Heemschutberichten
Weesper karspel, uitbreidingsplan
De gemeente Weesperkarspel, waarvan de Bijlmer
meerpolder deel uitmaakt, is op dit moment nog een
stil, wijd polderland, waar men meer koeien dan
mensen ziet. De vraag op welke stadhuis de plannen-
in-onderdelen en de bouwplannen straks behandeld
zullen worden, even in het midden latend, kan men.
wel voor zeker aannemen dat de nu opgroeiende
generatie straks in het voormalige Weesperkarspel
meer mensen dan koeien zal zien, en dan ook woon
blokken, straten, groenstroken, snelverkeerswegen, in
dustrieterreinen en wat een modern woon- en werk
gebied nog meer nodig heeft. Van het prachtige
Hollandse polderlandschap worden jaarlijks grote
stukken door de verstedelijking opgeslokt. Dat is de
prijs in schoonheid en karakter die ons land moet
betalen om de groeiende bevolking werk- en woon
ruimte te kunnen bieden. Wij moeten nooit vergeten
dat de prijs hoog is, niet te hoog, maar wel zeer hoog.
Dat legt deze generatie de plicht op om nauwlettend
toe te zien dat er nergens overbodige aantastingen
van het landschap plaatsvinden. En er zijn bepaalde
streken die wel als „landschapsmonument" bij uit
stek kunnen gelden. Een daarvan is het Gein, een
oude rivier met begroeide oevers die door het polder
land heenslingert. Wandelend langs of varend op het
Gein beleeft men Holland op zijn mooist. Zo was
het omstreeks 1900 nog allerwege, zo zal het, als
men niet voorzichtig is, omstreeks 2000 nergens
meer zijn. In het uitbreidingsplan dat de gemeente
raad van Weesperkarspel op 28 dec. 1962 heeft vast
gesteld, werd deze zorgvuldigheid bepaald niet ge
noeg betracht. Op zichzelf is het al te betreuren dat
het Gein gekruist zal moeten worden door een grote
verkeersweg. Aangezien deze weg mettertijd deel zal
uitmaken van een verbinding van Haarlem en de
Velsertunnel met Zuid-Flevoland, is er weinig kans
dat het tracé zodanig gewijzigd zal kunnen worden
dat een kruising met het Gein wordt vermeden.
Wanneer echter de hiervoor uit te voeren werken
met gevoel voor de bijzondere situatie worden ont
worpen en een bekwaam landschapsarchitect wordt
ingeschakeld, kan de schade worden beperkt. Vol
gens het uitbreidingsplan van Weesperkarspel zou
het Gein echter ook nog doorsneden worden door
een kanaal, dat de nieuwe industriegebieden met het
Amsterdam-Rijnkanaal moet verbinden. Indien het
bestuur van de Bond Heemschut goed is ingelicht,
dan zou in een vroeger stadium van de plannen
overwogen zijn dit kanaal meer naar het noorden
te projecteren, zodat het Gein vermeden werd. In
de uitgestrekte zuid-oost-lob van de Amsterdamse
agglomeratie die in de komende decenniën gereali
seerd zal moeten worden is ook een plas ontworpen,
eerst voor zandwinning, later voor recreatie. Om de
nabijheid van recreatiewater en scheep vaar twa ter te:
vermijden zou het kanaal later naar het zuiden ver
schoven zijn, en dus het Gein doorsnijden alsof
daar geen recreatiebelangen aan de orde zijn! Wil
men de recreatie dienen (wat hoognodig is) dan
zou het o.i. meer voor de hand liggen in de eerste
plaats het Gein te sparen, en voor de nieuwe ele
menten kanaal en recreatiepias een zodanige vorm te
ontwerpen dat beide zonder onderlinge hinder een
fraai nieuw geheel vormen. Dat heeft men in de
hand, een landschapsmonument als het Gein niet,
daar is ingrijpen zonder meer schadelijk. Het be
stuur van de Boncl Heemschut heeft G.S. verzocht te
willen bevorderen dat het plan zodanig wordt gewij
zigd dat met deze bezwaren, rekening wordt gehou
den.
Bloemendaalbehoud „Haringbuys" en restauratie
boerderijen
Met de gemeente Bloemendaal rijk aan natuur
schoon maar niet aan voorbeelden van oude bouw
kunst voert Heemschut overleg over verschillende
zaken. Dat is in de eerste plaats de reeds vaak in dit
blad vermelde „Haringbuys". In een nader schrijven
aan B. en W. wees het bestuur op twee facetten van
de zaak, het financiële en het verkeerstechnische.
Houdt men bij de beoordeling cler restauratiekosten
van een gebouw dat overheidsbezit is, rekening met
de bedragen die het Rijk, de Provincie en de Ge
meente zouden subsidiëren wanneer het particulier
bezit zou betreffen, en met het lagere rendement
waarmee de overheid b.v. bij dienstwoningen genoe
gen pleegt te nemen, dan blijkt dat, in tegenstelling-
tot vele andere takken van overheidszorg, het behoud
van bouwkundige monumenten althans in zekere
mate self-supporting is. Wat het verkeerstechnische
aspect betreft, is de huidige situatie dat de oude her
berg tussen de beide verkeerstroken ligt destijds
een tijdelijke oplossing om het gebouw te sparen
op den duur niet te handhaven. In het kader van
de hier noodzakelijke verkeersverbeteringen ligt ech
ter een tracé tussen de Haringbuys en het politie
bureau voor de hand, mede in verband met de leng
te-as van de Zandvoortseweg. Met klem heeft daar
om het bestuur van Heemschut nogmaals gepleit
voor behoud. Ook de boerderijen Aelbertweg 1 en
Kennemerweg 9 de eerste nogal verwaarloosd,
de tweede een fraaie hoeve „Veen en Duin" geheten
zouden gehandhaafd dienen te worden. In een
gemeente als Bloemendaal die ook steeds meer in de
stedelijke sfeer komt te liggen, zij het met een ei
gen accent van welgestelde villabewoning, krijgen
dergelijke herinneringen aan het landelijk verleden
een bijzondere waarde. Dit heeft het gemeentebe
stuur reeds erkend door de boerderij Vogelenzangse-
weg 298, gelegen in het centrum van Vogelenzang,
aan te kopen. Het bestuur van de Bond Heemschut
heeft hierover zijn waardering uitgesproken en
hoopt dat een passende bestemming gevonden zal
52