit een groepering van waardevolle gevels, die te
zamen zeker verdienen behouden te blijven. De be
staande rooilijn Eewal noordzijde, met de kleine te
rugsprong op de hoek Eewal-Kleine Hoogstraat
(waardoor het Gouverneursplein geaccentueerd wordt)
en met een flauwe bocht lopende langs het Raadhuis
plein en de Weerd is in bestaande vorm fraai en ver
antwoord. Wijziging van deze rooilijn, door verbreding
van de Weerd en door amovering van de bebouwing
tussen de Kleine Hoogstraat en de Beijerstraat, zal
aan het stadsbeeld onvermijdelijk schade toebrengen.
„Gaten" in de rooilijnen, zoals op dit punt en b.v.
ook bij de gedachte uitmondingen van de Oude
Lombardsteeg en de Weerd op de Nieuwestad zijn
aantastingen van het bestaande, als geheel geprojec
teerde fraaie stadsbeeld.
Het formeren van een pleintje tussen de huidige Kleine
Hoogstraat en de Beijerstraat zou verder meebrengen
het amoveren van de panden, waarin thans de meubel
zaak van Bearda en het kantoor van notaris Koch
gevestigd zijn. Het afbreken van deze panden zou ten
zeerste betreurd moeten worden.
Genoemde straatjes behoren tot de alleroudste van de
stadskern. Zij zijn een historisch gegeven van de ste
delijke ontwikkeling. Een dergelijk gegeven dient met
de uiterste behoedzaamheid te worden behandeld.
De Prinsentuin is thans reeds bereikbaar van het Olde-
hoofsterkerkhof en de Wissesdwinger af. De geprojec
teerde wegverbreding Nieuwe Buren - Groeneweg -
Boterhoek, die onze volledige instemming heeft, zal
die bereikbaarheid nog verhogen. Voor de voetgangers,
die de Prinsentuin van de zijde Gouverneursplein be
naderen, zijn de bestaande meergenoemde straatjes
voldoende te achten en zeker niet onaantrekkelijk.
Wij menen goed te doen er op te wijzen, dat doorbra-