van
kanten bekijken
17
„Een ander voorbeeld: in de Peel, het vroeger zo
mistroostige en eenzame gebied in het oostelijk Noord
Brabant en Limburg, zijn al tientallen jaren ontgin
ningswerken verricht. De eertijds armelijke bevolking
heeft er de zegenrijke gevolgen van ondervonden.
Vruchtbare akkers met golvend graan, sappige weide
velden met grazend vee, uitgestrekte tuinbouwbe
drijven met glas- en koude grond-cultuur, welvarende
dorpen hebben de herinnering aan de donkere en
maatschappelijk onverantwoorde tijden van weleer
doen vervagen.
Maar de bevolkingsaanwas is vooral hier bijzonder
groot: Er zijn nog tal van problemen die moeten
worden opgelost om de huidige en komende genera
ties een redelijk bestaan te verzekeren en: er zijn nog
uitgestrekte streken die door de moderne cultuurtech
niek tot groter vruchtbaarheid en betere bewoonbaar
heid kunnen worden gebracht. Daar heeft de Maat
schappij een dankbaar werkterrein gevonden en voor
al ook op initiatief van de gewestelijke en plaatselijke
overheid en de landbouworganisaties zijn thans grote
werken aan de gang voor ruilverkaveling, bodemver
betering en waterbeheersing."
„De voorbeelden liggen als het ware voor het grijpen.
Welke Drent van de veenkoloniën en schrale heide
van driekwart eeuw geleden had zich kunnen voor
stellen dat nu hoogstens nog een enkele plaggenhut
als herinnering aan een toch wel triest verleden, tot
bezienswaardigheid zou worden bestemd? Dat diep-
ploegen (tot 1.50 meter) de veenlagen zouden doen
plaatsmaken voor vruchtbare cultuurgrond en mach
tige bulldozers de ongelijke bodem zouden egaliseren
om een behoorlijke afwatering te verzekeren? Dat
de dorpen een toonbeeld van welvaart zouden worden
en het landschappelijk schoon door prachtige wegen
ontsloten zouden worden Een ware, welhaast alle
verbeeldingskracht teboven gaande metamorphose!"
„Jarenlang is in deze provincies het vraagstuk van de kleine
boeren een hoofdmotief geweest voor een rigoureus ontginnings-
beleid. Joals van natuurbeschermingszijde altijd is voorspeld
heeft de utbreiding van het landbouwareaal toch niet kunnen
voorkomen, dat op den duur de bevolkingsaanwas haar arbeid
in industrie en dienstensector moest vinden.
Op de kentering van het tij gekomen, nemen de provinciale be
sturen thans zelf het initiatief om de zo noodzakelijke recre
atiemogelijkheden veilig te stellen. Maar helaas-, dan toch
nog een ontginning van de Heidse Peel Dit terrein
van 225 ha is een ten dele droge, ten dele zeer vochtige
tot natte heide van een uiterst gevarieerd wetenschappelijk
karakter en een bijzondere landschappelijke schoonheid. Door
de grote gevarieerdheid in hoogteligging en vochtgehalte komen
er een groot aantal plantengemeenschappen voor, welke ka
rakteristiek zijn voor de droge heide, de vochtige heide en de
begroeiing van de voedselarme veenplassen. Ook zoölogisch
is het terrein van grote betekenis als broedgebied voor Wulp,
Korhoen, Wintertaling, Pijlstaart, Blouwborstje en Klapek
ster en als pleisterplaats voor wilde ganzen en kraanvogels.
De Heidse Peel is bovendien potentieel een. belangrijk recre
atiegebied.
Van de totale kosten van ruim 29 miljoen voor de ruilver
kaveling Lollebeek waarvan de ontginning van de Heidse
Peel deel uitmaakt, red.) komt 22 miljoen beschikbaar als
overheidsbijdrage De ontginning van woeste grond en ae
bouw van nieuwe boerderijen vergen nu eenmaal grote som
men: nog afgezien van het weer groter worden van de gesub
sidieerde melkplas! Wij moeten dan ook aannemen dat deze
ontginning, welke op zichzelf reeds nadrukkelijk in strijd
is met de reeds enkele keren geformuleerde regeringsrichtlijn,
niet alleen ruimtelijk doch ook financieel een weinig voordelige
zaak is." UitNatuur en Landschapig6r blz. 34-37
„De kern van het Fochtelooerveen, waar nog levend hoogveen
voorkomt, is reeds 25 jaar eigendom van de Ver. tot Behoud
van Natuurmonumenten, doch overigens is het grootste deel
van dit hoogveen- en heidegebied staatseigendom, waarbij
meer dan de helft voor ontginning was bestemd. De Contact
commissie heeft er op aangedrongen deze ontginningsclaims
ten behoeve van de werkverschaffing op te heffen, en een groot
reservaat tot stand te brengen van ca. 1300 ha. Het terrein
is natuurwetenschappelijk uiterst belangrijk en, mede dank
zij een omgeving waarin storende bouwsels vrijwel geheel
ontbreken, van een weidsheid en landschappelijke schoonheid
die reminiscenties oproept aan het oude Drenthe."
Natuurbescherming 1961-1962"blz. 33~34
„Volgens de geldende regeling wordt 3% van het bedrag
dat het Rijk voor de ruilverkavelingswerkzaamheden heeft uil
getrokken, voor de landschappelijke verzorging bestemd. Dit
percentage is voor de Drentse situatie ten enenmale ontoerei
kend. De oude cultuurlandschappen, die in verval zijn ge
raakt en gedegenereerd, moeten worden gerestaureerd en de ont
ginningslandschappen moeten worden gestoffeerd. Een en ander
vraagt uitgaven die - bij een opzet der landschapsplannen die
aan redelijke eisen voldoet - de genoemde 3% verre overschrij
den en bij verscheidene ruilverkavelingen in Drenthe zeker
10% te boven zullen gaan."
Uit een adres van het Provinciaal Bestuur van Drente d.d.
i5 nov. 1960 aan de Tweede Kamer.