Uit de tijdschriften Boekbespreking In het januari-nummer van het Bulletin van de London and Middlesex Archaeological Society staat het droeve nieuws dat de Engelse Minister voor Volkshuisvesting (Minister of Hou- sing and Local Government) sloopvergunning heeft afge geven voor Robert Street 1, 2 en 3. Dit betekent dat de laatste resten van het prachtige Adelphi-complex, een schep ping van Robert Adam, nu ook zullen verdwijnen. De moti vering hiervoor was, dat er al zoveel van was gesloopt, dat deze laatste huizen geen indruk meer konden geven van het geheel. Afgezien van de kunsthistorisch zeer grote waarde van deze 18de-eeuwse huizen, waren ze ook geschiedkundig van groot belang omdat ze de woning zijn geweest van b.v. Adam zelf, Galsworthy, Barrie e.a. Reden genoeg om er zeer zuinig op te zijn, maar neen, Londen heeft kantoorflats nodig en daarvoor moeten dus zelfs nationale monumenten wijken. Uit Frankrijk komen opgewektere berichten. Het herfstnum mer van het 3-maandelijkse tijdschrift Sites et Monuments, bulletin de la société pour la protection des paysages et "de 1'esthétique de la France, is grotendeels gewijd aan wat men noemt de renaissance van de Marais. Deze wijk in het oosten van de oude stad was in de 16de eeuw de zeer gezochte woonwijk van, om met Kegge te spreken, de grote hanzen en adellijke heren, en het wemelt er dan ook van prachtige paleizen en paleisjes, die er echter, door de degradatie van de buurt, wel heel slecht aan toe waren. Blijkbaar is men gaan inzien wat voor kostbaars men hier verloren liet gaan en er zijn dan ook uitgebreide plannen voor restauratie, zo dat, als alles naar wens verloopt, deze wijk weer in oude pracht en statie zal worden hersteld. In hetzelfde tijdschrift, van de zomer '62 staat een artikel over de monumentenwet, zoals die op 4 augustus 1962 werd aangenomen. Deze wet biedt wel een zeer uitgebreide bescherming van monumenten en historisch belangrijke gehelen, te vergelijken met onze stads- en dorpsgezichten, alleen gaat men in Frankrijk verder hiermee dan bij ons. Hoewel natuurlijk veel zal afhangen van de interpretatie, is de nieuwe wet een grote steun van de Franse heemschutters. Dat het overigens hoog tijd werd bewijst o.a. een straatbeeld uit Auxerre, waar midden in een rij goede, oude huizen een monstrueus modern warenhuis verrees, dat niet alleen geen enkele relatie heeft met de omringende bebouwing, maar ook op zichzelf ronduit lelijk is, van het soort dat we ook hier maar al te goed kennen, gesloten gevelwand, met een rare, opvallende kroonlijst. Om in goede stemming van Frankrijk afscheid te nemen weer naar Parijs, daar is opgericht een comité ter bescherming van het Oude Montmartre, iets dat gezien de ravages van de laatste jaren daar zeker niet mis plaatst is. Er is een groot bedrag bijeengebracht, waaruit subsidie zal worden verleend, naast de rijksbijdrage uiter aard, voor restauraties, waarvoor blijkbaar veel animo be staat. Tenslotte Nederland. In Bouw van 26 januari 1.1. heeft de in Heemschutkringen welbekende Corneille F. Janssen een bijzonder aardig en lezenswaardig artikel geschreven over Batenburg, waarin de vraag wordt gesteld of het zin heeft zulke heel kleine plaatsjes in hun geheel te conserveren zoals men het wil doen met dit stadje. Wie dit artikel heeft ge lezen en de fraaie foto's die erbij gemaakt zijn, aandachtig bekeken, zal ongetwijfeld met de schrijver eens zijn, dat dit inderdaad uitermate veel zin heeft. Dit soort stadjes, en ik denk hierbij ook aan Bronkhorst, zijn weliswaar klein, maar hebben desalniettemin een trots verleden, dat ook duidelijk tot uiting komt in de architectuur, natuurlijk