2 de restauratie uit eigen middelen niet geheel kunnen tot stand brengen. Ditmaal verkeren wij in de om standigheid, die gunstiger is dan enige jaren geleden, nl. dat er wel de mensen en de materialen zijn om de restauraties te verrichten! Het gaat dus om de be schikbare overheidsgelden. Wil men de zaak goed aanpakken, dan moet men niet aarzelen het jaarbedrag voor subsidie te verdubbelen en op f 20 miljoen te brengen en een bedrag ineens ter beschikking te stellen om nu eindelijk de achterstand eens in te halen. Dat zou voor het totale aanzien van Nederlandse steden en dorpen een daad zijn, die zich in enkele jaren voor een ieder zeer zichtbaar zou aftekenen. Overwinning in Harlingen Dat Harlingen tussen de Nederlandse steden met waardevolle stadskernen een eervolle plaats inneemt, weet een ieder die belangstelling heeft voor stadsschoon en in het algemeen voor gemeenten met een uitge sproken eigen karakter. Zij die in 1960 de Heemschut dag in Harlingen bijwoonden kunnen er van getuigen. Hoewel ook Harlingen in de loop der eeuwen niet aan dempingen is ontkomen, heeft het toch wonderwel zijn karakter weten te behouden en daar is men thans in Harlingen terecht niet weinig trots op. Daar ge- beuit ook wat voor. Toen in Harlingen aan de orde was, wat er met de Zoutslootgracht zou moeten gebeuren heeft men de wijsheid gehad een tweetal deskundigen te raadplegen, dat waren de stedebouwkundige en Rijksbouwmeester ir. J. J. M. Vegter en mr. R. Hotke, hoofddirecteur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Ir. Vegter, die de onontkoombaarheid van sonrmige dempingen niet wilde betwisten, wees op het voor beeld van de Voorstraat in het nabije Franeker, een toonbeeld van onherstelbaar verlies aan stadsschoon vanwege de demping. Niettegenstaande ons land daar tientallen voorbeelden van kent komen er toch maar steeds weer dempingsplannen ter tafel, men denke aan: Alkmaar (Kooltuin), Purmerend (Where), Leiden (Levendaal), Utrecht (Singels), Dordrecht, Groningen, enz. Ir. Vegter betoogde, dat er geen overwegingen zijn om tot demping over te gaan voor het verkeer, noch voor het zakenleven. De toestand is onhoudbaar, er is geen goede doorstroming, het water stinkt, de huizen zijn vervallen en de walkanten zijn slecht. Men moet ook niet meer geld uitgeven dan nodig is. Maar wat is nodig? Demping, aldus ir. Vegter, zal een lelijke, brede straat doen ontstaan, die alle bestaande verhoudingen teniet doet. Voor die verhoudingen zorgen nu het water en de weerspiegeling daarin, die een goed evenwicht geven tussen hoogtebeeld en horizontale vlakte. Een sanering in de zin van een restauratie zou er niet alleen een goed bewoonbare buurt van kunnen maken, maarin aansluiting op de Noorderhaven, een waardevol en monumentaal stuk stadsschoon aan de bestaande stad toevoegen. Dit temeer, daar de vervallen woon wijken achter de Zoutsloot zinvol worden gesaneerd. Mr. Hotke betoogde, dat oud stedeschoon óók een toeristisch belang is en steeds meer als zakelijk belang gaat meespelen. Harlingen is een voorbeeld van leven de oude schoonheid. Het gerstaureerde stadhuis is daar een voorbeeld van: karaktervol van buiten en mooi en praktisch van binnen. Het monumentale pand De Blauwe Hand is daar in Harlingen aan ander- voorbeeld van. Restauratie kan ook andere dergelijke panden weer dienstbaar maken aan de eisen van deze tijd. Monumentenzorg gaat thans echter verder. Niet al leen enkele panden, maar gehele stadsbeelden kunnen in aanmerking komen voor subsidie, indien zij een karakteristieke plaats in het stadsgeheel innemen. Aan de hand van een tekening toonde de heer Hotke, welke bebouwing bepalend was voor het karakter van de stad. De uitkomst was, dat welhaast de helft van alle panden in de kern van Harlingen daarin een functie vervullen. Speciaal het water speelt een on misbare rol in deze stad, die zo nauw verbonden is met de zee, de scheepvaart en de visserij. Demping van de Zoutsloot zou een weergaloze verarming van het stadskarakter zijn. Het stramien zou worden aan getast en de bestaande bebouwing zou noodzakelij kerwijs moeten worden prijs gegeven. Er zou een sa neringsplan moeten komen, met totale afbraak van het oude. Dit zou betekenen een moderne woonwijk aansluitend op de Noorderhaven. Met alle waarde ring voor moderne woonwijken, zou dit hier toch tot een karakterwijziging leiden, die ten nadele van het stadsbeeld zou uitvallen. De kansen liggen er om het anders te doen, met volledig behoud van de mo gelijkheid tot het aanpassen aan een moderne be stemming. Na deze inleidingen volgden vragen uit de Raad o.m. of een betonconstructie met metselsteen niet te ver kiezen was boven een houtbeschoeiing, met het oog op het rattengevaar. De heer Vegter antwoordde, dat de ratten niet door het hout worden aangetrokken, maar door de voedselresten, die in het water worden geworpen. Een houtbeschoeiing past beter bij de Zoutsloot, bovendien zijn er thans houtsoorten, die het generaties lang kunnen uithouden. In Sloten is hout tot volle tevredenheid toegepast. Dat door restauratie van historische panden donkere interieurs zouden worden gehandhaafd ontkende ir. Vegter ten stelligste. In de oude bouwwerken is dik wijls meer raamruimte dan vele architekten nu in de moderne bouw toepassen. Mr. Hotke kon nog wijzen op de frappante voorbeel den van het behoud van de oude bebouwing met toe passing van praktische hedentijdse bestemming. Burgemeester Nauta kon meedelen, dat B. W. tot de conclusie waren gekomen, dat restauratie, zo wel uit gevoelsoverwegingen als zakelijk gezien, de voorkeur verdient. De raad sloot zich hier met algemene stemmen bij aan. Een gelukwens voor Harlingen en voor ons allen, die daar straks van zullen kunnen genieten.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1963 | | pagina 8