Urbanisatie 15 Een nog niet geürbaniseerd stukje Neder land-, de Italiaanse meren bij Winterswijk. Wie de verstedelijking of urbanisatie van Nederland duidelijk voor ogen wil hebben, moet eens een recente landkaart leggen naast een kaart uit de .Napoleontische tijd. Dan ziet men hoe de kleine, in hun stekelige vestinggordels besloten steden zijn uitgedijd en samengegroeid tot vormloze agglomeraties, hoe woon- en werkgebieden, forensenstreken en industrieter reinen het eertijds lege land in beslag genomen hebben. Het is een ontwikkeling die de één met bewondering vervult over alles wat er in die anderhalve eeuw tot stand kwam, en de ander een weemoedige verzuchting ontlokt over de verfom faaide, verknipte, grotendeels verloren schoonheid van Neder land. Beide standpunten hebben hun eigen „gelijk", en hun eigen blindheid voor het gelijk van de anderalleen zijn zij on gelijk in kracht. Het romantisch heimwee naar de verdwij nende schoonheid legt het, zeker in Nederland, altijd af tegen de nuchtere eisen van de praktijk, tegen de statistiek der bevolkingsgroei en der technische vooruitgang. De blindheid voor de eisen van de economische noodzaak kan niet veel kwaad, de blindheid voor wat er aan niet-materiële waarden teloor gaat richt daarentegen grote schade aan, een schade die vrijwel altijd onherstelbaar is. Daartegen richt zich dan ook de strijd die de organisaties voor de verdediging van natuur- en stedeschoon voeren. £ij staan daarbij niet aan de roman- tisch-conservatieve kant, maar zijn onophoudelijk in de weer om heter begrip ie wekken voor de zaken die anders gedachte loos vermorst worden, en waarvan men zich de betekenis vaak pas realiseert als het te laat is. De urbanisatie van Nederland is, als gevolg van de bevol kingsgroei en de noodzaak daarvoor de bestaansmiddelen in stand te houden, een uitgangspunt dat nauwelijks voor discussie vatbaar is: men moet dit als gegeven aanvaarden. Maar het kan geen kwaad daarbij twee zaken in het oog te houden. In de eerste plaatsJs dat de landkaart van honderdvijftig jaar geleden die aangeeft hoe gaaf het geheel toen was: de platte grond en het silhouet der steden, de wijdheid van het landschap gemarkeerd door kleine dorpen, molens en buitenplaatsen, en de uitgestrektheid der natuurgebieden. Wat daarvan ver dwenen is komt nooit weer terug, maar de delen van de kaart die nog met de huidige situatie kloppen, geven iets aan dat allengs wel zeer kostbaar is geworden. In de tweede plaats is dat de latijnse achtergrond van het woord urbanus, dat niet alleen „stedelijk"maar ook beschaafdbetekent. En dat mist men maar al te vaak bij de urbanisatie van Nederland! G.B. Urbanisatie in haar meest afschrikwekkende vorm: landschapin het

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1963 | | pagina 21