van bescheide ner allure dan we kennen in de grote steden, maar daarom niet minder waardevol. Ook hebben dergelijke stadjes een zeer belangrijke functie in het omringende landschap, met hun kantige silhouetten, die zo goed passen in de wijde pol ders. Natuurlijk hoeft een Heemschutter niet te worden overtuigd in dezen, maar dat een zodanig artikel verschijnt in een tijdschrift, dat zich toch wel hoofdzakelijk beweegt op het terrein van de moderne architectuur, lijkt een heel gunstig teken. L. L. H. R. VIER EEUWEN PARAMARIBO Door de samenwerking tussen de Sticusa en de N.V. Eerste Surinaamse Verzekeringsmaatschappij „De Nationale"- is een klein boekje ontstaan met als titel „Vier eeuwen Paramaribo - onze nationale hoofdstad", dat als een eerste stap in de richting van een Surinaamse monumentenbeschrijving kan worden gezien. Na een inleidende tekst van Albert Helman vindt men er een uitstekend verhaal van Ir. C. L. Temminck Groll over de architectuur in Surinames hoofdstad. Het is een zeer karakteristieke stad, die, hoewel er zware branden hebben gewoed, die door de vele houten gebouwen nogal wat schade aanrichtten, toch veel heeft bewaard. Het eigen gezicht van de oude stad wordt in de eerste plaats veroor zaakt door de vele galerijen en de combinatie van hout en steen, die het geheel iets luchtigs en opens geven. Ook de verhouding tussen bébouwing en open ruimten is een zeer gelukkige. De vaak heel fraaie foto's geven'van dit alles een allersmakelijkst beeld, terwijl ook de verdere verzorging van het boekje uitstekend is. Wel doet dit kleine hapje vooraf verlangen naar een gedegen monumenten-beschrijving van Suriname, zoals die ook is verschenen van de Curagaose monumenten. LANGS MERWEDE EN GIESSEN - TUSSEN NOORD EN LEK Over het tot voor kort nog betrekkelijk ongerepte en typisch Hollandse rivierenlandschap zijn twee fotoboeken verschenen, „Langs Merwede en Giessen" en „Tussen Noord en Lek",. De uitgever is J. N. Voorhoeve te 's-Gravenhage. De vaak prachtige foto's van polderlandschappen, molens, dorpsgezichten etc. maken van deze twee uitgaven een -ple zierig bezit voor hen, die houden van onze vaak zo eigen landschappen, ofschoon er natuurlijk wel iets van het plezier wordt bedorven door de foto's van industrie, werven en ver velende woningwetwijkjes. Blijkbaar gaat ook in dit gebied de verstedelijking heel snel en dat zeker niet ten voordele van de schoonheid. Wat er overigens nog van rest is zeer de moeite waard en verdientstellig meer bekendheid. Nu is e,r langs Giesssen en Lek nog veel te genieten, maar men is druk bezig ook hier de zaak grondig te bederven, haast U- dus. PAPENDRECHT - DORP AAN DE RIVIER f Over het oude dijkdorp Papendrecht is van drs. H. A. Vissër een boek verschenen, dat een wel zeer uitgebreide geschiede nis geeft van dit eeuwenlang landelijk gebleven dorp, dat helaas de laatste jaren zijn oorspronkelijk karakter hard aan het verliezen is en een forensenstad dreigt te worden, zoals er maar al te veel zijn. Het boek is uitvoerig geïllustreerd met niet steeds mooie, maar wel altijd merkwaardige oude foto's en prenten, die de recente ontwikkeling ter plaatse wèl ,doeh betreuren. Een andere prettige kant van het boek is ook, dai het zich niet beperkt tot Papendrecht zelf, maar dat de ge schiedenis van dit dorp gezien wordt in groter verband,' zódat ook de relaties met de grote overbuur, Dordrecht, veelvuldig ter sprake komen. Al met al is het een boek geworden; dat aan hen die belangstellen in de geschiedenis van deze streek', veel te bieden heeft. - L. L. H. R-.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1963 | | pagina 26