73
Orgaan.
Het orgaan „Heemschut" kwam in het jaar 1962 met 116 bladzijden
uit, dus 20 meer dan de vastgestelde 96. Het verscheen 6 maal.
Vele actuele problemen konden niet alleen onder de aandacht van
onze leden worden gebracht, maar ook in tekst en plaat onder de
aandacht van hen, wie het aanging. Publiciteit van plannen, die
gretig hun weg vonden in de Nederlandse dagbladpers, heeft ons
menigmaal goede diensten bewezen, zo is ons orgaan een onmisbaar
wapen in onze strijd om schoonheid. He in het vorige jaarverslag
aangekondigde plannen tot verbreding van de basis van het orgaan
bleken op tot nog toe onoverkomelijke bezwaren te stuiten, vooral
van financiële aard, maar ook van principiële. De Bond kan en
wil dit blad, dat zijn strijdorgaan is, niet uit handen geven, en wenst
er ook de volle verantwoordelijkheid voor te blijven dragen.
Bureau.
Voor de veelomvattende Heemschut-taak, die herhaaldelijk diepe
re onderzoekingen nodig maakt en voor de noodzaak een goed lo
pende administratieve organisatie te hebben, ontbraken ons de daar-
vooi geëigende krachten. Daarom strekt het ons tot grote voldoe
ning, dat in het verslagjaar een bekwaam adviseur voor het Heem-
schutwerk kon worden aangetrokken, om het bestuur in zijn dage
lijkse bemoeiingen in den lande bij te staan. Het betreft de heer ir.
Ch. C. van der Vlis, oud-directeur van Openbare Werken in Leeu
warden en in Haarlem en reeds lang als commissievoorzitter en
bestuurslid met het Heemschutwerk vertrouwd. Zijn waardevolle me
dewerking aan de technische problemen van onze taak heeft reeds
zijn eerste vruchten afgeworpen. De administratieve leiding van het
bureau is in handen van de heer L.L.H. Roest, voorlopig bijgestaan
door mevrouw J.G. Broekman- van der Keuken, die op 15 maart
1963 mejuffiouw L. Schaap opvolgde, die op 1 januari op eigen ver
zoek het bureau verliet. De ledenadministratie is in de accurate
handen van mevrouw J.H.L. Westerink-Zuurendonk en de heer O.T.
Wiering. Mejuffrouw M.M. Melchers heeft de ledenwerving behar
tigd met de van haar zo bekende toewijding.
Werkzaamheden.
De opsomming van werkzaamheden in het jaarverslag is ook dit
jaar een keuze uit veel, bedoeld om een inzicht te geven in de ver
scheidenheid en verspreidheid van ons werk.
Zoals begrijpelijk hadden ook dit jaar vooral de bedreiging van de
oude stads- en dorpskernen onze bijzondere, aandacht. Dit weerspie
gelde zich in een tweetal grote bijeenkomsten door ons bestuur on
der voorzitterschap van mr. Arn. J. d'Ailly belegd. De eerste werd
gehouden op 10 november 1962 in het Carlton-hotel te Amsterdam en
had ten doel tot een samenspraak te komen met de plaatselijke
stadskern-comité's in den lande. Aan onze oproep gaven 25 stads-
kern-comité's gevolg, door afvaardigingen te zenden. Als inleider
trad op ir. R. Meischke, directeur bij de rijksdienst voor de Mo
numentenzorg. De bijeenkomst heeft zeer bijgedragen tot een ver
steviging van het contact over en weer en tot meer begrip voor het
probleem.
De tweede vergadering had een verdere strekking en werd op 27
apiil 1963 gehouden in het nieuwe RAI-gebouw. Hier werd de beteke
nis van het behoud der oude binnensteden uiteengezet aan verte
genwoordigers van plaatselijke en provinciale besturen, in aanwe
zigheid van de pers. Inleiders op deze bijeenkomst waren mr. G. van
t Huil, oud-wethouder van Publieke Werken te Amsterdam en ir.
Het hoekpand JVïeuwe Looierdwars
straat - Noorderstraat maakt deel uit
van de z-g. wevershuizen die in
i6yo-i68o in het „NoortscheBosch"
tussen Spiegel-, Prinsen- en Regu
liersgracht werden gebouwd voor
rekening van het Burgerweeshuishet
Gasthuis en het Leprozenhuis. Het
waren blokken huizen van een fraaie
sobere architectuur, waarvan er nog
verscheidene over zijn, al is helaas de
eenheid der gevelwanden verstoord
door latere te hoge bebouwing. Herstel
van de resterende wevershuizen is niet
alleen wegens hun architectonische
waarde belangrijk, maar ook omdat
daardoor het evenwichtige straatprofiel
Zoveel mogelijk intact blijft. De hoek
panden zijn hiervoor onmisbaar. Het
door Diogenes in jan. rg6s voor
f6000,aangekochte perceel bevatte
voor de ontruiming een winkeltje met
een afzonderlijke bovenwoning. In de
zomer ig6s verhuisde de laatste be
woonster. Het funderingsonderzoek
kon net niet voltooid worden voor de
vorst inviel. Toen in het voorjaar ig6g
de zaak nader bekeken werd bleek,
een nieuwe betonfundering nodig. De
oorspronkelijke begroting van f 65.000
waarop in ig62 reeds subsidie ver
leend was, zal hierdoor overschreden
worden. Wanneer men zich echter
voorstelt wat dit verzakte en uitge
woonde maar in zijn historische vorm
nog gave hoekhuis weer zal gaan be
tekenen in het stadsbeeld als het
vermoedelijk eind ig6g verfrist
en vernieuwd uit de steigers komt, dan
zal er geen twijfel aan de juistheid
van deze investering mogelijk zijn\
Het huis zal een woning met een
fotografisch atelier bevatten.